Moeten kinderen met autisme naar het gewoon onderwijs? Stel uw vraag aan Wim Van den Broeck

© iStock

Hebt u een originele en relevante vraag voor professor Wim Van den Broeck (VUB)? Stel ze hier en maak kans op een boekenbon.

Mail uw naam, adres en vraag voor Wim Van den Broeck naar mijnvraag@knack.be. De geselecteerde vragen verschijnen in Knack (met vermelding van uw naam en gemeente). De vraag van de week wordt beloond met een bon van Standaard Boekhandel ter waarde van 20 euro.

Voor het eerst sinds het M-decreet in 2015 werd ingevoerd is het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs gestegen. Het M-decreet wil het onderwijs inclusiever maken en kinderen met een beperking zoveel mogelijk naar het gewoon onderwijs leiden. Toch zitten er dit schooljaar bijna 48.0000 scholieren in het buitengewoon onderwijs, een stijging van 1,6 procent in vergelijking met vorig schooljaar. Betekent dat dat het M-decreet gefaald heeft? Of is dit gewoon een tijdelijke tegenvaller?

De stijging zit vooral bij normaal begaafde kinderen met een autismespectrumstoornis, de zogenaamde type9-kinderen. Hun aantal steeg dit jaar tot bijna 10.000, dertig procent meer dan vorig jaar. In de krant De Standaard getuigde Stefan Grielens, directeur van het Vrij CLB-netwerk, dat steeds meer kinderen met autisme gediagnosticeerd worden, soms om de deur naar het buitengewoon onderwijs te openen. Klopt dat? Worden steeds meer kinderen met autisme gediagnosticeerd, en waarom? Is er ook bij andere leerstoornissen een stijging te merken? Waarom willen ouders hun kind eigenlijk naar het buitengewoon onderwijs sturen? Worden kinderen in het gewoon onderwijs niet beter voorbereid om in de maatschappij te functioneren? Of is de zorg in het buitengewoon onderwijs toch beter?

Komen leerlingen met een beperking in het algemeen nog te vaak in het buitengewoon onderwijs terecht? Zouden zij in het gewoon onderwijs meer leervorderingen boeken dan in het buitengewoon onderwijs? Maar wat kan de overheid daaraan doen als dat klopt? En bestaat daar enig draagvlak voor, want de N-VA, de grootste Vlaamse partij, is een erg koele minnaar van het M-decreet.

Bij veel scholen en leerkrachten is de onvrede al lang groot. Ze klagen dat het M-decreet een besparingsmaatregel is en dat ze onvoldoende middelen hebben om leerlingen met een beperking te begeleiden. Is dat terecht of moeten onze scholen inventiever zijn? Moet onze overheid meer investeren in begeleiding? Moeten leerkrachten beter opgeleid worden om met kinderen met een zorgnood om te gaan? En wat met kinderen zonder beperking, dreigen die daardoor slechter onderwijs te krijgen?

Professor Wim Van den Broeck doceert aan de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen van de VUB. Hij is gespecialiseerd in leerstoornissen, ontwikkelingspsychologie en het M-decreet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content