‘Het recht op protest is fundamenteel. Maar protest dat overgaat in vernieling en intimidatie is geen activisme meer, het is wetsovertreding’, schrijft Steven De Smet van het nieuwe politiek project Durf . ‘Wat blijft over van de rechtstaat wanneer klimaatactivisten straffeloosheid genieten?’
Wat blijft erover van de rechtsstaat als groepen activisten gemaskerd en in massa bij ondernemers en fabrieken kunnen binnendringen, schade aanrichten en vervolgens door de politie netjes naar het station worden begeleid? De acties van Code Rood Charleroi roepen niet alleen vragen op over klimaatactivisme, maar vooral over de manier waarop politie en justitie omgaan met openlijke wetsovertredingen.
Honderden actievoerders blokkeerden een ArcelorMittal-fabriek omdat ze het bedrijf beschuldigen van staalexport naar Israël. Tijdens de actie werden niet enkel bedrijfsgebouwen geviseerd, maar ook privéwagens van personeelsleden beschadigd. De politie arresteerde vooraf 90 mensen, maar kon na de actie niemand in Charleroi zelf oppakken.
De reden? De activisten waren onherkenbaar in witte pakken gehuld en trokken zich in groep terug. In plaats van arrestaties volgde er een politie-escorte naar het station. Hetzelfde beeld zagen we bij eerdere acties van Code Rood, waarbij voor miljoenen aan schade aan ericht werd. Bij een actie in de Gentse haven ontstond er zelfs levensgevaarlijk en acuut explosiegevaar.
Een colonne anonieme actievoerders die na een grootschalige illegale actie rustig vertrekken, zonder gevolgen: het is meer dan symbolisch. Het straalt een gevaarlijk signaal uit: wie genoeg mensen verzamelt en zijn gezicht bedekt, lijkt onaantastbaar.
Straffeloosheid ondergraaft het vertrouwen in politie en justitie. Wanneer klimaatactivisten met geweld en vernieling wegkomen, ontstaat bij burgers het gevoel dat er met twee maten en gewichten wordt gemeten.
In Nederland bijvoorbeeld wordt er daarom op voorhand een veiligheidsrisicogebied ingesteld rond een betoging, inclusief verbod op gezichtsbedekkende kleding. Anonieme relschoppers blijven daar niet onder de radar. In Charleroi gebeurde het tegenovergestelde. Men keek toe.
De situatie roept de wrange vraag op: wat zou er gebeuren als bankrovers met twintig man in witte pakken een overval plegen en daarna naar het station wandelen? Worden zij dan ook begeleid in plaats van gearresteerd?
Het recht op protest is fundamenteel. Maar protest dat overgaat in vernieling en intimidatie is geen activisme meer, het is wetsovertreding. Dat geldt voor extreemrechtse betogers, voor relschoppers in jongerenkernen, en evenzeer voor radicale klimaatactivisten.
De OCAD waarschuwde al eerder voor radicalisering binnen het klimaatactivisme. Die waarschuwing lijkt geen effect te hebben gehad. Als de overheid nu niet kordaat optreedt, dan opent ze de deur voor navolging: andere groepen kunnen dezelfde tactiek gebruiken om anoniem en onaantastbaar te blijven.
De straffeloosheid van de methode is even gevaarlijk als zijn radicaliteit. Wie de rechtsstaat ernstig neemt, kan niet toestaan dat maskers en massa’s een vrijgeleide worden voor wetsovertreding.
Of het nu gaat om klimaatactivisten, ideologische extremisten of ordinaire criminelen: de wet moet voor iedereen gelden. Anders dreigt niet enkel de orde te wankelen, maar ook het vertrouwen van burgers in een rechtvaardige samenleving.
Steven De Smet was hoofdcommissaris van de Gentse politie en veiligheidsadviseur van de Oost-Vlaamse provinciegouverneur. Hij is één van de stichtende supporters van het nieuwe project Durf, een politieke actiegroep van mensen die strijden voor meer welvaart, door minder overheid.
Lees ook:
– Anuna De Wever: ‘Sabotage is in sommige gevallen legitiem’
– ‘Milieu- en natuurbeweging: laat u niet in de hoek duwen door het uitgelekte OCAD-rapport over extremisme’
– ‘Als het democratisch vuur gedoofd wordt, is het ook met onze veiligheid afgelopen’
– Hoe gevaarlijk is extreemlinks echt? ‘Politici riskeren hen net gevaarlijker te maken’