Jan Nolf
‘Ik begrijp de verontwaardiging van de magistraten, maar woede is een slechte raadgever’
‘De parketten – en alle korpschefs die dit spektakel verdedigden – bewezen justitie een zeer slechte dienst’, schrijft Jan Nolf. Hij is teleurgesteld in de actie die de parketten voeren tegen het pensioenbeleid van de regering-De Wever.
Ik begrijp de verontwaardiging, zelfs de woede van de magistratuur, maar woede is een slechte raadgever. Ik kan in dit pensioendebat vele decennia terugkijken, toen ik in 1987 als jongste vrederechter van het land m’n oude(re) collega’s hoorde fulmineren tegen de ‘contractbreuk’ in verband met het emeritaat. De levenslange wedde, ook na de ‘inrustestelling’ was hen ontnomen, in ruil voor een ambtenarenwedde – en pensioen. “De politiek heeft ons verraden”, hoorde ik hen steeds opnieuw verbitterd sakkeren.
Ik heb omstreeks 2000 zelf de actie van de vrederechters van Oost- en West-Vlaanderen (‘Het verdwenen luik van de rechtvaardige rechters’) mee op poten gezet tegen de wedde- hervormingsplannen van toenmalig minister van Justitie Verwilghen, die ik nochtans zeer nabij was.
Maar toen hebben we als vrederechters onze actie toegespitst op de macht, en niet op de onmachtigen. We stelden alle zaken waarin de overheid betrokken was, of grote spelers (onteigeningen, invorderingen nutsvoorzieningen..) ‘sine die’ uit. De ondertussen zeer verdienstelijke, toenmalige voorzitter REA Gent, Eric Beaucourt, dreigde met een tuchtsanctie, en een collega kwam wenend van schrik naar de vergadering. Dat was het roemloos einde van de toch wel originele en opvallende actie.
Het gevolg van de hervorming van Marc Verwilghen was alvast dat de wedde van heel veel magistraten (vooral in eerste aanleg) er plotsklaps – zonder nieuwe eisen van kwaliteit of recrutering – op vooruit ging. Al moet gezegd dat ook in diezelfde periode het Hoge Raad voor de Justitie van start ging, met een andere aanpak dan de politieke selectie. Maar ook die HRJ blijft vooral via de advocatuur, voor een deel (van de helft, nl. de niet-magistraten), uit politiek gebonden personalisteiten bestaan – tussendoor tot een voormalig minister van Justitie toe. En dan hebben we het nog niet over de niet erg waterdichte examencultuur, en de onbegrijpelijke, koppige niet-openbaarheid van de hearings van de HRJ voor kandidaat-magistraten, en haar eigen verkiezingsbijeenkomsten. Transparantie kost nochtans geen geld, en creëert vertrouwen.
Na die hervorming van Verwilghen volgde de weddeverhoging van de Copernicuspremie – mee door Eric Beaucourt bekomen via een procedure voor het Grondwettelijk Hof. Zo kregen ook magistraten die nog met potlood en pen bleven werken, toch automatisch plots een ‘veertiende maand’.
En tot slot is er nu het sociaal statuut van de magistratuur, dat met veel vertraging door de vorige regering eindelijk gerealiseerd werd.
Het argument van het pensioen als ‘uitgesteld loon’ heeft dus de facto financieel aan belang ingeboet.
Het is nu aan de magistratuur zelf om te zorgen voor een zorgzaam intern werkklimaat, wars van de autoritaire ‘korpsgeest’ van weleer. Want dat positief werkklimaat is onbetaalbaar.
De magistraat van vandaag beschikt over een inkomen dat voldoet voor de vereisten van onafhankelijkheid. Wie gevoelig is voor corruptie zal nooit genoeg verdienen. En wie zich nog niet laat corrumperen voor geld, doet het dan soms voor de pure plezier van macht.
De magistratuur mag voor haar rechten en belangen opkomen, zoals iedere beroepgroep. Daarvoor bestaan veel mogelijkheden om met verbeelding en efficiëntie naar de regering en het brede publiek toe te werken. Die beide perspectieven moeten samengaan, want we kennen het desastreus resultaat van de laatste justitiebarometer anno 2024. Volgens dat onderzoek van de Hoge Raad voor de Justitie, daalde het vertrouwen in justitie in tien jaar tijd van 61 naar 54 procent.
Met de botte methode van vandaag, wordt enkel succes geoogst bij extreem rechts, uitgerekend de politieke kettingzaag tegen onze rechtstaat.
De magistratuur heeft uiteraard ook gelijk de tegenstrijdigheden en wisselvalligheden van het beleid op een rijtje te zetten. Maar het parket maakt grondwettelijk deel uit van de uitvoerende macht – zo doceerde professor en minister Johan Vande Lanotte ooit in de Kamercommissie Justitie terecht.
Het parket moet binnen die uitvoerende macht functioneren, en niet blokkeren, als het plots om eigenbelang gaat. Er zijn in de verste verte geen vergelijkbare acties geweest, toen kinderen wegens plaatsgebrek in de gevangenis gestopt werden, en psychiatrische patiënten er wegkwijnden. Stakend treinpersoneel raakt reizigers in hun comfort, maar gooit hen niet op de sporen.
Uiteraard is het parket technisch ‘bevoegd’ om de strafuitvoering in werking te stellen, maar maar modulering en beoordeling van opportuniteit is een kerntaak van iedere magistraat, en nog meer van de parketmagistraat zelfs dan de rechter, want die laatste opereert in een strakker schema.
Daarenboven gaat het om ons aller veiligheid. De gevangenissen produceren nu al hoofdzakelijk verbitterde en nog meer gevaarlijke mensen. Een menselijk detentieregime is geen gunst, maar een wettelijk geregeld grondrecht, waar het EHRM België regelmatig aan herinnert. Uitgerekend onze magistraten worden nu hofleverancier bij het EHRM voor nieuwe veroordelingen van België.
Een deel van de magistratuur is overigens nog steeds in de ban van ‘le tout carcéral’ – in strijd met alle wetenschappelijke rapporten en aanbevelingen. Zo werd de magistratuur ook mee deel van het probleem. De fabel van de ‘lakse rechters’ bestaat. Het is een fabel van de rattenvangers van extreem-rechts, een fabel die haar effect echter niet mist.
Ik ben sinds 2011 met andere ogen naar de magistratuur gaan kijken.
Er zijn ups en downs.
De parketten – en alle korpschefs die dit spektakel verdedigden – bewezen justitie een zeer slechte dienst. Dat dit funeste idee breed gedragen werd, verontrust. Jaren werd gewerkt aan een menselijk gelaat van justitie. Nu werd dit weggeveegd, alsof het maquillage was.
Deze actie is voor mij een zware teleurstelling, die ik niet mag verbergen.
Deze bijdrage verscheen ook op de LinkedIn-pagina van ere-vrederechter en justitiewatcher Jan Nolf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier