Op 17 mei vindt in Brussel de jaarlijkse Pride plaats voor de rechten en vrijheden van de lgbtq+-gemeenschap. Die blijven kwetsbaar, zegt Pride-coördinator Frank Schellings. ‘We mogen niet denken dat we klaar zijn met vechten.’
In de Kolenmarkt, een gezellige straat vlakbij de Grote Markt, wapperen de regenboogvlaggen al aan de gevels. Dit is het kleurrijke hart van de lgbtq+-gemeenschap in Brussel, waar op zaterdag 17 mei tienduizenden deelnemers verwacht worden voor de Pride. Frank Schellings leidt het festival mee in goede banen. Hij is ook bestuurslid van het RainbowHouse, een koepelorganisatie die een stem geeft aan zo’n 70 verenigingen die zich inzetten voor de lgbtq+-gemeenschap in Brussel.
België staat tweede op de Rainbow Index, die Europese landen jaarlijks rangschikt op hun inzet voor lgbtq+-rechten op basis van wetgeving en beleid. Hebben we de Pride hier dan nog nodig?
Schellings: Jazeker. De rechten van de lgbtq+-gemeenschap staan wereldwijd en lokaal onder druk. In Hongarije verbiedt premier Viktor Orbán de Pride, en in de VS probeert president Donald Trump de lgbtq+-rechten in zijn land terug te draaien. En de nieuwe paus Leo XIV heeft in het verleden negatieve uitspraken gedaan over onze gemeenschap. Ook dichter bij huis zien we zorgwekkende cijfers. In april verscheen een studie waaruit blijkt dat homofobie onder Vlaamse jongeren toeneemt.
Er worden ook meer meldingen gemaakt van geweld.
Schellings: De meldingen voor gaybashing worden nog maar een paar jaar geteld, maar we zien inderdaad een stijging. Dat is op zich goed nieuws. Slachtoffers weten het RainbowHouse beter te vinden. Wij bieden een luisterend oor en helpen hen om klacht in te dienen bij de politie. Ook de politie doet een inspanning. Ze schakelt de organisatie RainbowCops in om haar personeel op te leiden over hoe het kan omgaan met de lgbtq+-gemeenschap en geweld ertegen. Al zijn er zeker ook extra middelen nodig.
Draagt de Pride concreet bij aan acceptatie en veiligheid?
Schellings: De Pride zet de lgbtq+-gemeenschap in de kijker. Niemand wordt homo- of transfoob geboren, vooroordelen ontstaan uit onwetendheid. Voor veel mensen vormt de Pride de eerste echte aanraking met onze gemeenschap. Als ze zien hoe warm en divers de gemeenschap is, brokkelen stereotypen af.
Op de Pride zie je niet méér bloot dan in een openbaar zwembad, waar ook kinderen zijn toegelaten. Zolang er geen naakt is, zie ik geen probleem.
Tijdens de Pride worden ook extra veiligheidsmaatregelen voorzien. Er zijn safezones waar getrainde medewerkers klaarstaan om mensen te ondersteunen die zich onveilig voelen of die door het evenement emotioneel geraakt worden.
De Pride heet een feest te zijn, maar ook een protest. Is het dat nog wel? Sommige critici vinden dat het vooral een kleurrijk, seksueel getint festival is geworden. Schaars geklede deelnemers zouden het ongeschikt maken voor kinderen en de publieke ruimte.
Schellings: Het feest is deel van het protest. Het is een dag waarop mensen die het hele jaar vechten voor hun rechten, mogen vieren dat ze bestaan. Dat is krachtig. Daarnaast moet je alles in perspectief bekijken. De meeste deelnemers dragen gewoon een T-shirt. Op de Pride zie je niet méér bloot dan in een openbaar zwembad, waar ook kinderen zijn toegelaten. Zolang er geen naakt is, zie ik geen probleem.
Doen jullie als koepelorganisatie meer dan de Pride om lgbtq+-rechten te versterken?
Schellings: We pleiten er bijvoorbeeld voor dat informatie over lgbtq+ wordt opgenomen in het lessenpakket. We vertegenwoordigen sekswerkers, queer vluchtelingen, en andere groepen die vaak onzichtbaar blijven. En we blijven in dialoog gaan met beleidsmakers. Ook als politici het niet met ons eens zijn.
Brussel is de Europese hoofdstad. Geeft dat deze Pride een extra verantwoordelijkheid?
Schellings: Brussel moet een spreekbuis vormen voor gemeenschappen die in andere Europese lidstaten het zwijgen worden opgelegd. Dit jaar geven we de Pride-organisatoren uit de Hongaarse hoofdstad Boedapest, die zelf geen optocht mogen organiseren, een podium. Met zulke samenwerkingen tonen we solidariteit en worden we sterker als gemeenschap.
Brussel moet een spreekbuis vormen voor gemeenschappen die in andere Europese lidstaten het zwijgen worden opgelegd, zoals in Hongarije.
Zal de Pride ooit niet meer noodzakelijk zijn?
Schellings: Ik hoop het, maar zover zijn we nog niet. Er zijn overwinningen, zoals het opheffen van de laatste lgbtq+-vrije zone in Polen en de erkenning van de Brussels Pride als immaterieel erfgoed. Maar onze rechten blijven kwetsbaar, en er zijn nog uitdagingen. In Belgische opvangcentra worden lgbtq+-vluchtelingen nog steeds gediscrimineerd. Dat moeten we blijven aankaarten.