Jan Vanderhoeven

‘Laten we hopen dat het “ecorealisme” van N-VA geen “ecopopulisme” wordt’

Jan Vanderhoeven Voorzitter van CD&V Gooik en Nationaal Bureaulid Jong CD&V

‘Misschien ligt de ideologische overtuiging of het breed intellectueel debat aan de basis van de politieke koers van N-VA. Maar misschien heeft de partij andere motieven, zoals het buikgevoel van kiezers.’ Aldus Jan Vanderhoeven, Nationaal Bureaulid JONGCD&V.

N-VA kwam de afgelopen dagen volledig uit de kast als een ecorealistische partij. Sceptici beweren dat N-VA zich zo op dezelfde lijn zet als de ecomodernisten die de rol van de mens in de klimaatopwarming, en dus de klimaatwetenschap minimaliseren. De partij doet dat naar eigen zeggen omdat zij het gevoel heeft dat mensen die vragen stellen bij de aanpak van de klimaatverandering meteen gebrandmerkt worden als echte klimaatontkenners. De partij wil het maatschappelijk debat voeren over de politieke beleidskeuzes die gemaakt moeten worden.

Laten we hopen dat het ‘ecorealisme’ van N-VA geen ‘ecopopulisme’ wordt.

Een nobele doelstelling. Maar een blik op het parcours dat N-VA de afgelopen jaren gereden heeft, leert ons dat die intellectuele verbreding van het politieke debat die de partij predikt, vaak uitdraait op een schrikbarende verenging ervan.

Het begon toen de partij de weg van het eurorealisme insloeg. Na het jarenlange consensusdenken dat er heerste over het volgen van een pad richting méér Europa, was het een zeer legitieme keuze om een ideologisch debat te starten over de richting die de Europese Unie uit moest en de rol die de lidstaten daarin moeten hebben.

Maar al snel mondde dat debat uit in dooddoeners of simplismen die de waarheid geweld aandoen. ‘Europa is uit op uw centen’ was de titel van een persbericht van Sander Loones, partijvoorzitter Bart De Wever sprak in De Tijd over het instorten van de Europese Unie ‘wanneer gewone mensen er genoeg van hebben en de spanning met de abstracte Brusselse reguleringen te groot wordt’ en over het ontstaan van een ‘nieuwe elite van bureaucraten’. Het beeld van een aanslag op uw portefeuille of van een bende graaiers zonder realiteitsbesef is niet toevallig gekozen. Kwatongen zouden dergelijke uitspraken populistische riedels noemen. Zo evolueerde de partij op enkele jaren tijd van een uitgesproken pro-Europese partij tot een partij die er dezelfde standpunten op nahoudt als de meest conservatieve stemmen in het Europees parlement. De partij communiceerde ook zelf over die verschuiving door een artikel over te nemen van De Standaard. Of die verschuiving plaatsvond om ideologische of electorale redenen, dat laat ik voorlopig in het midden.

Met het migratiedebat ging het niet anders. Waar N-VA zich vroeger nog openlijk durfde te uiten als voorstander van een positief migratiebeleid, zelfs tegen opiniepeilingen in, verdwenen uitspraken als die van Theo Francken uit 2015 (‘Immigratie is namelijk iets positief , een aanwinst voor het land. Een land zonder migratie is rampzalig.’) nog sneller dan onze ijskappen. Een strenger asielbeleid of een wat dwingender terugkeerbeleid zijn uiteraard legitieme politieke keuzes die in de maatschappelijke arena besproken kunnen worden. Maar onder impuls van N-VA werd het debat opnieuw al te vaak verengd tot simplismen van bedenkelijk allooi. Gaande van het ‘opkuisen’ van het Maximiliaanpark, de bewering dat asielzoekers onze sociale zekerheid bedreigen tot het zogenaamd ‘afpakken’ van onze kerstmarkt of het lanceren van een wansmakelijk campagne over het VN-migratiepact. Gelukkig tonen factcheckers aan dat dergelijke uitspraken nog verder van de waarheid verwijderd zijn dan de Vlaamse Regering verwijderd is van het bereiken van onze klimaatdoelstellingen. Maar de uitspraken zijn in ieder geval bezwaarlijk een aanwinst voor het intellectueel debat te noemen.

Zo zal het hopelijk niet verlopen met het klimaatdebat. Een diepgaand maatschappelijk debat over kernenergie waarin – toegegeven – de argumenten in het verleden soms wat emotioneel waren? Graag. De economische factor in het klimaatdebat brengen? Graag, zolang een discussie over betaalbaarheid niet verglijdt in dooddoeners over onze eigen portemonnee.

Maar het ergste valt te vrezen na de laconieke reactie van Bart De Wever op de verschillende klimaatmarsen. De simplismen vlogen, ook in een opiniestuk dat bij De Morgen verscheen, in het rond als ware het roetdeeltjes van een twintig jaar oude dieselauto.

Wat duidelijk is, is dat de manier waarop de partij haar politieke lijn eerder aan de man bracht, finaal vaak geen meerwaarde tot het publieke debat bleek te zijn.

Weg feiten en wetenschappelijke kennis. Nochtans zijn de vele wetenschappelijke klimaatrapporten onweerlegbaar. Weg breed inhoudelijk debat. Nochtans zegt niemand in het debat dat we niet meer op citytrip mogen gaan. Wat er wel gezegd wordt, is dat het misschien niet normaal is dat we voor tien euro naar de andere kant van Europa kunnen vliegen, en dat er misschien een element van responsabilisering in de aankoopprijs van een vliegticket moet zitten.

Misschien ligt de ideologische overtuiging of het breed intellectueel debat aan de basis van de politieke koers van N-VA. Maar misschien heeft de partij andere motieven, zoals het buikgevoel van kiezers. Wat duidelijk is, is dat de manier waarop de partij haar politieke lijn eerder aan de man bracht, finaal vaak geen meerwaarde tot het publieke debat bleek te zijn. Integendeel, het debat geraakte er vaak nog sneller door vervuild dan onze planeet.

Dat lijkt met het klimaatdebat jammer genoeg niet anders te zullen zijn. Laten we hopen dat het ‘ecorealisme’ dus maar geen rookgordijn voor ‘ecopopulisme’ wordt, want dat leidt zonder twijfel tot een stilstand in ons klimaatbeleid. En dan komt die vermaledijde Apocalyps waar we volgens Bart De Wever niet over mogen spreken, ironisch genoeg weer een stapje dichterbij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content