Khalid Benhaddou

‘De straat als moreel geheugen? Protest lijkt nog zelden door te dringen tot waar de echte beslissingen vallen’

Khalid Benhaddou Moslimtheoloog en directeur van het expertise- en onderzoekscentrum CIRRA. (Foto: © Thomas Sweertvaegher)

Er was een tijd dat de straat geschiedenis schreef. Toen de mensenmassa een macht op zich werd. Denk aan de Franse Revolutie, mei ‘68, de val van de Berlijnse Muur, of dichter bij huis, de Witte Mars na Dutroux, de anti-rakettenbetogingen in de jaren ’80. De straat sprak, en de macht luisterde. De burger protesteerde, en het beleid boog of brak.

Maar vandaag lijkt die kracht uitgehold.

Meer dan anderhalf jaar al trekken wereldwijd miljoenen mensen de straat op voor Gaza. Steden vullen zich met protestborden, slogans en solidariteit. Van Londen tot Jakarta, van Brussel tot New York. Maar op het terrein blijft alles onverminderd verdergaan.

En ondertussen zijn er meer dan 50.000 doden. Er voltrekt zich een gruwel die steeds moeilijker anders te benoemen valt dan als genocidaal geweld. Met medeplichtigheid van hen die zeggen niets te kunnen doen, maar in stilte de oorlog blijven voeden met wapens, geld en diplomatieke dekking.

Wat is er gebeurd met de macht van het protest?

In de kern is demonstreren een poging tot symbolische druk. Een publiek beroep op het geweten van de macht. In de klassieke democratieën was het idee dat als genoeg mensen zich verenigen en hun stem verheffen, de politiek wel moet luisteren. Rousseau en later Habermas zagen in publieke actie een noodzakelijk correctiemechanisme voor representatieve democratie.

Maar we leven niet langer in een tijd van representatie. We leven in een tijd van oververzadiging. Politici scrollen voorbij beelden van protest zoals wij voorbij advertenties vegen. Iedere woede past in een algoritme. Iedere betoging verdwijnt in een cyclus van nieuws die al verouderd is voor de zon weer opkomt.

Daarnaast is er iets structureel veranderd. Staten zijn minder autonoom geworden. Nationale regeringen wegen nauwelijks nog op globale processen. Protest richt zich op machtscentra die hun nog steeds nationale democratische macht gedeeld of zelfs ondergeschikt gemaakt hebben aan markten, verdragen, lobbygroepen, supra- en internationale allianties. En precies daarom lijkt protest nog zelden door te dringen tot waar de echte beslissingen vallen.

Maar misschien schuilt net daarin de tragiek en tegelijk de waarde van protest vandaag. Protesteren is niet enkel druk uitoefenen. Het is ook weigeren om te zwijgen. Het is, zoals Albert Camus ooit schreef, ‘niet zeggen dat alles goed gaat, zelfs als het niets verandert.’

Misschien is het laatste wat rest ‘de straat als moreel geheugen’. Als plek waar men te midden van politieke onverschilligheid weigert om het gevoel voor rechtvaardigheid op te geven.

 

 

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content