In Gent pisten bierfietsers onlangs tegen de Sint-Baafskathedraal, en ook elders veroveren ze met groot lawaai de openbare weg. Onze reporter Stijn Tormans kijkt met grote ogen naar het fenomeen, maar wil ‘m niet verbieden.
Er lopen al genoeg zedenpredikers op deze planeet rond. En nog meer engerds die van alles en nog wat willen verbieden. Daar doet deze jongen niet aan mee. Toch moeten we het ‘ns over de bierfiets hebben. Het gebeurde in de week dat Tom Waes op televisie beloofde zich nooit meer lazarus te drinken. Buiten hoorde ik zat gebral. Ik strompelde naar het raam. Op straat reed de zoveelste bierfiets voorbij.
Voor mensen die hun residentie hebben op de planeet Pluto: een bierfiets is een voertuig met een tapinstallatie in het midden. Het ding wordt voortgestuwd door de fietsende deelnemers, die bijna altijd poepeloere zat zijn. En plezant dat dat is. Trappen, zuipen en lallen op de openbare weg: dat is de essentie van de bierfiets.
Grap
In mijn goede dagen vind ik het een grap. In mijn slechte vraag ik me af of God hiervoor de mensheid heeft uitgevonden.
En wie van zijn onderdanen op dit idee kwam. Twee Nederlandse broers dus, Henk en Zwier van Laar, handelaars in feestkarren. Ze wilden iets speciaals maken als reclamestunt voor een café. Daarna verspreidde hun uitvinding zich over Europa.
Trappen, zuipen en lallen op de openbare weg: dat is een beetje de essentie van de bierfiets.
Niet alle stadsbesturen zijn er even blij mee. In Amsterdam is het ding in sommige wijken zelfs verboden. ‘De overlast bedreigt de openbare orde,’ zei de vorige burgemeester wijlen Eberhard van der Laan.
En ook hier was er onlangs commotie in Gent, nadat enkele bierfietsers tegen de Sint-Baafskathedraal waren gaan pissen. De Gentse burgemeester Mathias De Clercq suste: het was allemaal zo erg niet, we moesten niet met een bazooka op een wesp schieten.
Alcohol
Helemaal ongelijk had hij niet. Voor de goede orde: ik hoor niet bij die lui die vinden dat alcohol alleen maar negatieve kanten heeft. Een dronken café kan mooi zijn – het leven is al kort genoeg. Ook nachtlawaai stoort me niet. Zat gebral is een van de klanken van de stad. Wie er niet tegen kan, moet maar in een verkaveling gaan wonen.
Ik hou van fietsen, en ook van muzikale fietsen. Er zijn geweldige orkesten die er faam mee maakten: de Fietsende Fanfare KVC De Zwaluw uit Eernegem bijvoorbeeld kan niet genoeg bejubeld worden.
Maar over de combinatie fiets + muziek + drank + openbare weg ben ik toch minder enthousiast.
Voor alle duidelijkheid, en voor producenten van bierfietsen woest in hun pen kruipen: ik weet dat de bestuurder van een bierfiets een gelofte van nuchterheid moet afleggen. En dat je een professionele BOB kan inhuren om dat ding te besturen. Er gebeuren ook nauwelijks ongevallen mee – dat is het probleem niet.
Het gaat om de symboliek, vrienden. De bierfiets is een opgestoken middelvinger naar iedereen die ooit iemand verloor in het verkeer.
Maar alla, ik gun de bierfietsen graag hun eigen circuit. In een bos of zo, ver weg van de wereld. Daar mogen ze alle bomen van de wereld gaan bewateren.
Brief aan Sophie Dutordoir: ‘Je moet vandaag al een hartaanval veinzen om nog tot aan het treinloket te raken’