Minstens zes buitenlandse studenten zijn de afgelopen twee jaar onterecht vastgehouden in Belgische gesloten detentiecentra, ondanks hun correcte visa. Ze ondervinden negatieve gevolgen voor hun mentale gezondheid en hun aankomende studie. ‘Soms word ik wakker en denk ik dat ik nog steeds in het centrum ben. Mentaal is het wel zwaar.’
De afgelopen maanden kwam het restrictieve migratiebeleid van de Verenigde Staten meermaals in het nieuws. Steeds meer mensen worden onterecht vastgehouden in detentiecentra in afwachting van hun uitzetting. Mensen worden opgesloten in gevangenisachtige gebouwen, zonder dat ze daar horen. Het voelt ver weg, maar onderzoek wijst uit dat ook België onterecht studenten opsluit in gesloten detentiecentra.
In 2023 veroordeelde de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de Belgische staat voor de onrechtmatige opsluiting van Ouiam Ziti, een Marokkaanse student. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) gaf volgens de rechtbank een algemene, stereotiepe motivering voor de opsluiting, zonder gedetailleerd onderzoek op individueel niveau. Wij spraken met zeven studenten die onterecht werden vastgehouden, waarvan zes in de afgelopen twee jaar.
Li* werkte al twaalf jaar in Duitsland voordat ze besloot een master Data Science aan de KU Leuven te volgen. In de lesvrije week bezoekt ze haar familie in Shanghai. Wanneer ze begin februari 2025 op Zaventem landt, gelooft de grenspolitie niet dat haar Duitse visum geldig is, zelfs niet wanneer de Duitse immigratiedienst dat via mail bevestigt. Acht uur later zit ze in een gesloten detentiecentrum. ‘De agent vertelde me dat het zeker geen gevangenis was, zo wist ik meteen dat het op een gevangenis ging lijken’, vertelt Li ons.
Pas in het centrum wordt duidelijk dat ze haar gsm en computer moet afgeven en ze dus niet meer kan communiceren met de buitenwereld. Li komt terecht in het strikte ritme van het centrum: om 7 uur ‘s ochtends gaan de lichten aan en komt het personeel langs om de nummers te overlopen, want namen worden er niet meer gebruikt. Om 23 uur gaan de lichten uit. Voor het eten krijgt ze telkens slechts 30 minuten.
‘Hoeveel buitenlandse studenten worden in Belgische gesloten centra opgesloten?’
Cijfers onbekend
Niet-Europese studenten moeten aan verschillende voorwaarden voldoen, die door de Belgische ambassade gecontroleerd worden, voor ze een visum krijgen. Bij aankomst in België moeten ze opnieuw aantonen dat ze aan de inkomensvoorwaarden voldoen. Volgens juriste Lucie Dufays, gespecialiseerd in vreemdelingenrecht, loopt het hier soms mis: ‘Bij twijfel over de juiste documenten worden personen gearresteerd en vastgehouden in een administratief detentiecentrum. In de tussentijd organiseert DVZ de terugdrijving.’
Elk jaar worden de aanvragen van zo’n 9000 niet-Europese studenten goedgekeurd. Het is echter onmogelijk om te achterhalen hoeveel studenten er worden teruggedreven. DVZ-woordvoerder Paulien Blondeel zegt: ‘Het klopt dat wij geen cijfers hebben over het aantal terugdrijvingen van studenten. Het bijhouden van de statistieken is complex, dus we leggen onze prioriteiten bij de Europese verplichtingen rond rapportering en de nationale noden.’
Er zijn zes gesloten detentiecentra in België en de regering-De Wever wil er nog vier bij bouwen. Twee van die centra liggen vlak bij Brussels Airport: Caricole en 127bis. De omstandigheden in de centra zijn penibel. Volgens Nicole de Moor, voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie, is de achtergrond van de personen in de centra de afgelopen jaren veranderd. ‘Door politieke prioriteit te geven aan mensen die criminele feiten plegen, komen er de laatste tijd ook mensen met een strafblad of met zware verslavingsproblematiek terecht in die centra. Daardoor staan de centra enorm onder druk.’
1. Li: gered door precisie
We ontmoeten Li in Leuven. Ze hield alles over haar zaak nauwgezet bij, ze toont ons niet alleen haar officiële documenten maar ook elk briefje en visitekaartje dat ze tijdens haar opsluiting kreeg. Het is die precisie die ervoor zorgde dat Li maar twee dagen vastzat in Caricole. Wanneer de grenspolitie de geldigheid van haar Duitse visum in twijfel trekt, nemen ze haar mee naar een verhoorkamer. Ze laten haar daar vier uur zitten, zonder uitleg of vraag om bijkomend bewijs over haar visum of studie.
Uiteindelijk komt er een agent naar haar toe. ‘Je hebt twee opties: je kunt dit document tekenen waarin staat dat je hier illegaal bent en dan zetten we je gratis op de volgende vlucht naar Shanghai.’ Li vraagt of ze daarna gewoon naar Duitsland kan vliegen en met de trein naar België kan komen, zonder nieuwe controle. ‘Ja, dat kan’, antwoordt de agent. De tweede optie is een detentiecentrum, waar Li sociale bijstand kan krijgen en ze de beslissing kan aanvechten. Ze weet zeker dat haar documenten in orde zijn en kiest voor de tweede optie.
Li laat de uren in het politiekantoor in Brussels Airport niet onbenut. Ze neemt contact op met de immigratiedienst van de KU Leuven, die haar inschrijving bevestigt. Ze mailt de Duitse vreemdelingendienst, die bevestigt dat haar visum geldig is. DVZ legt de informatie naast zich neer en blijft bij haar beslissing.
Het leven in een detentiecentrum
Nog eens vier uur later wordt Li naar Caricole gebracht. Ze krijgt de officiële papieren over haar beslissing enkel in het Nederlands, terwijl ze Engels spreekt. Ze denkt er nog snel aan om alle relevante documenten naar haar beste vriendin door te sturen voordat haar gsm en computer in beslag worden genomen. De medewerkers van het centrum beloven haar dat er de volgende dag een sociaal assistent zal komen, maar die komt nooit opdagen.
Via een medewerker van het centrum krijgt ze het nummer van advocaat Gerrit Klapwijk, het briefje toont ze ons met trillende handen tijdens de koffie. ‘Ik vroeg aan DVZ om al mijn documenten naar hem door te sturen, maar aan de telefoon vertelde hij me dat hij enkel de beslissing tot terugdrijving ontvangen had. Gelukkig kon mijn vriendin hem mijn documenten bezorgen.’
Klapwijk laat haar de volgende dag weten dat hij alles naar DVZ doorstuurde en dat Li waarschijnlijk diezelfde dag nog zal vrijkomen. Li is verontwaardigd over de situatie. ‘Ik had alle nodige informatie van in het begin aan de grenspolitie getoond, maar ze wilden mij niet geloven. Pas toen mijn advocaat net dezelfde informatie doorstuurde, gaven ze er gehoor aan.’
Hoewel de Duitse overheid bevestigt dat haar Duitse visum geldig is, moet ze bij haar vrijlating 90 euro betalen voor een nieuw Belgisch visum. ‘Als ze mij dat gewoon meteen hadden laten betalen, had ik nooit naar het centrum hoeven te gaan. Ik werd weken later soms nog bang wakker, denkend dat ik daar nog was. Mentaal is het zwaar.’ Criminoloog Lars Breuls, die aan de VUB een doctoraat schreef over de detentiecentra, bevestigt dat: ‘Alleen al de arrestatie en de opsluiting, hoe kort ook, kunnen heel ernstige gevolgen hebben.’
2. Maria: een dure vakantie
We ontmoeten Maria*, een Colombiaanse studente van 22 jaar, in een sfeervol Brussels café. Net als vele studenten trakteerde ze zichzelf op een reisje na de examens, samen met haar vriend. Eind juni 2024 landden ze op Zaventem. Terwijl de passagiers tijdens het uitstappen klagen over de Belgische temperaturen, staat Maria tijdens de grenscontrole iets ernstigers te wachten. Ze wordt aangehouden omdat haar studentenvisum niet in orde zou zijn, ook al studeert ze al twee jaar, zonder problemen, psychologie aan de Université Libre de Bruxelles (ULB).
Een buitenlandse student moet jaarlijks een A kaart aanvragen bij de gemeente als bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister. Maria had de verlenging ervan in oktober 2023 aangevraagd. Ze kreeg een ontvangstbevestiging, maar negen maanden later had ze de nieuwe kaart nog steeds niet ontvangen. In 2022 ontving de federale Ombudsman meer dan 200 klachten van studenten over het uitblijven van een verlenging. Maria wist dat ze de A kaart nodig had om België terug binnen te komen na haar reis, maar hoopte, gezien de omstandigheden, dat er begrip zou zijn voor haar situatie.
We vragen naar haar ervaring met de grenspolitie. ‘Ze zijn verschrikkelijk. Ze nemen je mee naar een geïsoleerde plaats en vertellen je niets. Ik denk dat dat een psychologische strategie is. Ik moest er uren en uren wachten. Ik was gescheiden van mijn vriend en kreeg een paniekaanval.’ Ook een Braziliaanse muziekstudent getuigde over zijn slechte ervaring met de grenspolitie. ‘Ze denken dat iedereen hetzelfde is en iets slechts gaat doen. Het waren echt klootzakken.’
Gemengde gevoelens
Pas in Caricole krijgt Maria meer uitleg over haar situatie. Zodra ze daar is, merkt ze dat het een centrum voor vrouwen én mannen is. Ze voelt zich niet veilig en probeert ervoor te zorgen dat ze nooit alleen is. ‘We werden vaak lastiggevallen. Op een dag probeerde een man mijn kamer binnen te dringen. Dat was echt heel traumatiserend.’ Ze slaapt met twee andere vrouwen op een kamer, een van hen is verbaal en fysiek agressief.
In het begin van haar detentie probeert Maria de moed erin te houden en positief te blijven, maar het voorbijgaan van weken zonder goed nieuws begint zwaar te wegen op haar gemoed. Dat ze vanuit het centrum voortdurend zicht heeft op mensen die op reis vertrekken en terugkomen, helpt niet. ‘Voor het centrum kwamen er geregeld vliegtuigspotters picknicken, gezellig in het zonnetje. Dat was wel heel confronterend.’
Een lichtpunt voor Maria is de flexibiliteit van het veiligheidspersoneel in Caricole. Ze organiseren activiteiten, staan de bewoners toe om muziek te luisteren en zijn al bij al niet overdreven strikt. Drie studenten, onder wie Maria, vertelden wel dat ze teleurgesteld waren in de sociaal assistenten in de centra. De assistenten zouden hen moeten begeleiden, maar bieden enkel hulp aan mensen die vrijwillig willen terugkeren.
Maria komt na anderhalve maand vrij doordat ze gelijk krijgt van de Brusselse raadkamer en nadien ook bij de kamer van inbeschuldigingstelling in Luik. Een belangrijk element in haar vrijspraak was dat ze nooit ondervraagd zou zijn door de politie. Zo lezen we in de beslissing van de raadkamer dat ‘haar recht om voorafgaand aan de beslissing te worden gehoord, is geschonden’. DVZ bevestigt dat de langdurige opsluitingen vooral te maken hebben met de trage verwerkingstijd van de dossiers. ‘De wettelijke vasthoudingstermijnen worden gerespecteerd. Het analyseren van een dossier en verifiëren van elk document kost tijd, we behandelen de dossiers zo snel mogelijk.’
Wanneer Maria vrijkomt, helpt de ULB haar door extra examendagen te organiseren en een psycholoog te zoeken. ‘Het was onmogelijk om in het centrum te studeren. Ik moest mijn studie verlengen als rechtstreeks gevolg van mijn opsluiting.’ ULB-rector Annemie Schaus spreekt zich kritisch uit over het beleid van de Belgische overheid rond studiemigratie. ‘Door de toegang tot het grondgebied te blijven beperken met een steeds ontmoedigender beleid, loopt België kostbaar talent mis. Studenten kiezen voor meer gastvrije bestemmingen, zoals Frankrijk, waar de procedures eenvoudiger zijn en het beleid meer openstaat voor buitenlandse studenten.’
Momenteel onderneemt Maria stappen om de Belgische staat aan te klagen.
3. Samuel: woord tegen woord
Samuel* is een 19-jarige Kameroense student informatica. Eind augustus 2024 stapt hij vol goede moed van het vliegtuig en komt aan bij de grenscontrole. Vol vertrouwen toont hij zijn papieren, voor zijn vertrek bracht hij alles zorgvuldig in orde. Wanneer de grenspolitie zijn inschrijvingsbewijs vraagt, geeft hij hen een afdruk van het document dat hij per e-mail ontving van de Haute École Louvain-en-Hainaut (HELHa), waar hij mag gaan studeren.
De politie vindt het afgedrukte document niet voldoende, waarna Samuel hen de e-mail doorstuurt. De politie beweert dat het versturen van de mail hem niet vanzelf lukte en gelooft daarom niet dat hij informaticastudent is. Samuel beweert dat dit wél vlot verliep. ‘Ik zie dit als een controle puur op basis van mijn uiterlijk.’ Aangezien er geen opnames zijn van de ondervragingen, blijft het in zo’n situatie woord tegen woord. De politie geeft Samuel zijn documenten enkel in het Nederlands, waardoor hij ze niet begrijpt.
Ook Samuel moet kiezen tussen vrijwillig terugkeren of de beslissing aanvechten vanuit een gesloten detentiecentrum. De grenspolitie legde hem niet uit wat een detentiecentrum precies was. ‘Ik dacht dat het gewoon een plek was om te slapen, pas later zag ik dat het een gevangenis was.’
Samuel zit uiteindelijk een week vast in Caricole. Zijn advocaat overtuigde hem ervan zijn verhaal op sociale media te laten publiceren, om druk te zetten. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, het rechtscollege dat beroepen behandelt tegen beslissingen van DVZ, noemt de motieven van de grenspolitie ‘niet deugdelijk’ en benadrukt dat ze ‘niet getuigen van een zorgvuldige feitenbevinding om [Samuel] de toegang tot het land te weigeren en hem terug te drijven’.
Na zijn detentie start Samuel zijn studie aan de Haute École Louvain-en-Hainaut (HELHa). Hoewel zijn opsluiting niet zijn schuld was, voelt Samuel er veel schaamte over. Hij wil het zo snel mogelijk vergeten. ‘Door de socialemediacampagne herkende iedereen op school mij en werd ik er voortdurend aan herinnerd.’
De mentale onrust teisterde Samuel in de weken na zijn vrijlating, als gevolg daarvan kon hij zich niet concentreren op school. De HELHa ondersteunde hem door een psycholoog te zoeken. ‘Het is een hele, hele slechte herinnering. Ik ben nog steeds bang om opnieuw een vlucht te nemen en aan te komen op Brussels Airport.’ Samuel wil stappen ondernemen tegen de Belgische staat, zoals Maria, maar heeft daarvoor onvoldoende financiële middelen.
Kritisch oordeel
Universiteiten en hogescholen proberen hun studenten te helpen, maar staan vaak machteloos. Charles Sohet, directeur van de Brusselse hogeschool Ilya Prigogine, getuigt over de vasthouding van een student medische beeldvorming uit Ivoorkust. Na drieënhalve maand werd ze gedwongen uitgezet. ‘Ik heb alles gedaan wat ik kon. Ze was een uitmuntende student. Maar de wet blijft de wet, die kan ik niet veranderen. Het is wel zonde dat ze is teruggestuurd, want het is een gemis voor onze Belgische ziekenhuizen. Maak alsjeblieft duidelijke wetten en goede beslissingen. Deze grijze zones zorgen voor veel stress bij zowel de scholen als de studenten.’
De problematiek is ook bekend bij de VLIR, de Vlaamse Interuniversitaire Raad. Die staat kritisch tegenover de manier waarop ons land Europese wetgeving over studiemigratie implementeert, en stelt zich vragen bij de procedures die de federale diensten hanteren. De VLIR verwijst naar een zaak uit 2021, waarin de Congolese student Junior Wasso, na ruim twee weken detentie, werd vrijgesproken.
Nicole de Moor noemt twee concrete oplossingen voor de problematiek: ‘De Vreemdelingenwet is enorm complex, het is een kluwen met veel grijze zones. De wet moet veel duidelijker, zodat mensen niet voor de simpelste zaken een advocaat nodig hebben.’ Daarnaast zou het volgens De Moor efficiënter zijn als de migratiedienst aan de grens aanwezig zou zijn om de migratievoorwaarden te toetsen. ‘De grenspolitie toetst de wet aan de hand van een kader op papier. Toch zit er niet altijd de juiste expertise bij de grenspolitie, waardoor de vraag kan worden gesteld of zij wel de juiste mensen zijn om dit te doen.’
DVZ reageert: ‘Ik kan me indenken dat de migratiewetgeving soms onduidelijk is voor de grenspolitie. De grenspolitie ondervraagt de betrokkenen en stelt een rapport op. Hierna neemt DVZ een beslissing over vasthouding of terugdrijving. We geven instructies aan de grenspolitie en doen zo veel mogelijk om hen goed te informeren. Het is niet de bevoegdheid van DVZ om grenzen te controleren.’
Context
Op de stelling dat de opsluitingen traumatiserend zijn voor studenten antwoordt DVZ-woordvoerder Blondeel: ‘Dat geldt voor iedereen hè, dat geldt voor alle mensen die daar verblijven. Niemand zit voor zijn plezier in een gesloten centrum. Ik ben me zeer bewust van de impact die een gesloten context heeft op het mentale welzijn van een persoon. We doen er ook alles aan om de bewoners zo goed mogelijk te begeleiden. Is dat traumatisch voor studenten? Dat kan zeker zijn. Maar we moeten wel kunnen garanderen dat iemand recht heeft op binnenkomst voor we die toegang verlenen tot het grondgebied.’
DVZ benadrukt er niet op uit te zijn zo veel mogelijk studenten vast te houden. ‘Het is de verantwoordelijkheid van de student om met een solide dossier aan de grens te komen. Het is de taak van de grenspolitie om de binnenkomstvoorwaarden te checken. Wij staan hen daarin bij. Het is uiteindelijk onze beslissing om iemand in een detentiecentrum te plaatsen. Die beslissingen worden genomen door mensen, mensen maken fouten. Personen die niet akkoord gaan met de beslissing, kunnen daartegen in beroep gaan.’
Minister voor Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt wenste niet te reageren.
Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin reageerde niet op onze vraag voor wederhoor.
(*) Li, Maria en Samuel zijn schuilnamen. Hun namen zijn bekend bij de redactie.