In juli beslist een Amerikaanse rechtbank over de straf die voormalig topspion Dale Bendler (68) krijgt omdat hij stiekem voor buitenlandse opdrachtgevers heeft gewerkt. Bendler was CIA-chef in Brussel in een cruciale periode waarin de jihadistische terreurdreiging toenam.
Groot en struis, een sterk South Jersey-accent, sigaar in de hand, en een nogal uitbundige stijl. Zo herinneren Belgische inlichtingenbronnen zich Dale Bendler. De CIA’er was jarenlang kind aan huis bij de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV. Een cruciale schakel in de strijd tegen terrorisme. Maar nu zit de man uit Florida zelf op het beklaagdenbankje.
Eind april trof Bendler een schikking met de Amerikaanse justitie. Hij gaf toe dat hij zonder toestemming voor een buitenlandse opdrachtgever had gewerkt en geheime documenten had meegenomen.
‘Een cruciale figuur’
In 2005 gaat Bendler aan de slag op de Amerikaanse ambassade in Brussel. Hij heeft dan al een rijkgevulde loopbaan achter de rug. Na een periode in het Amerikaanse leger vervoegde hij de CIA in 1983 en diende in El Salvador, Angola en Peru. De Koude Oorlog woedde in alle hevigheid en Bendler moest communisten bestrijden. Maar tijdens zijn periode in Brussel was er een nieuwe vijand: jihadistische terroristen.
Bendler was niet zomaar een spion. Hij was ‘Chief of Station’ van de CIA in Brussel, de hoogste in rang. Hij had een dubbele taak. Enerzijds was hij ‘speciaal adviseur’ van de ambassadeur over inlichtingenkwesties. Anderzijds was hij hét aanspreekpunt voor de Staatsveiligheid en de ADIV. ‘Een cruciale figuur binnen de ambassade’, klinkt het bij goed geïnformeerde bronnen. En de contacten met de Belgische inlichtingendiensten waren ‘zeer nauw’.
Na het drama van 9/11 en de daaropvolgende terreuraanslagen in Madrid (2004) en Londen (2005) was contraterrorisme een prioriteit voor de CIA in Europa. België, als logistieke hub voor jihadistische netwerken en thuisbasis van geradicaliseerde individuen, werd een belangrijk aandachtspunt.
Hij verborg de ware aard van zijn werk voor zijn CIA-collega’s en misleidde en manipuleerde hen vaak om de belangen van zijn buitenlandse opdrachtgevers te bevorderen.
IJskoude wodka-martini
De CIA en de Belgische inlichtingendiensten wisselden via Bendler en co. informatie uit in een aantal belangrijke terreurdossiers. Zoals de zaak-Muriel Degauque, de eerste westerse zelfmoordterroriste, die in 2005 een aanslag pleegde tegen een Amerikaans militair konvooi in Irak. Of over Malika El Aroud, bijgenaamd de ‘zwarte weduwe’. Haar eerste echtgenoot pleegde twee dagen voor 9/11 een zelfmoordaanslag tegen de Afghaanse krijgsheer Ahmed Sjah Massoud.
Later werd El Aroud in België veroordeeld voor het ronselen van jongeren voor de jihad. Nadat ze in 2023 overleed, postte Bendler op zijn LinkedIn-pagina nog een bericht over haar. ‘Ik zal haar haat nooit vergeten, die ik heel goed heb leren kennen, en vergis je niet, ze haatte ons tijdens onze donkerste uren. Haar terroristische echtgenoot is 9/11 begonnen’, aldus Bendler. ‘Vanavond zal ik klinken op haar dood, met een ijskoude wodka-martini. USA!’
Een ander dossier uit Bendlers Brusselse jaren ging over Mesut Sen en Moussa Semmouri, twee Belgen die in 2005 naar ons land terugkeerden na een verblijf in de beruchte Guantanamo Bay-gevangenis. Terug in België werden ze door de Staatsveiligheid in de gaten gehouden, in samenwerking met de CIA.
Nog een landgenoot die de aandacht van Langley trok was Oussama Atar – die later het brein achter de terreuraanslagen van Parijs en Brussel werd genoemd. In 2005 werd hij gearresteerd in Irak, waarna hij een tijdlang achter de tralies belandde.
Tieners en nanny’s
In 2008 zat Bendlers tijd in Brussel erop. Bij zijn afscheid gaf hij in zijn ambtswoning een groot feest. Toplui uit de Belgische inlichtingenwereld waren uitgenodigd. En van Brussel ging het naar Parijs, waar Bendler opnieuw een belangrijke CIA-functie op zich nam. In 2014 ging hij na een carrière van 30 jaar bij de CIA met pensioen.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En dus ging Bendler vanaf dan voltijds aan de slag als medewerker (‘contractor’) voor de CIA. Zo behield hij zijn veiligheidsmachtiging en toegang tot top secret informatie. Tot hij in 2020 door de CIA werd ontslagen.
Nadien richtte Bendler in Miami zijn eigen consultancybedrijfje op, One.61. Daarmee gaf hij veiligheidstrainingen aan welvarende zakenlui maar ook aan tieners en nanny’s. ‘Wij leren je om problemen te vermijden, maar als problemen jou vinden, zorgen wij ervoor dat je veilig thuiskomt’, klinkt het op LinkedIn.
Wat Bendler echter niet vermeldde op zijn LinkedIn-profiel, en bovendien verborgen had gehouden voor de Amerikaanse overheid, is dat hij van 2017 tot 2020 bij een lobbybedrijf in Washington werkte voor buitenlandse opdrachtgevers.
20.000 dollar per maand
Volgens de Amerikaanse justitie ging het om ‘ongeoorloofde en verborgen’ lobbyactiviteiten. Bendler zou zijn positie en toegang bij de CIA hebben gebruikt om invloed uit te oefenen op een onderzoek van een buitenlandse overheid naar verduistering door een van Bendlers buitenlandse klanten.
Verder zou hij hebben geprobeerd te wegen op een beslissing van de Amerikaanse overheid om al dan niet een visum toe te kennen aan een andere klant van Bendler, die ervan werd beschuldigd betrokken te zijn bij terrorismefinanciering. Bendler maakte bovendien ook misbruik van zijn toegang tot CIA-middelen door in geheime systemen te zoeken naar informatie over zijn lobbyklanten.
In ruil voor zijn ongeoorloofde activiteiten buiten de CIA kreeg Bendler honderdduizenden dollar. ‘Zijn tarief voor sommige klanten was 20.000 dollar per maand’, klinkt het in rechtbankdocumenten die Knack kon inkijken. ‘Hij verborg de ware aard van zijn werk voor zijn CIA-collega’s en misleidde en manipuleerde hen vaak om de belangen van zijn buitenlandse opdrachtgevers te bevorderen.’ Details over die lobbyklanten zijn niet publiek gemaakt.
Eind april bekende Bendler schuld en stemde hij ook in met de verbeurdverklaring van 85.000 dollar. Op 16 juli moet hij in Virginia opnieuw voor de rechtbank komen. De voormalige CIA-Chief of Station riskeert een gevangenisstraf van maximaal 7 jaar. Zijn advocaten reageerden niet op onze vragen.