Kan je koosjer surfen? ‘Wie te veel vragen stelt, kan het geloof schade toebrengen’

© Dino
Margot Cassiers & Tom Cassauwers
Margot Cassiers & Tom Cassauwers Freelancejournalisten

De democratisering van het internet stelt ultraorthodoxe joden voor een moreel dilemma. Naast een onuitputtelijke bron van informatie is het internet namelijk ook een poel van ‘negatieve invloeden’. We staken ons licht op in een van de grootste ultraorthodoxe gemeenschappen van Europa: die van Antwerpen.

‘Jullie mogen deze computer gebruiken.’ We staan in een internetcafé voor orthodoxe joden in het centrum van Antwerpen. Met een zwaar Jiddisch accent verwijst de uitbater ons naar een hoek van het café. Daar nemen we plaats tussen mannen met zwarte blinkende jassen die ons argwanend aankijken.

Sociale media zijn uit den boze. Ook datingapplicaties als Tinder blijken niet toegankelijk, net als de websites van de Christelijke Mutualiteit, Kerknet en politieke partijen PVDA en Vlaams Belang.

We gaan zitten en zetten de computer aan. Het scherm licht op, we klikken de internetbrowser aan en openen de VRT-nieuwssite. Ivan De Vadder verschijnt op de pagina. Althans, dat vermoeden we. Zijn gezicht is zwart gemaakt – elk stukje roze huid is ingekleurd. Erg professioneel ziet het er niet uit: het lijkt wel alsof ze een kleuter hebben losgelaten op de foto met een oude versie van Paint. Terwijl De Vadder de actualiteit toelicht, surfen we naar Facebook. Tevergeefs, zo blijkt al snel. De website is geblokkeerd. We kijken elkaar aan. Twitter dan maar? Idem. Instagram? We beginnen het te snappen. Sociale media zijn uit den boze. Ook datingapplicaties als Tinder blijken niet toegankelijk, net als de websites van de Christelijke Mutualiteit, Kerknet en politieke partijen PVDA en Vlaams Belang.

Morele spreidstand

Om te begrijpen wat hier aan de hand is, moet je weten dat ultraorthodoxe joden al jaren een haat-liefdeverhouding hebben met de technologische vooruitgang en meer specifiek met het internet. Digitale technologie is – net als velen – ook voor hen erg belangrijk, om evidente economische en sociale redenen. Maar tezelfdertijd zien ze het internet ook als een virtuele poel van verderf, een vrije toegang tot oneindig veel porno en geweld, en nog veel meer ‘onreligieuze’ en onbetamelijke informatie die niet past in het wereldbeeld van het ultraorthodoxe joodse geloof. Die afwegingen dwingen de gemeenschap tot een morele spreidstand: de nieuwe technologieën omarmen én toch haar religieuze tradities bewaren.

Het antwoord op dit morele dilemma komt ironisch genoeg in de vorm van speciale software. Die computerprogramma’s bestaan uit filters die aanstootgevende of bedreigende informatie online detecteren, en ze vervolgens censureren, zodat ultraorthodoxe joodse surfers ze niet of niet helemaal te zien krijgen. Sommige filters gaan ingrijpend te werk en laten geen klein beetje blote huid – zelfs niet in het gezicht – zien.

Censuursoftware

‘Er bestaan veel vooroordelen over de ultraorthodoxe joodse gemeenschap,’ zegt Heidi Campbell, associate professor aan de Texas A&M University in de Verenigde Staten, waar ze onderzoek doet naar hoe religieuze groepen met technologie omgaan. ‘Ze hebben de reputatie conservatief en anti-modern te zijn, en dus veronderstellen we dat ze ook tégen technologie zijn. Maar dat is niet het geval. Ze wijzen technologie af wanneer die een bedreiging vormt voor hun traditionele geloof en gemeenschap. Maar als ze dat niet doet, omarmen ze ze. In het geval van het internet is het een moeilijk evenwicht: men wil niet teveel, maar ook niet te weinig tonen. Een nieuwsartikel over een popster kan misschien legitiem zijn, maar kan ook een te onthullende foto bevatten. Dan is het belangrijk dat niet de hele pagina geblokkeerd wordt, maar enkel de foto.’

In het kleine internetcafé in Antwerpen bezit elke computer een andere filter. K9, Koshernet, Sparknet, Meshimer; ze scannen allemaal kernwoorden en blokkeren de toegang tot de site als er te veel niet-gewenste inhoud op staat. ‘Er bestaan verschillende filters’, zegt Campbell. ‘Ze worden ontwikkeld op basis van de eisen en voorwaarden van elke gemeenschap binnen het joodse geloof. Welke gemeenschap welke filter gebruikt, dat bepaalt de rabbi. Het zijn belangrijke sociale instrumenten: ze symboliseren voor ultraorthodoxe joden wie ze zijn en waar ze voor staan.’

De software wordt ontwikkeld met artificiële intelligentie. ‘Tijdens het surfen kijkt de software als het ware mee over de schouder van de gebruiker’, zegt Zvika Ilan, hoofd ontwikkeling en medewerker marketing bij Netspark, een bedrijf gespecialiseerd in het ontwikkelen van koosjere filters. ‘Onmiddellijk maakt het beslissingen over welke inhoud wel of niet getoond mag worden.’

Kan je koosjer surfen? 'Wie te veel vragen stelt, kan het geloof schade toebrengen'
© Dino

Lingerie? Blokkeren

De meest geavanceerde filters werken in real-time. Ze scannen automatisch websites op niet-koosjere inhoud. Het systeem wordt geprogrammeerd om te bepalen of een website, paragraaf of een beeld koosjer is of niet. De klant bepaalt zelf in welke mate de inhoud wordt gefilterd. Het basisniveau is het blokkeren van porno, maar meer geavanceerde filters blokkeren ook lingerie en zwemkledij. Oudere modellen registreren enkel blote huid, maar daarbij bleek al snel dat close-ups van gezichten of pornografische video’s waarin rood licht gebruikt wordt, de dans ontsprongen.

Netspark filtert 200 miljoen nieuwe beelden en 24 miljoen nieuwe video’s per dag en 500 miljoen teksttekens per seconde. De beelden waar het systeem niet zeker van is worden doorgestuurd naar een medewerker, die beeld per beeld bekijkt en beslist of het mag getoond worden of niet. De medewerkers – meestal werkzaam in lageloonlanden als India of de Filippijnen – bekijken zo miljoenen beelden. Het zijn ook dit soort procedures die er vandaag al voor zorgen dat er bijvoorbeeld in je Facebookfeed geen pornografische of extreem gewelddadige beelden opduiken.

Andere filters blokkeren bepaalde websites, maar houden andere dan weer volledig toegankelijk. Dat komt omdat er aan de pagina’s een rating gegeven wordt. Die geeft aan in welke mate de informatie op de website gepast of ongepast is. De criteria voor gepastheid dan wel ongepastheid zijn niet altijd even duidelijk. De website van het Vlaams Belang is niet toegankelijk, maar niet om ethische redenen. Het ratingsysteem geeft aan dat de website voor 62% binnen de categorie ‘nieuws’ valt – en dat is meestal uit den boze. De websites van CD&V en N-VA daarentegen, zijn wél toegankelijk.

Met echte nieuwssites lijkt het af te hangen van het medium zelf. Zo is CNN geblokkeerd, maar is de website van de de BBC wel toegankelijk. Hoewel dat laatste ook niet helemaal waar is: een artikel over vibrators is vakkundig geblokkeerd. De website van Kerknet is dan weer geblokkeerd omdat die zich in de categorie ‘religie’ bevindt – niet de juiste religie, welteverstaan. Hetzelfde geldt voor e-commerce websites als Bol.com, Ebay en Paypal. Ook Wikipedia en de VDAB-website zijn ongecensureerd.

Koosjer surfen

Het internet opent een eindeloos groot venster op de wereld. Maar wat als je opgroeit met slechts een klein kijkgaatje in dat venster? Joseph Steimetz (25) heeft gemengde gevoelens over die periode van zijn leven. Steimetz, een modern-orthodoxe jood, is student, komt op voor Open VLD en heeft zijn eigen bedrijf. We ontmoeten hem in Le Royal Café in Antwerpen-Centraal, een stukje oude glorie tussen de wervelende drukte van het station onder ons.

Toen Steimetz twaalf jaar was, installeerden zijn ouders een internetfilter op de computers bij hen thuis. Hoewel Joseph geen deel uitmaakt van de ultraorthodoxe tak van het jodendom, werd zijn kindertijd wel deels mee vormgegeven door die filter. ‘Het was een lastige periode’, zegt hij. ‘Die filter blokkeerde zonder onderscheid alle afbeeldingen, dus ook die van gewone spelletjes, waardoor alleen de tekst overbleef. Na een tijdje hebben mijn ouders de filter verzwakt, zodat enkel bepaalde sites geblokkeerd werden. Uiteindelijk verhuisden we en kozen we voor een andere internetprovider. Daarmee was het probleem van de filter ook meteen opgelost.’

Voor Steimetz was dit maar een korte periode, maar toch blijft het hem wel bij: ‘Ik wilde kunnen meepraten over de trends en populaire spelletjes met vrienden, maar dat was niet altijd mogelijk.’ Maar het was door de popularisering van de smartphone dat het internetgebruik echt veranderde. Steimetz: ‘In mijn gemeenschap wilde iedereen plots toegang tot het internet. En vandaag zie ik mijn dertienjarig broertje Fortnite spelen met zijn klasgenootjes. (Fortnite is een razend populair online videospel met meer dan 200 miljoen spelers, nvdr.) Kijk, je negatief opstellen tegenover het internet kan altijd, terwijl het ook veel positieve kanten heeft. Ik denk niet dat ik zo’n filter voor mijn eigen – toekomstige – kinderen zou installeren. Ik zou ze eerder bewust willen maken van de gevaren van het internet, er met hen over praten en hen erop wijzen wat wel of niet mag, in plaats van het hen gewoon te verbieden.’

Uittreden voorkomen

Voor wie erg nieuwsgierig is, bestaat er nog een waterkans dat je alsnog die ene site kunt bezoeken. ‘Je kan meestal wel een aanvraag indienen als je een geblokkeerde site toch wil bekijken’, zegt Sami Katz (29). Hij is de oprichter van JLJK (Jouw Leven, Jouw Keuze), een Antwerpse organisatie die uittredende ultraorthodoxe joden financieel en psychologisch bijstaat. Katz groeide zelf op als chassidische jood, maar besloot uit de gemeenschap te treden. Vandaag leidt hij zijn eigen webdesign- en technologiebedrijfje. ‘We behandelen elke aanvraag individueel. Werknemers van het bedrijf dat de software aanbiedt, bekijken de informatie en beslissen dan of ze al dan niet koosjer is, en of je toegang krijgt of niet.’

Volgens Sami Katz is de software een instrument om te voorkomen dat joden uit de gemeenschap treden. ‘Het internet heeft het gemakkelijker gemaakt om informatie te vinden over het leven buiten de gemeenschap’, zegt Katz. ‘De ultraorthodoxe joodse gemeenschappen zijn gesloten en ze houden zichzelf in stand, precies omdat ze zo gesloten zijn.’

Algebra leren

Katz trad zelf uit de gemeenschap toen hij negentien jaar oud was. ‘Ik groeide op in de chassidische Vizhnitz-gemeenschap in Antwerpen. Het is binnen de gemeenschap onmogelijk om informatie te krijgen die je de kans geeft anders te denken. Wanneer je uittreedt, leer je zo ontzettend veel. Het internet biedt daarbij veel inzicht. Op Wikipedia, bijvoorbeeld, ontdek je wat er gebeurt buiten de gemeenschap. Je leert er wat algebra is, of wie de Beatles waren. En net dat maakt het internet zo belangrijk, maar ook zo gevaarlijk. Het censureren van informatie dient om de gemeenschap te beschermen. Wie te veel vragen stelt, kan het geloof en dus de gemeenschap schade toebrengen. Want je zou wel eens een antwoord kunnen vinden dat nièt in het boek staat.’

Katz en zijn organisatie worden vooral door jongeren benaderd. ‘De meeste mensen treden uit de gemeenschap tussen hun achttiende en twintigste. Er zijn ook veel jongeren onder de achttien jaar die willen uittreden, maar juridisch ligt het moeilijk om hen te helpen, omdat ze nog onder de hoede van hun ouders staan.’

Koosjer bellen

Ook mobiele telefoons zijn aangepast aan de strenge ultraorthodoxe wetten. Campbell: ‘Koosjere telefoons hebben een unieke – koosjere – prefix en dragen een certificaat van de gezaghebbende rabbijn. Je kunt er enkel mee bellen naar andere koosjere nummers. Sms’en verzenden, foto’s maken, surfen op het internet. Dat is allemaal geblokkeerd.’ De achterliggende idee van koosjere telefoons is hetzelfde als met de filters op de computers: alle aspecten van de seculiere cultuur en media, maar ook seksuele en pornografische invloeden zijn via de smartphone slechts een vingerafdruk verwijderd en moeten vermeden worden. Verschillende Israëlische en Amerikaanse providers bieden de dienst aan: het moment dat de telefoon arriveert, wordt hij ontmanteld en internetvrij gemaakt. Dat zorgt ervoor dat er geen enkele toegang tot het internet mogelijk is.

Kan je koosjer surfen? 'Wie te veel vragen stelt, kan het geloof schade toebrengen'
© Dino

Maar net zoals met alles in de wereld, staat ook in de ultraorthodoxe gemeenschap de tijd niet stil. Tegenwoordig is het zo mogelijk om een koosjere Google Phone te kopen – zonder Google op, uiteraard. Hoewel er geen browser op staat, biedt deze telefoon meer opties dan de meeste andere koosjere telefoons, waar je enkel mee kunt bellen. Met de Google Phone kun je berichten en e-mails sturen en ontvangen, en apps downloaden. Die vind je in een speciaal ontworpen app store goedgekeurd door een gezaghebbende rabbijn. Online bankieren, gps, ultraorthodox leesmateriaal, apps om een afspraak te boeken in het ziekenhuis: het kan allemaal. Maar alles wat te maken heeft met de seculiere wereld werd gebannen. Momenteel bestaan er zo’n 600 toegestane applicaties – een aantal dat alleen maar stijgt.

#deletefacebook

De ultraorthodoxe joodse gemeenschap staat echter niet alleen in haar aanpak van het internetgebruik. ‘Ik noem de ultraorthodoxe gemeenschap niet conservatief maar begrenzend’, zegt Campbell. ‘Op die manier zijn ze vergelijkbaar met de Amish, maar ook met strenge christelijke en islamitische groepen, zoals mennonieten of salafisten. Het garanderen en respecteren van grenzen staat in al die religies centraal, waarbij de grens tussen het heilige en het seculiere de belangrijkste is. Het is een voortdurend zoeken naar evenwicht tussen zich aanpassen aan nieuwe technologieën, en de grenzen bewaken.’

Ook in de seculiere wereld klinkt de roep om de digitale technologie aan maatschappelijke waarden aan te passen steeds luider. Zo is er al geruime tijd een publiek debat over de invloed van sociale media op kinderen, zijn we bezorgd over de impact van Facebook op onze democratie, kwam er een tijdje geleden een #deletefacebook-beweging op gang en volgen steeds meer mensen een zogenaamde digitale detox-kuur.

‘Ook seculiere mensen wijzen digitale technologieën af’, zegt Campbell. ‘Vroeger was dat vooral omdat ze er geen interesse in hadden of omdat geld ontbrak. Maar nu zweren mensen het vaak uit ideologische overwegingen af. In de Verenigde Staten is er zelfs een digitale sabbatbeweging, waarbij niet-religieuzen één dag per week geen digitale technologie gebruiken. Ze laten zich daarbij inspireren door de joodse sabbat op vrijdag en zaterdag.’

Volgens Campbell verschillen seculiere en religieuze gemeenschappen niet zo veel van elkaar als we op het eerste gezicht zouden denken. ‘Beide groepen willen grenzen stellen aan de uitbreiding van technologie,’ zegt ze. ‘Ze vertrekken daarbij allebei van het idee dat technologie onze waarden kan bepalen, maar dat wij ook de technologie kunnen vormen op basis van onze waarden.’

Dit artikel kwam tot stand met de steun van een werkbeurs van StampMedia.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content