Kinderen in nood kreunen onder wachtlijsten: ‘Begin december heeft ze nog mijn keel dichtgeknepen’

© iStock

Kinderen en jongeren in nood moesten in 2018 nóg langer wachten op een plek in de niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, gemiddeld al 425 dagen. Vicky (12) moet zelfs nog 593 keer slapen voor ze aangepaste hulp krijgt, ook al staat de situatie thuis op ontploffen. ‘Soms voel ik me niet meer veilig in mijn eigen huis’, zegt haar moeder.

‘Ik zou een pilletje willen om de stemmen in mijn hoofd weg te krijgen. Die zeggen wat ik moet doen. Anders doen ze me pijn. Soms luister ik, soms niet.’ Vicky* (12) streelt de chihuahua op haar schoot. ‘Van dieren word ik rustig. Zeker van Happy, dat is een paard.’ Is ze dan vaak onrustig? ‘Ja.’ Wanneer krijgt ze het moeilijk? ‘Daar kan ik niet op antwoorden, dat is te moeilijk. Dat moet je aan mama vragen.’

‘Ze hoort al enkele jaren stemmen die haar aansporen tot vreselijke dingen’, legt haar moeder Nikkie* uit terwijl Vicky snel wegduikt achter een smartphone. ‘Dat ze haar mama moet neersteken, de keel van de meester moet oversnijden. Als ze niet gehoorzaamt, verminkt ze zichzelf.’ Die stemmen zijn er altijd en ze zijn nooit lief. ‘Meestal is het vooral dreigen, maar ze heeft me al een paar keer gestoken met een mes. En vorig jaar heb ik een handbijl gevonden die ze verstopt had in haar boekentas. Ze had ruzie met een aantal kindjes op school.’ ‘Dat is niet waar!’ reageert Vicky fel. ‘Of nee, dat weet ik niet meer.’

Vicky heeft soms moeite om realiteit en fantasie te onderscheiden, verduidelijkt Nikkie. ‘Ze kan heel zwaar in crisis gaan, dan gooit ze van alles stuk, schopt ze, bedreigt mensen of valt ze zelfs aan, maar achteraf herinnert ze zich daar soms niets van. Ooit beschuldigde ze een leraar dat hij haar tegen de grond had geduwd. Nu, in de school hangen overal camera’s. Ook al was op die beelden niets te zien, ze bleef het lang beweren.’ Vicky heeft intussen allerlei diagnoses gekregen: ADHD, ASS, posttraumatisch stresssyndroom van het complexe type. Ze heeft ook een licht verstandelijke beperking. Zorgverslagen van kinderpsychiatrie bevestigen de agressie en de ernst van haar problematiek, maar onderstrepen ook hoezeer het meisje lijdt.

Ze kan niet zonder mij, maar begin december heeft ze nog mijn keel dichtgeknepen

Nikkie is Vicky’s steun en toeverlaat, maar ook haar grootste boksbal. Nikkie is al een tijd aan het eind van haar Latijn. Zeker nu Vicky zes dagen op zeven thuis is, nadat de situatie op school, type 3 buitengewoon onderwijs, is ontspoord. Ze gaat nog één dag per week naar school, maar leerstof krijgt ze niet. Dat lukt niet. ‘Ze klampt zich volledig aan mij vast. Ze kan niet zonder mij, maar begin december heeft ze nog mijn keel dichtgeknepen. De ene crisis volgt de andere op. Hoe ouder ze wordt, hoe extremer haar gedrag. Vorig jaar zag ik het zelf niet meer zitten.’

In het hok

Nikkie zocht voor het eerst hulp bij een kinderpsychiater toen Vicky 2,5 was op aanraden van een kleuterjuf die zich geterroriseerd voelde. Op haar vijfde en tiende werd ze tijdelijk opgenomen in de kinderpsychiatrie. Ambulante hulp volstaat al lang niet meer. ‘Kinderpsychiater Peter Adriaenssens heeft extra hulp voor ons gezocht, maar ook hij botste op muren. Als instellingen haar dossier zien, deinzen ze vaak terug: te complex. Maar zij zijn daar toch voor opgeleid? Waarom proberen ze eens niet een week?’ zucht Nikkie. ‘Ze heeft ook goede momenten, zoals nu. En het blijft toch een kind?’

In oktober kreeg Nikkie hoop: Vicky mocht op intake bij een multifunctioneel centrum met plaatsen voor kinderen met extreme emotionele en gedragsstoornissen (GES+) zoals zij. ‘We hebben vrij snel een GES+-statuut gekregen. Maar toen we weer aanklopten, klonk het dat er pas in september 2021 plaats vrijkomt. Er zijn weinig plaatsen, en er zijn nog meer wachtenden met een priorstatuut. Drie maanden wachten kun je nog net aan als het water aan je lippen staat, maar bijna twee jaar? Dat is toch uitzichtloos? Wat betekent een priorstatuut dan nog? En in september 2021 wordt het nog afwachten of het doorgaat.’

De tijd dringt: ‘Soms voel ik me niet meer veilig in mijn eigen huis.’ Nikkie toont een smsje van haar dochter van begin december. ‘Je hebt geluk dat papa just thuis kwam want ik hadu keel nie los gelaten en was je nu dood.’ ‘De meeste mensen denken dat de agressie het zwaarst is, maar haar woorden snijden het diepst. Ik hoor bijna dagelijks dat ik mij moet ophangen, dat ze me haat, dat ze me zal vermoorden.’

Ik wil gelukig zijn. Ma ik kan da nie omdat er iemand stout woont in mijn hooft

Nikkie hield opname in een instelling een tijdlang af. ‘Ik wilde zo lang mogelijk zelf voor haar zorgen. Ik heb zelf een instellingsverleden, en dat was geen al te positieve ervaring. Toen Vicky klein was, heb ik de zorg toevertrouwd aan haar grootouders van vaderskant, maar haar grootvader heeft haar mismeesterd.’ Vicky kijkt op vanachter haar gsm. ‘Ik wilde nog een kroket, maar dat mocht niet van opa. Toen ik er toch één nam, heeft hij mijn keel met twee handen dichtgeknepen.’ Vicky, toen vijf jaar, liep weg. ‘Ze stond hier met bebloede nek voor de deur. Hij heeft haar ook vaak opgesloten in een hok. Als ze stout was, zeiden ze dat de boeman haar zou opeten. Vicky dacht dat het echt was.’

En nu? ‘Ik ben ten einde raad. Ik heb het lang volgehouden omdat ik opvoedingshulp kreeg van een vrijwilligster. Zij kwam meteen als het thuis uit de hand liep, maar ze is deze zomer overleden. Die hulp stopt als je kind twaalf jaar is. Wat kan ik doen? Elke week naar de spoeddienst gaan? De laatste keer was net voor oudjaar.’

Vicky begint ongeduldig te worden, het gesprek duurt haar te lang. ‘Is het bijna gedaan?’ vraagt ze vier keer. ‘Ik heb al vaak gehoord: hoe hou jij dit vol?’ zegt Nikkie nog snel. ‘Voor haar. Als je kinderen maakt, moet je er ook voor zorgen.’ Ze toont me een foto in haar smartphone. ‘Deze tekst vonden we onlangs op Vicky’s iPad. “Ik lijk altijd blij maar da is nie echt. Ik wil gelukig zijn. Ma ik kan da nie omdat er iemand stout woont in mijn hooft en die ga nooit mee weg.”

Meer capaciteit

Gemiddeld wachtten kinderen en jongeren in nood in 2018 425 dagen op een plek in een niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpvoorziening. Dat is nog langer dan in 2017, zo vermeldt het Jaarverslag Jeugdhulp. Verontrustend is ook dat in 2018 de vraag om ambulante of residentiële hulp vooral fors toenam bij jongeren zoals Vicky met extreme emotionele en gedragsstoornissen – een toename van maar liefst 169 procent. In 2018 werd het aantal plaatsen voor die groep wel uitgebreid.

Investeren in extra plaatsen is noodzakelijk, want in de wachtperiode verergert de situatie vaak.

Mattias Bouckaert, directeur van het behandel- en observatiecentrum Espero-Terwende

‘Vicky is geen uitzondering. Jaar na jaar zien we zulke dossiers bij de Klachtenlijn’, zegt Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens. Het Kinderrechtencommissariaat bereidt een rapport voor om meer aandacht te vragen voor zulke complexe dossiers. ‘De voorbije maanden hebben we professionals, jongeren en ouders gesproken. Zij krijgen hoop door hun priorstatus, maar belanden vaak alsnog op een wachtlijst. De kans dat de situatie dan zwaar escaleert, is helaas reëel.’ Vrijens beseft wel dat een oplossing niet gemakkelijk is. ‘Er zijn niet alleen wachtlijsten.In onze jaarverslagen wijzen we ook op het gebrek aan continuïteit in de zorg en te weinig zorg op maat van die groep. De sectoren zijn ook onvoldoende op elkaar afgestemd, waardoor jongeren tussen de mazen van het net vallen.’

Mattias Bouckaert, directeur van het behandel- en observatiecentrum Espero-Terwende moet geregeld aan wanhopige ouders vragen om geduld te oefenen. Hij kan het steeds moeilijker aanvaarden. ‘Waarom wordt een tekort van 390 miljoen euro in het geneesmiddelenbudget bijna geruisloos bijgepast, maar heeft jeugdhulp precies altijd de laagste prioriteit?’ zegt Bouckaert. ‘Investeren in extra plaatsen is noodzakelijk, want in de wachtperiode verergert de situatie vaak. Met alleen buzzwords zoals “netwerken” en “beter samenwerken” zullen we het niet oplossen: er is gewoon meer capaciteit nodig. Te weinig plus te weinig blijft nog altijd te weinig.’

(*) Dit zijn schuilnamen om de privacy van de betrokkenen te verzekeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content