Jaak Raes, topman Staatsveiligheid: ‘Met de openbare informatie die wij gebruikten, is niets gedaan’
Volgens topman van de Staatsveiligheid Jaak Raes kan de participatie van China in Eandis leiden tot ‘een ongezonde vorm van inmenging vanuit het buitenland en mogelijke vormen van spionage’.
Vorige week barstte de bom in het Eandis-dossier toen uit een vertrouwelijke brief van de Staatsveiligheid bleek dat de Chinese investeerders van State Grid Europe Limited nauwe banden hebben met de Chinese overheid en inlichtingendiensten. In de Wetstraat lieten prominenten zich kritisch uit over de informatie van de Staatsveiligheid, maar topman Jaak Raes bijt van zich af. ‘We hebben alleen maar gedaan wat we moeten doen.’
‘De Staatsveiligheid heeft in dit dossier eigenlijk niks meer of niks minder gedaan dan wat de wet voorschrijft dat ze zou moeten doen,’ legt de topman uit op zijn bureau in Brussel. ‘In die wet staan de opdrachten van deze dienst vermeld. Een van die opdrachten is om melding te maken van bedreigingen ten opzichte van de inwendige veiligheid van de staat. Dat kan gaan over spionage of inmengingen, beïnvloedingen van binnenlands bestuur of bedreigingen voor het zogenaamde economisch en wetenschappelijk potentieel – de Belgische infrastructuur en industrie, zeg maar.’
Waar schuilt dan precies het gevaar bij State Grid Europe Limited (SGEL)?
Jaak Raes: ‘Volgens ons kunnen we te maken hebben met een ongezonde vorm van inmenging vanuit het buitenland, in dit geval China, en kunnen we te maken hebben met mogelijke vormen van spionage. Zij kunnen in principe alle data verkrijgen die door Eandis verstuurd wordt. Persoonlijke data, of bijvoorbeeld data van domoticatoepassingen. Maar wij willen niet zover gaan om nu al alle mogelijke consequenties te gaan voorspellen, omdat wij ook geen zicht hebben op de toekomst.’
Moest die informatie dan niet vroeger naar buiten gebracht worden?
‘De nota is niet op het laatste moment gestuurd, zoals sommigen suggereren. Die is verstuurd op het moment dat de informatie die we hadden samenviel en we er een inlichting van hebben gemaakt. Onze dienst heeft zich niet laten leiden door timings, onderhandelingen of politieke agenda’s. Er zijn echt andere prioriteiten. Een dossier gaat buiten op het moment dat het af is.’
‘China kan in principe alle data verkrijgen die door Eandis verstuurd wordt’
Maar veel informatie in de brief was er al lang, en komt uit openbare informatie die al geruime tijd beschikbaar is.
‘Dat ontken ik niet. Inlichtingenwerk is het verrijken van onder meer informatie die openbaar beschikbaar is. Het staat zelfs letterlijk in de brief: ‘Voor State Grid hebben wij in open bronnen deze aanwijzingen gevonden.’ We verbergen dus niet dat bepaalde informatie uit open bronnen afkomstig is.
Het kanaal van de openbaar beschikbare informatie is gewoon heel erg groot geworden. We leven in een maatschappij waar men op internet heel wat van zichzelf prijsgeeft. Kijk maar naar de militairen die nu bedreigd worden door Islamitische Staat. Je ziet dat een aantal van die mensen mogelijk onvoorzichtig is geweest door iets van zichzelf openbaar ter beschikking te stellen.’
Op welk punt is die informatie dan samengesmolten tot een concrete inlichtingennota?
‘Ongeveer half september hadden wij bijzondere informatie die ons ertoe dwong onze informatie kenbaar te maken aan de beleidsverantwoordelijken. Informatie kan je op verschillende manieren vergaren. Je kan zelf op zoek gaan en vragen gaan stellen, of je kan informatie krijgen van bronnen, van mensen die bereid zijn te praten over hun kennis van een sector. Daarnaast heb je ook informatie die je kan vragen aan overheidsdiensten, en in uitzonderlijke gevallen kunnen we gebruik maken van zogeheten bijzondere informatiemethodes. Die kunnen we bijvoorbeeld inroepen als we een heel erg goede reden hebben een telefoon af te luisteren.
Maar je kan ook informatie delen met een buitenlandse dienst. Die is misschien wel bereid om mij informatie te bieden, op voorwaarde dat ik van hen de toestemming krijg om daarmee aan de slag te kunnen. Je moet die toestemming hebben – dat is de ‘regel van de derde dienst’: je vraagt eerst toestemming om info te gebruiken van andere inlichtingendiensten. Dat is heilig in onze branche. In dit dossier moesten we de goedkeuring krijgen van een buitenlandse dienst om informatie naar buiten te brengen.
Ik stel wel vast dat een aantal anderen in dit land al veel vroeger over SGEL hebben gepubliceerd en daarmee naar buiten zijn gekomen. Dan heb ik het over de openbare informatie die we gebruikt hebben. Daar is toen niets mee gedaan.’
Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) vroeg zich openlijk af of jullie misschien te veel middelen hadden, aangezien jullie zo veel informatie gewoon uit openbare bronnen halen.
‘Ik begrijp die redenering niet goed. Toen vorig jaar een aanslag werd verijdeld in Verviers, werden zulke opmerkingen niet gemaakt. Ik neem akte van de woorden van mijnheer Bourgeois, maar men moet van mij niet moet verwachten mee te gaan in de redenering dat deze dienst overbodig is. Ik denk dat het voldoende aangetoond is wat het nut kan zijn en is geweest van deze dienst.’
Hoeveel mensen werken er voor de beveiliging van belangrijke economische instellingen?
‘Te weinig, veel te weinig. Een van de redenen dat ik vorig jaar naar de nationale veiligheidsraad ben getrokken met een actieplan, was precies om toe te lichten dat je in tijden van nood en terrorisme moet proberen om de schaarse middelen in te zetten voor de prioriteiten. Niet alles kan een prioriteit zijn.’
Als er zo weinig middelen zijn, moet de Staatsveiligheid dan wel zo’n cruciale rol spelen in dossiers van buitenlandse investeringen?
‘Misschien moet onze dienst ook wel eens op een bepaald moment behoorlijk versterkt worden’
‘Uiteraard staat de Staatsveiligheid de laatste maanden – en dan vooral sinds Verviers – iets meer in de kijker als de dienst die jaagt op alles wat beweegt rond terrorisme. Maar er zijn ook mensen in deze dienst die zich ondertussen bezig houden met het bewaken van de sector van het wetenschappelijk economisch potentieel. Als wij denken dat die gevaar loopt, dan moeten wij daar melding van maken.
In deze sector staat Eandis gecatalogiseerd als kritische Belgische infrastructuur. Daarom zijn we erin geïnteresseerd. Het is heel anders dan bijvoorbeeld bij Volvo (waarin China ook heeft geïnvesteerd, red.). Dat is geen kritische infrastructuur, en daar zullen wij ons dan ook niet in bemoeien.
Misschien moet onze dienst ook wel eens op een bepaald moment behoorlijk versterkt worden om die opdracht ook tot een goed einde te kunnen brengen.’
Wat zijn nog kritische infrastructuren in ons land?
‘Kritische infrastructuur is infrastructuur die bij het uitvallen minstens impact heeft op twee andere lidstaten. Er zijn niet te veel sectoren daarin ondergebracht. Het heeft met te maken met het voortbestaan van België. Als morgen de nucleaire sector zou uitvallen, dan zouden we misschien elektriciteit moeten aanvoeren vanuit het buitenland en ben je afhankelijk van wat andere landen kunnen aanbieden. Dat is kritische infrastructuur.’
Tot slot: moeten we echt bang zijn van de Chinezen? Willen vooral zij onze kritische infrastructuur binnendringen?
‘Als het aankomt op participatie en een aandeel verwerven in onze bedrijven, dan kan de interesse van overal komen – heus niet alleen van de Chinezen.’
Vanavond gaat Eandis-voorzitter Piet Buyse in debat met China-kenners Jonathan Holslag en Bart Dessein. Over de Eandis-deal, uiteraard. Maar ook over het bredere verhaal van de Chinese expansie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier