‘Leve de regenboogvlag’

Ludo Abicht van Vlinks staat stil bij het ontstaan van de regenboogvlag. ‘De vlag symboliseert de verscheidenheid in seksuele voorkeuren in onze samenleving en zou daarom ook terecht de vlag van de Verenigde Naties kunnen worden.’

In 1978 ontwierp de Californische kunstenaar Gilbert Baker de regenboogvlag ter gelegenheid van de grote Gay Freedom Day-parade. Deze vlag werd het symbool van de strijd voor de rechten van de homoseksuelen en de verschillende LGTBQ gemeenschappen in de Verenigde Staten en intussen over de hele wereld. Indien men me toen gezegd had dat die vlag ook aan de gevels van de stad- en gemeentehuizen in Vlaanderen, op de ambtswoning van de premier en aan heel wat gevels van gewone huizen zou hangen, zou ik dat niet geloofd hebben. De vlag symboliseert de verscheidenheid in seksuele voorkeuren in onze samenleving en zou daarom ook terecht de vlag van de Verenigde Naties kunnen worden.

Wat ik pas later ontdekt heb is dat er in Stolberg, in de stadsregio Aken, reeds in 1955 een monument met de regenboogvlag opgericht werd. Zouden de burgers van Noordrijn-Westfalen de progressieve inwoners van San Francisco en omstreken in ruimdenkendheid en tolerantie geklopt hebben? Ja en nee.

Ja, want het gaat inderdaad om een regenboogvlag die de eenheid van alle opstandige boeren in de zestiende eeuw moest uitbeelden. En nee, het was (nog) geen symbool van de LGBTQ beweging. Dat zou historisch een beetje vroeg geweest zijn.

Het is het standbeeld van de opstandige boerenleider Thomas Müntzer (1488 – 1525) die ontgoocheld was over de weigering van Martin Luther, zijn religieuze rebellie tegen de katholieke kerk tot een revolutie voor de politieke en sociale rechten van de onvrije en uitgebuite boeren uit te breiden. Veel gewone mensen hadden tevergeefs gedacht dat Luther hun rechtmatig verzet tegen hun onmenselijk statuut zou steunen, maar zoals we weten stond Luther carrément aan de kant van de “adel van de Duitse natie”, zolang ze maar het gezag van Rome verworpen hadden. Müntzer, die een heel andere interpretatie van het evangelie verdedigde, zou zijn bevrijdingsstrijd zonder en tegen Luther moeten voeren. In 1525 werden de boeren in Noord- en ook Zuid-Duitsland bloedig verslagen en werd Thomas Müntzer als gevaarlijk sujet ter dood veroordeeld en onthoofd.

In de zeventiende eeuw werd de fakkel van het verzet tegen de willekeur van de adel opnieuw opgenomen, deze keer door de Engelse “Diggers” en “Levellers“, die op basis van dezelfde evangelische teksten weigerden hun land aan de adel en de kroon af te geven en, net als hun Duitse voorgangers, met geweld werden verslagen en uitgeschakeld. In beide gevallen droomden de leiders van een nieuwe maatschappij, waarin de mensen elkaar als kinderen van dezelfde God en dus als broeders en zusters en vooral als gelijken zouden erkennen en behandelen.

En in de jaren zestig noemden de eerste hippies in Californië zich bewust “Diggers” en “Levellers“, mensen van de contracultuur die de volgens hen oneerlijke en op uitbuiting gegronde consumptiemaatschappij verwierpen en bovendien opkwamen voor de rechten van alle gediscrimineerde minderheden, van Zwarten en Mexicaanse arbeidsmigranten tot Viëtnamezen, vrouwen en “gays“.

De regenboogvlag van Gilbert Baker drukte de gelijkwaardigheid en samenwerking van al deze minderheden uit. Het is onwaarschijnlijk dat ze daarin rechtstreeks geïnspireerd waren door het voorbeeld van de grotendeels vergeten Thomas Müntzer, maar de gelijkenissen zijn opvallend. Müntzer streed voor de eenheid van alle ware christenen en maakte daarbij geen onderscheid tussen de verschillende, elkaar bestrijdende religieuze fracties. Iedereen was welkom, of het nu ging om lutheranen, wederdopers, kritische katholieken of calvinisten. Iedereen kon zijn kleur aan de regenboogvlag toevoegen.

Misschien kunnen we de beroering rond de gruwelijke moord in Beveren gebruiken om te pleiten voor een nieuwe samenwerking tussen vrouwen en mannen, hetero’s en gays, vergelijkbaar met de “Regenboognatie” in het nieuwe Zuid-Afrika waar men, in de geest van de Ubuntu-filosofie, weet dat we onszelf niet kunnen kennen zonder de anderen te kennen en onszelf niet kunnen ontwikkelen zonder de ontwikkeling van die anderen.

Ik ken geen ander symbool dat zo duidelijk de eenheid weerspiegelt tussen Duitse boeren uit de zestiende eeuw, landloze Engelsen uit de zeventiende eeuw, Amerikaanse hippies uit de jaren 1960 -70, Zuid-Afrikanen uit het tijdperk na de apartheid en consequente democraten in onze eigen gemeenschap vandaag.

Ludo Abicht is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content