Luk Perceval sluit zijn theatertrilogie over België af met ‘Red’: ‘Ik ga door tot ik omval, zoals Molière’

LUK PERCEVAL: 'Sterven in het harnas lijkt me wel wat.' © KAROLY EFFENBERGER
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

In Red, het derde deel van The Sorrows of Belgium, zoomt Luk Perceval in op de aanslagen in Zaventem. Na de invasie van Rusland in Oekraïne paste Perceval de tekst nog aan. ‘Mijn vrouw is half Russisch, half Oekraïens. De oorlog schuift bij ons mee aan tafel.’

Terwijl je bezwerende livemuziek hoort, zie je op videoschermen beelden van de vertrekhal in Zaventem kort na de explosie van de bommen. En dan, na een beklemmende stilte, vertelt de vader van een van de terroristen waarom het allemaal zo is misgelopen. Het is een van de laatste scènes van Red, na Black en Yellow het derde luik van Luk Percevals The Sorrows of Belgium, dat deze week in première gaat in NTGENT. ‘Ik ben vooral moe’, lacht de regisseur na afloop van de repetitie. ‘Er lopen acht producties van mij tegelijkertijd. Ik kom net uit Oslo. Na de première van Red in Gent, reis ik naar Berlijn. Dan heb ik nog een opera die hernomen wordt en het seizoen eindigt in het Poolse Poznan, met de eerste volledige marathonuitvoering van deze trilogie. U spreekt met een moe, doch gelukkig man.’

Wat is de rode draad van het drieluik?

Luk Perceval: Je zou kunnen zeggen dat dit politiek theater is. Ieder deel heeft een thema – Congo in Black, de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog in Yellow en de terroristische aanslagen in Red – dat vrij controversieel is. Zo weten we in dit land nog altijd niet of we ons moeten excuseren voor de gruweldaden van Leopold II in Congo. Nog altijd vragen velen in Vlaanderen zich af wat ze van de collaboratie moeten denken, en eigenlijk geldt dat ook voor de terroristische aanslagen in Brussel zes jaar geleden.

We beschuldigen te snel de anderen, zoals de politici. Zij moeten het oplossen voor ons, maar zo functioneert het niet. We moeten ook zelf in actie komen.

Het gaat telkens over historische gebeurtenissen die nog niet verwerkt zijn?

Perceval: Terwijl ik aan deze voorstelling werkte, moest ik vaak denken aan de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika. Daarin getuigden slachtoffers van het apartheidsregime over de wandaden van de blanken. Alleen al het feit dat ze gehoord en erkend werden in hun lijden heeft een aanvaardingsproces op gang gebracht. Dat is bij ons helaas nooit gebeurd. Het helpt ook niet dat we in een ontzettend gepolariseerde wereld leven en de neiging hebben om over alles zwart-wit te denken: dé terrorist tegenover wij, dé slachtoffers. Die relatie is natuurlijk veel complexer.

In Red lijkt het alsof iedereen dader én slachtoffer is.

Perceval: Dat is de kern van de voorstelling. Elke mens wordt onschuldig of maagdelijk geboren, en afhankelijk van wat op je levenspad komt, zal blijken welke pijn of welk verlies je moet wreken. Vlak na de aanslag op de concertzaal Bataclan in Parijs in 2015 moest ik naar Antwerpen voor een huldiging in het conservatorium. Een journalist vroeg me wat er moest gebeuren met de daders. Ik antwoordde: het helpt de mensheid geen millimeter vooruit als we de daders tegen een muur zetten en afknallen. Met haat en wraak komen we nergens. We moeten andere wegen zoeken en ons afvragen wat onze verantwoordelijkheid is. Ik hoor mijn goede vriend Tom Lanoye toen nog zeggen: ‘Luk is niet goed bij zijn hoofd.’ Ach, misschien was dat een begrijpelijke reactie van hem, want iedereen was na die aanslag in shock.

Heeft deze trilogie nog enig verband met Het verdriet van België van Hugo Claus?

Perceval: Het vertrekpunt was om Hugo Claus en zijn meesterwerk te eren, maar Claus beschreef het Vlaanderen van zijn tijd: katholiek en bekrompen. Ondertussen is dat Vlaanderen fel veranderd. Deze trilogie is een poging om Het verdriet van België te herschrijven naar de tegenwoordige tijd.

Het laatste deel gaat over de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016. Tijdens het repetitieproces zijn die naar de achtergrond geschoven en is de voorstelling meer een studie over geweld en terreur in het algemeen geworden. Waarom?

Perceval: Theater en kunst zijn niet interessant als ze enkel feiten rapporteren. Daarvoor dient de journalistiek. Onze taak is te achterhalen waarom iets is gebeurd. Hoe is het zover kunnen komen? Waarom hebben in Brussel zo veel jongeren zich gemeld om te gaan vechten voor de IS in Syrië? We dachten toch dat we hier alles redelijk goed geregeld hadden? Niet dus.

Veel van die jongeren voelden zich in onze samenleving vernederd en aan hun lot overgelaten.

Perceval: Die vernedering komt ook terug in de andere delen van de trilogie. De vernedering van de Vlamingen tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft ertoe geleid dat sommige zijn gaan dromen van een groot en sterk Vlaanderen dat zou opgaan in het Derde Rijk. Mijn moeder, die ondertussen negentig is, werd als jong meisje gestraft en vernederd als ze Nederlands sprak. De Congolezen zijn vernederd door de witte bezetters enzovoorts. In elk mens zit een diepgeworteld streven naar vrijheid, en als die vrijheid bedreigd wordt, komt een dierlijk instinct naar boven. Dat zie je ook als er oorlog uitbreekt. Het eerste argument waarmee de leiders burgers onder de wapens roepen is het dreigement dat de ‘andere’ onze vrijheid, ons huis en ons gezin zal afpakken. Dan is iedereen bereid om te moorden. Ik ben zelf ook al eens geconfronteerd met ‘de terrorist in mij’, toen ik met mijn zoontjes van acht en tien in een dringende en duwende massa voetbalfans terechtkwam. Ik was bang dat ze vertrappeld zouden worden. Op zo’n moment kookt de adrenaline in je lijf en ben je bereid om over lijken te gaan om je kinderen te redden. Ik schrok enorm van mezelf.

Hebt u als theaterregisseur een antwoord op dat geweld?

Perceval: Wat we kunnen doen, is mensen aan het denken zetten en zich laten afvragen wat hun eigen verantwoordelijkheid is. Dat gebeurt te weinig, we beschuldigen te snel de anderen, zoals de politici. Zij moeten het maar oplossen voor ons, maar zo functioneert het niet. We moeten ook zelf in actie komen. Theater kan daarbij helpen. Het kan appelleren aan onze persoonlijke verantwoordelijkheid.

e hebben dat veranderd in: ‘Kiev, Kiev, Kiev’. De voorstelling wordt uitbundig gevierd in Warschau en de zaal staat in rep en roer wanneer die kernzin wordt uitgesproken. Het haalde zelfs de internationale media.

LUK PERCEVAL: 'Ik ga door tot ik omval, zoals Molière. Sterven in het harnas lijkt me wel wat.'
LUK PERCEVAL: ‘Ik ga door tot ik omval, zoals Molière. Sterven in het harnas lijkt me wel wat.’© KAROLY EFFENBERGER

Dit stuk is heel actueel geworden door de Russische invasie in Oekraïne.

Perceval: Daarom heb ik de tekst aangepast. Mijn vrouw, Maria Shulga, speelt mee in dit stuk. Zij is half Oekraïens en half Russisch. Vier familieleden van haar zijn naar Antwerpen gevlucht en wonen nu in ons huis. Dat is een heftige ervaring. Plots zit de oorlog mee aan tafel. Die twee vrouwen en twee kinderen zijn getraumatiseerd en durven niet buiten te komen.

Hoe hebt u de tekst aangepast?

Perceval: Masha, het personage van mijn vrouw, vertelt hoe het nu is om geboren te worden in Sint-Petersburg, hoe haar broer van twintig bang is opgeroepen te worden als soldaat, hoe haar vader in een depressie sukkelt wanneer hij ziet wat zijn landgenoten aanrichten in Oekraïne, hoe haar schoonmoeder roept dat dat allemaal leugens zijn die het Westen verspreidt over het Russische leger enzovoorts. Ik vond het mooi om een anachronistische noot in het stuk te hebben, iets wat ons verbindt met wat er nu aan de hand is. Het gaat over zinloos geweld, wraak en terreur, maar ook over onmacht.

Veel Vlamingen zijn enorm geschrokken van de gruweldaden van het Russische leger en de beelden van de achtergelaten lijken in de straten van Boetsja.

Perceval: Terwijl hetzelfde al jaren gebeurt op zo veel andere plaatsen in de wereld. Wat de Russen nu aanrichten in Marioepol, hebben ze eerder al gedaan in Syrië. Verbaasd of verrast mogen we dus niet zijn. Maar ik kan begrijpen dat onze geest zich af en toe afsluit voor de tsunami aan gruwelijke beelden in de media. Dat is een natuurlijke reflex. We mogen evenwel niet vergeten dat ook onze geschiedenis gekleurd is met bloed en dat we kritisch moeten blijven en niet alles voor waar mogen aannemen. Kijk naar de berichtgeving over Oekraïne. De media weten soms zelf niet meer wat waar is en wat geënsceneerd is. Zo complex is het geworden. Daarom zegt Masha ook in het stuk: ‘Ik vlieg ernaartoe. Ik ga kijken. Ik wil met eigen ogen zien wat er daar gebeurt.’

U hebt een paar keer in Rusland gewerkt. Zijn de Russen ook vernederd?

Perceval: Er heerst onder Russen een grote neerslachtigheid. Dat valt me altijd op wanneer ik er ben. Ik word er zelf triest van. Mijn vertaalster is altijd heel voorzichtig in haar uitspraken over de politiek. ‘We hebben al zo veel bloedvergieten meegemaakt, we zijn al zo vaak vernederd’, verdedigt ze zich dan. De mensen voelen zich machteloos. Ze hebben geen tsaren meer, maar wel Vladimir Poetin en zijn leger oligarchen. Zoek de verschillen.

Ondertussen speelt uw bewerking van Drie zussen van Anton Tsjechov in Warschau: een Russisch stuk in het buurland van Oekraïne. Bij ons vinden sommigen het al not done om Tsjaikovski te spelen op Klara.

Perceval: Ook in Polen wilde niemand nog weten van Russische cultuur, ook al heeft Tsjechov eigenlijk Oekraïense roots. Na de invasie werd ik gebeld door de acteurs: ‘Wat moeten we doen? Stoppen of doorgaan?’ Ik gaf hen de raad om door te gaan. ‘Als je stopt, wint Poetin. Want dan neemt hij je creativiteit en je onafhankelijkheid af.’ We hebben dan beslist om de tekst aan te passen. Dé cruciale zin in dat stuk is: ‘Moskou, Moskou, Moskou’, omdat de zussen altijd maar terug willen naar Moskou, waar ze hun jeugd hebben verloren. W

Na bijna twintig jaar werken in het buitenland bent u nu teruggekeerd naar België. Is er veel veranderd?

Perceval: Ik werk nog altijd vaak als freelancer in het buitenland, maar ik woon weer in Antwerpen. Ik besliste om terug te keren omdat ik merkte dat ik mijn taal aan het verleren was. Mijn roots liggen niet in Hamburg en Berlijn, maar hier. In Duitsland heb ik collega’s. Die kunnen goede vrienden worden, maar het zijn niet de gasten met wie je op school zat of ging shotten. Die miste ik op den duur. Antwerpen is leefbaarder geworden. Toen ik vertrok, was de helft van de woningen in mijn straat aan het verkrotten. Nu zijn ze bijna allemaal opgeknapt. Er zijn nu zelfs fietspaden in de stad, stel je voor! En er is aandacht voor mooie architectuur. Maar dat heeft ook zijn nadelen.

Zoals?

Perceval: De kernstad wordt meer en meer een plaats voor de nouveau riches. Wie anders kan zich daar nog een woning veroorloven? Zo duwen ze de armoede de stad uit.

Het Toneelhuis heeft nu geen vaste acteurs meer, maar wel drie directeurs. Is dat vooruitgang? Ik denk het niet, want er is minder creativiteit en meer controle.

Waarom bent u destijds eigenlijk vertrokken?

Perceval: Ik ben twintig jaar geleden min of meer gevlucht uit Antwerpen, mede onder invloed van het agressieve gestook van het Vlaams Belang tegen de culturele sector. Toen heb ik beslist om geen tijd meer te steken in dat soort achterhoedegevechten. Ik heb de indruk dat de hetze nu minder is. Ondertussen is de N-VA wel machtig geworden en reiken haar tentakels steeds verder. Dat merk ik ook in Het Toneelhuis in Antwerpen, dat ik destijds mee heb opgericht. Toen waren er drie onafhankelijke bestuurders. Die zijn inmiddels allemaal vervangen door N-VA’ers. Ze hebben nu een huis zonder vaste acteurs, maar wel met drie directeurs. Is dat vooruitgang? Ik denk het niet, want er is minder creativiteit en meer controle. Dat is een gevaarlijke evolutie. We spreken over Hongarije en Polen, terwijl hetzelfde gebeurt onder onze ogen.

Volgende maand wordt u 65 jaar.

Perceval: (lacht) Ik stond er nooit bij stil, tot ik op een dag een brief van de overheid kreeg waarin werd aangekondigd dat ik vanaf 1 juni 2022 maandelijks 1200 euro pensioen zou ontvangen. Ik schrok er eerst van. Is het al zover? Waar zijn al die jaren gebleven? Natuurlijk ga ik niet stoppen, maar het heeft me wel aan het denken gezet. Kan ik dit tempo, met zo veel producties per jaar, nog wel aan? Wordt dat niet contraproductief? Daarom heb ik een paar producties afgezegd, maar ik ga zeker door, ook omdat ik oprecht meen dat ik nooit beter werk heb afgeleverd dan nu.

Hoe komt dat?

Perceval: Ik twijfel meer en, heel belangrijk, ik deel die twijfels ook met mijn omgeving en acteurs. Dat durfde ik vroeger minder. Dertig jaar geleden had ik vastgelegde concepten om risico’s te vermijden. Ondertussen zeg ik: hoe meer risico’s, hoe meer vreugde. Dat komt natuurlijk door de ervaring die je in al die jaren hebt opgebouwd, en je probeert de lat steeds hoger te leggen. Met het ouder worden word je niet alleen kritischer maar ook ongeduldiger. Het moet nu wel gaan gebeuren.

Hoe kijkt u terug op uw carrière?

Perceval: Ik heb veel geluk gehad. Ik was assistent van Dora van der Groen op het conservatorium in Antwerpen en gaf als acteur les aan aankomende acteurs. Eigenlijk was ik niet graag acteur. Ik hou niet van die afhankelijkheid, onder meer van de regisseur. Vindt hij of zij me wel goed genoeg? Waarom krijg ik niet de rol die ik wil? Op een dag haakte de regisseur van het afstudeerproject voor de derdejaarsstudenten plots af en werd mij gevraagd om voor hem in te springen. Zo ben ik stoemelings regisseur geworden. Ik heb het regisseren geleerd met de bluts en de buil, want ik heb daar geen enkele opleiding voor gevolgd. Ik werk veel vanuit mijn intuïtie en had het geluk dat een aantal producties onmiddellijk succes hadden. Dat zorgde er dan weer voor dat er voldoende financiële middelen waren om andere stukken aan te pakken.

Zoals het zeer succesvolle Ten Oorlog?

Perceval: Maar ook Wilde Lea, De Meeuw, De Vader, Strange Interlude enzovoorts. Die producties kregen prijzen en we werden uitgenodigd voor buitenlandse festivals. Ten Oorlog is ondertussen een beetje een mythe geworden, maar het heeft me ook fysiek en mentaal bijna ten gronde gericht.

Koos u daarom voor een internationale carrière?

Perceval: Dat een Belgisch regisseur in het buitenland wordt gevraagd, is nu bijna vanzelfsprekend, maar toen was ik een van de eersten. Ik had die ambitie al als student aan het conservatorium. Ik was een grote fan van het Duitse theater en bewonderde regisseurs als Peter Zadek, Tadeusz Kantor en Peter Brook. Zij maakten een soort theater dat hier niet bestond. Hier werd vooral het werk van La Comédie-Française en The National Theatre uit Londen gekopieerd. Het Duitse theater werkte met grote ensembles van dertig tot vijftig acteurs. Ik heb er altijd van gedroomd om met zo’n instrument te mogen werken. Dat heeft toch een andere kracht, zeker als die machine goed draait en je de chaos kunt omzetten in een poëtische verbeelding.

Hoe lang gaat u nog door?

Perceval: Tot ik omval, zoals Molière. Sterven in het harnas lijkt me wel wat. Ik voel me echt niet oud. Ik heb wel angst voor de oncontroleerbaarheid van het oud worden, bijvoorbeeld door dementie of kanker. Mijn vader is daaraan gestorven. Die botsing met de wreedheid van de natuur, daar ben ik bang voor, maar ik lig er niet wakker van. Ondertussen wil ik nog genieten van mijn oude motorboot waarmee ik geregeld naar Oslo vaar vanuit Lübeck. Dan woon ik daar ook op mijn boot. Hoe ouder ik word, hoe meer ik bezig ben met oude dingen zoals die boot, mijn oude Vespa en mijn oude huis. Ze houden me jong.

Red, van 27 april tot 7 mei in NTGent. Daarna volgt een uitgebreide tournee in België en het buitenland. In juni wordt de trilogie volledig gespeeld in Poznan (Polen), in november bij NTGent.

Luk Perceval

– 1957: geboren in Lommel

– 1979: studeert af als acteur aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen

– 1980 – 1985: acteur bij de KNS in Antwerpen

– 1984: richt samen met Guy Joosten de Blauwe Maandag Compagnie (BMC) op

– 1998: sticht Het Toneelhuis, een fusie tussen de BMC en de Antwerpse KNS

– 2005: wordt huisregisseur van de Schaubühne am Leniner Platz Berlin

– won verschillende nationale en internationale prijzen voor zijn werk als acteur én regisseur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content