Peter Callens

‘Financiering Justitie? Kwestie van politieke keuzes, en niet noodzakelijk van geldgebrek’

Peter Callens Voorzitter Advocaat.be

‘Er is nood aan een globaal plan voor Justitie, niet aan deelmaatregelen die koterij dreigen te worden’, schrijft Peter Callens van Advocaat.be nu onze regering in het kader van de NAVO-top zo snel een akkoord vond over extra geld voor defensie.

Het is niet de taak van de voorzitter van Advocaat.be om, vanuit zijn functie, een mening ten beste te geven over de wenselijkheid van het optrekken van het budget voor militaire en aanverwante uitgaven tot, op termijn, 5% van het BBP (komende van een huidige 1,3%). Maar hij mag wel met verstomming geslagen zijn.

Eigenlijk wisten wij het al uit de covid-lockdown. Hoe toen met de toverstok uit de eeuwig armlastige overheidsfinanciën impressionante uitkeringen en gratis aangeboden, fenomenaal goed georganiseerde vaccinatiecampagnes geperst konden worden: het blijft ontzag wekken. Het bijbelse wonder van de vijf gerstebroden en twee vissen die 5000 mannen konden voeden, verbleekte erbij. Vrouwen en kinderen werden twee millennia geleden niet in de statistieken opgenomen, maar dat terzijde. Nogmaals, het gaat er mij niet om de geschiktheid van die covid-maatregelen te bekritiseren. Mijn punt is enkel dat er ineens massaal veel geld gevonden is om te doen wat gedaan is.

Ondanks de dramatische toestand van de overheidsfinanciën is er nu, ergens tussen de tekorten in, een nieuwe hoorn des overvloeds aangetroffen om de militaire inspanningen aan te zwengelen.

Altijd hebben wij gezegd (en wij niet alleen) dat het financieren van Justitie een kwestie was – en is – van beleidskeuzes en van het stellen van prioriteiten. De echte vraag is hoeveel iets je als overheid waard is, en dan wordt er geld voor gevonden. Jammer dat de Amerikaanse vrienden niet ook geëist hebben dat er een minimumnorm moet gehaald worden voor Justitie, want dan hadden wij die ongetwijfeld kunnen halen.

Het rechtsstelsel, waarvan Justitie het kloppende hart is (of misschien het hoofd of de ruggengraat, u mag het metaforische orgaan zelf kiezen), is een onontbeerlijke, immateriële structuur die de samenleving bijeenhoudt. Het is die structuur die ervoor zorgt dat de economie kan draaien, dat mensen, ondernemingen, verenigingen en instellingen met elkaar kunnen interageren, volgens vooraf uitgewerkte regels, in het vertrouwen dat die regels toepassing krijgen wanneer zij overtreden worden.

Men laat uitschijnen dat er van die 5% van het BBP 3,5% zal gaan naar directe militaire bestedingen en 1,5% naar – breed ingevulde – ondersteunende zaken. Daaronder kan, naar verluidt, ook Justitie ressorteren. OK, laten we dat dan maar zo afspreken, en er meteen concrete cijfers op kleven, erbij vertellen wat we met dat geld gaan doen en op welke termijn. Het zal niet zo moeilijk zijn om zinvolle investeringen te vinden.

Ondertussen blijven er acties van magistraten opborrelen. Het parket in Kortrijk, in de streek die André Leysen ooit het Texas van Vlaanderen noemde, weigert deze week te requireren, zodat alle betreffende zaken afstevenen op uitstel. Andere afdelingen van het parket in West-Vlaanderen volgen die beweging.

Dit voorval herinnert mij aan een zaak die ik jaren geleden behandelde voor een Belgische fabrikant van deuren, die een geschil had met een Italiaanse invoerder. De Italiaan beweerde een concessie van alleenverkoop verkregen te hebben voor Italië. Mijn cliënte betwistte dat. De wederpartij dagvaardde mijn cliënte voor de rechtbank in Nola, een deelgemeente van Napels, met een astronomische vordering. De procedure in eerste aanleg duurde… 13 jaar.

Wij hebben hier te lande niet het monopolie op gerechtelijke achterstand, als dat voor iemand een troost kan zijn. De vertraging had te maken met opeenvolgende stakingen van de magistraten. Telkens weer werd er een nieuwe pleitdatum vastgelegd, en steeds opnieuw berichtte mijn Italiaanse correspondent dat de zaak uitgesteld werd naar het jaar nadien, omdat de rechters staakten. Mijn cliënte was er behoorlijk ongerust over, maar uiteindelijk won zij de zaak. Wat een verademing. Maar de algemene indruk van het procesverloop bleef die van een failed state. Achteraf beschouwd intelligente magistraten, dat wel, maar een failed state.

Dat is, geachte lezer, de indruk die onze magistraten opwekken over onze Justitie, en dus over ons land, wanneer zij acties ondernemen die justitiabelen treffen. Met alle begrip voor ieders verzuchtingen blijft mijn beoordeling dat die magistraten een loodzware verantwoordelijkheid op zich nemen. Zij schijnen er zich weinig rekenschap van te geven dat wat zij doen, uitermate negatief afstraalt op henzelf en op het gezag dat zij zouden moeten hebben. En bij uitbreiding op al wie betrokken is bij Justitie. Inclusief de balie, want het publiek ziet de advocatuur niet los van Justitie. De actievoerders lijken ook niet te begrijpen dat hun acties bij de bevolking niet gesmaakt worden, ik wik mijn woorden.

Misschien heeft dit te maken met de drukte van het einde van het gerechtelijk jaar. Ik ben bereid dat te hopen. En misschien zijn crisissen uitdagingen, zoals dezelfde André Leysen schreef in 1984, en bieden zij ook kansen. Een gelegenheid om over te gaan naar iets beters. Jean Monnet (1888-1979), een van de grondleggers van de toenmalige Europese Gemeenschap, zei: “Les hommes n’acceptent le changement que dans la nécessité et ils ne voient la nécessité que dans la crise.”

Er is nu, in deze crisis, nood aan een globaal plan voor Justitie, niet aan deelmaatregelen die koterij dreigen te worden.

Mevrouw de minister, iemand moet het leiderschap opnemen. Moge de nakende vakantie inspiratie opleveren zodat wij vervolgens de langverwachte stappen kunnen zetten, richting de Justitie van de toekomst die ons land waardig is.

Peter Callens is voorzitter Advocaat.be, een initiatief van de Orde van Vlaamse Balies.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content