Ewald Pironet

‘Knopen we aan bij Duitsland en Scandinavische landen? Of blijven we aanmodderen à la belge?’

In 2021 moeten de socialisten het verschil maken. Maar welk verschil zullen ze precies maken?

Ook dit jaar zal de coronacrisis nog veel van ons doen en laten bepalen. Zeker het eerste halfjaar zal draaien rond het toedienen van een coronavaccin. Daarnaast zal de economie uit haar kunstmatige coma ontwaken. Voor die twee cruciale gebeurtenissen dragen socialistische ministers de politieke verantwoordelijkheid: Frank Vandenbroucke (SP.A) als minister van Volksgezondheid, Pierre-Yves Dermagne (PS) als minister van Economie en Werk, aan wie Thomas Dermine (PS) is toegevoegd als staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen. De socialisten moeten in 2021 de toon te zetten.

Sinds de regering-De Croo drie maanden geleden van start ging, profileert Vandenbroucke zich als voornaamste minister van dit paars-groene-plus-CD&V-kabinet. Soms wordt zelfs gesproken van de regering-Vandenbroucke. Hij kon ook makkelijk het verschil maken met zijn voorgangster, Maggie De Block (Open VLD), een exponent van de lethargische manier waarop de regering-Wilmès de coronacrisis aanpakte.

Knopen we aan bij Duitsland en de Scandinavische landen? Of blijven we aanmodderen à la belge?

Niet dat alles nu vlot verloopt. De koppige professor in Vandenbroucke riep tijdens zijn vorige doortocht in de politiek al enige wrevel op, ook in de eigen partij, en dat is vandaag niet anders. De bevestiging van viroloog Marc Van Ranst in Humo dat SP.A-voorzitter Conner Rousseau eerst hem polste om minister te worden, maakt duidelijk dat Vandenbroucke tweede keuze was. Het had dus heel anders kunnen lopen. En toen het Overlegcomité op 18 december geen nieuwe maatregelen nam om de coronagolf sterker af te remmen, twitterde de decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie van de VUB, Dirk Devroey: ‘Terwijl het virus demarreert op het parcours van de Ronde van Vlaanderen, zit het Belgische beleid achter in het peloton en wacht rustig af.’ De eerste twijfels over de doortastendheid van Vandenbroucke zijn er.

Dat betert niet nu de vaccinatiestrategie wordt uitgerold. Het vaccineren verloopt tergend traag, sommige commentatoren spreken al van ‘schuldig verzuim’. Men kan daarvoor niet alle schuld schuiven op de ingewikkelde structuur van ons land, het bureaucratische Europa en de farmabedrijven die te weinig vaccins leveren. Vandenbroucke zelf zei eind november in De zevende dag: ‘Het moment dat het vaccin in ons land is, zullen we alles georganiseerd hebben. Als het niet lukt, moet u op mij schieten.’ Vorige week kregen we 10.000 vaccins van Pfizer en werden er hooguit 700 gebruikt. Deze week krijgen we er 87.500 en zullen er 6600 worden gebruikt.

De eerste twijfels over de doortastendheid van Vandenbroucke zijn er.

Als voldoende mensen gevaccineerd worden, kan het gewone leven hervatten. Dan pas zullen de economische gevolgen van de coronacrisis duidelijk worden. Die werden sterk getemperd door premies, uitstel voor belastingbetalingen en massale tijdelijke werkloosheid. Met als gevolg dat vorig jaar 30 procent minder bedrijven failliet gingen dan in 2019. Een inhaalbeweging komt er dan ook aan. Veel bedrijven zullen de deuren moeten sluiten, veel tijdelijke werklozen zullen hun job definitief verliezen. Ook dan is er een rol weggelegd voor Vandenbroucke, bevoegd voor Sociale Zaken.

Ook de minister van Economie en Werk Dermagne en zijn staatssecretaris Dermine komen dan aan zet. Tot nu toe vielen ze vooral op omdat ze de gul stromende geldkraan nog verder opendraaiden. Vlak voor de kerstvakantie maakte Dermagne bekend dat al wie langer dan twee maanden tijdelijk werkloos was nog een bijkomende premie kreeg. Kostprijs: 180 miljoen euro. En toen vorige week werd beslist dat terugkerende werknemers uit een rode zone een week in quarantaine moesten, wilde Dermagne voor hen de tijdelijke werkloosheid laten gelden. Hij werd snel teruggefloten. Het wordt uitkijken hoe beide Franstalige socialisten de relance van de economie zullen begeleiden.

2021 wordt een cruciaal jaar, waarin zal worden beslist welke richting we uitgaan met dit land. Sluiten we aan bij Frankrijk, Spanje en Italië, die een roekeloos beleid voeren met oplopende overheidsuitgaven? Knopen we aan bij Duitsland, Nederland en de Scandinavische landen, met meer mensen aan de slag, een performante overheid en een lange termijnbeleid? Of blijven we à la belge wat aanmodderen? De socialistische ministers zullen daarover in belangrijke mate beslissen. Op basis van het parcours dat ze de voorbije decennia bewandelden, is dat niet echt een geruststellende gedachte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content