Performatieve actie geeft een beeld van de opvattingen die we als mainstream of aanvaardbaar beschouwen, en kan op die manier ook het venster van Overton mee bepalen.
Mijn buurvrouw heeft sinds een week een zakje aan haar voordeur hangen. Ze stuurde een bericht rond dat er rode tape in zit. Wie wil, mag een stuk tape komen halen om over zijn gevel of raam een rode lijn te trekken, tegen de genocide in Gaza.
Ik twijfelde. Niet omdat ik de genocide in Gaza niet afschuwelijk vind, maar om dezelfde reden dat ik mijn badge met de Palestijnse vlag, die ik intussen bijna twee jaar geleden kocht, niet vaak opspeld. Ik vind het van mezelf soms wat performatief, het protest: ziehier, ik veroordeel de genocide, tenminste, als ik er niet te veel voor moet laten. Net als het zwarte vierkant na de moord op George Floyd of de witte vlaggen voor het zorgpersoneel tijdens de coronacrisis dreigt zo’n actie uiteindelijk weinig zoden aan de dijk te zetten, toch?
En toen zag ik op de gevels in mijn straat overal rode lijnen getrokken worden, soms ononderbroken langs wel vier of vijf huizen, over garageboxen en regentonnen. Performatief protest kan een legitiem verwijt zijn, maar het miskent tegelijk wat zulke zichtbare symbolen, hoe relatief makkelijk ze ook zijn, zeggen over de publieke opinie. De rode plakband zegt: de veroordeling van de genocide in Gaza is niet meer controversieel onder burgers. En dat is niet altijd zo geweest.
In de politieke theorie beschrijft men het gebied van aanvaardbare overtuigingen als het venster van Overton. Aan dat venster wordt continu getrokken, door media of politici, of door wat we op het nieuws zien. Wil je het venster van Overton verschuiven, is de theorie, dan moet je niet verkondigen wat al in de aanvaardbare zone zit, maar net iets wat erbuiten valt, alsof je onderhandelt op een markt door eerst een veel te lage prijs te noemen. Als Donald Trump bijvoorbeeld zegt dat hij van Gaza een luxeresort wil maken, dan vinden we dat absurd, maar door zo’n uitspraak lijken minder extreme overtuigingen, bijvoorbeeld dat Gazanen beter af zijn in hun buurlanden, plots niet meer zo extreem.
Er was een tijd dat wat er in Gaza gebeurt een genocide noemen ook zo’n extreme overtuiging was, die aan het venster van Overton trok. Doordat sommige publieke stemmen al vroeg over een genocide spraken, stond de deur open voor anderen om het toch ten minste over oorlogsmisdaden of disproportioneel geweld te hebben.
Intussen erkent driekwart van de Vlamingen de genocide in Gaza, gebruiken ook de mainstreammedia geregeld het woord, en duiken de rode lijnen tegen de genocide overal in het straatbeeld op. Het venster van Overton is verschoven.
Performatieve actie geeft een beeld van de opvattingen die we als mainstream of aanvaardbaar beschouwen, en kan op die manier ook het venster van Overton mee bepalen. Hoe meer mensen deze overtuiging uitdragen, hoe meer anderen het ook als een aanvaardbare of zelfs nastrevenswaardige overtuiging zullen zien.
En die publieke opinie blijft belangrijk, bijvoorbeeld om de honderden medewerkers van de VN te steunen die een brief hebben gestuurd naar hun oversten met de dringende eis om eindelijk de genocide in Gaza te erkennen.
Ik ben om de rode tape gegaan aan de deur van mijn buurvrouw, in de hoop dat een simpele lijn op een venster in grote getallen ook zichtbaar wordt op dat grotere venster.