Patrick Develtere

Integraal: Rerum Novarum-speech Patrick Develtere: ‘Onze samenleving is geen sleutel-op-de-deurformule’

Patrick Develtere voorzitter van beweging.net

‘We hebben veel bereikt’, stelt Patrick Develtere van beweging.net op de 125ste verjaardag van Rerum Novarum. ‘Maar als we zo veel ellende zien, dan mogen we ons niet op de borst kloppen.’ Lees hier zijn volledige toespraak. ‘Kunnen we wel van groei spreken wanneer die niet kwalitatief is?’

Beste vrienden en vriendinnen

Vandaag is het 125 jaar geleden dat Paus Leo XIII de encycliek Rerum Novarum uitvaardigde. 125 jaar geleden, en toch is het vandaag niet zomaar een herdenking. De strijd ligt niet achter ons. De strijd voor een sociaal-rechtvaardige samenleving is brandend actueel.

Rerum Novarum-toespraak Patrick Develtere: ‘De zijlijn is vandaag helaas dichtbevolkt’

We hebben veel bereikt op 125 jaar. Daar mogen we fier op zijn. Er is veel vooruitgang geboekt en veel ellende ligt achter ons. Maar als we de armoedecijfers zien, ook het stijgende aantal werkende armen, als we kijken naar de manier waarop we omgaan met mensen op de vlucht. Ook als we het aantal lege brooddozen op scholen zien toenemen, of breder, de grote financiële ongelijkheid en de klimaatproblematiek, dan past het niet om hier vandaag enkel een lofrede te brengen.

Als we zoveel ellende zien, dan mogen we ons niet op de borst kloppen. Dan is er nog werk aan de winkel. Dan moeten we vooral volharden in onze aanpak: zien, oordelen, handelen.

Zien, oordelen, handelen

Zien, oordelen en handelen. Dat is en blijft onze manier om grip te krijgen op onze samenleving. Om ze samen beter te maken.

Zien, oordelen, handelen, het is de manier om de verhalen achter lege brooddozen te kennen. Om achter armoedecijfers mensen in armoede te zien, hen te ontmoeten en de oorzaken van armoede te begrijpen.

‘Sommigen denken de oorzaken van lege brooddozen te kennen, maar ze hebben nog nooit met mensen in armoede gesproken.’

Sommigen gaan al voorbij aan de eerste stap, het zien. Ze denken bijvoorbeeld de oorzaken van armoede te kennen. Ze denken de oorzaken van lege brooddozen te kennen. Maar ze hebben nog nooit met mensen in armoede gesproken. Als het bij het zien al misloopt, dan zeker bij het oordelen. En veel moeten we dan niet verwachten van hun handelen.

In het ergste geval zullen ze niet handelen, omdat ze geoordeeld hebben, zonder enige kennis van zaken, dat de oorzaken van armoede bij de mensen in armoede zelf liggen. En ja, als het echt schrijnend wordt, dan zullen ze een lege brooddoos met genereuze gebaren vullen.

Maar een maaltijd geven, dat is het probleem niet ten gronde aanpakken. Dat is liefdadigheid. Dat is niet hetzelfde als solidariteit. Solidariteit is het geloof dat we voor elkaar moeten zorgen, dat we voor elkaar verantwoordelijk zijn. Een sociaal- rechtvaardige samenleving is een solidaire samenleving.

Waarbij iedereen ervoor verantwoordelijk is dat niemand aan de zijlijn wordt achtergelaten. Dat verhaal moeten wij vandaag blijven vertellen.

De wereld is van iedereen

Want de zijlijn, die is vandaag helaas dichtbevolkt. Mensen op de vlucht, mensen in armoede, werkende armen, mensen zonder werk, mensen zonder perspectief op geluk, zonder perspectief op een dag zonder zorgen. Met die vaststelling moeten we aan de slag. Daarbij is onze doelstelling een kwaliteitsvol leven voor iedereen. Met minder stellen we ons niet tevreden. Want, de wereld is van iedereen.

Dat klinkt mooi, ook na 125 jaar sociale strijd. De wereld is van iedereen. Maar in praktijk blijkt ze toch een beetje meer van de ene dan van de andere. Financiële ongelijkheid bijvoorbeeld. In België, een land waarvan men zegt dat de ongelijkheid nog best meevalt, bezitten de 5% rijksten meer dan 30% van het totale vermogen. Aan de andere kant heeft een vierde van de gezinnen minder dan 5.000 euro spaargeld, wat onvoldoende is om een grote herstelling of een periode van werkloosheid de baas te kunnen.

‘De wereld is blijkbaar toch een beetje meer van de vermogenden dan van de armen.’

Terwijl het journaal melding maakt van alweer een stijging van de bonussen van grote bedrijfsleiders, dit jaar met maar liefst 25%. De wereld is blijkbaar toch een beetje meer van de vermogenden dan van de armen.

In ons land, vandaag – België, 2016 – is er nog steeds een grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vrouwen nemen veel vaker de zorg op voor het gezin. Vrouwen verdienen een

vijfde minder dan mannen. De wereld is blijkbaar toch nog altijd een beetje meer van de mannen, dan van de vrouwen. En het kan nog specifieker: de wereld is het meest van blanke mannen boven de 40.

Van Panama tot De Panne

Gelijkheid blijkt mooi in woorden, maar niet in daden. Wie ongelijkheid wil terugdringen, die moet maatregelen nemen. Oorzaken zoeken en aanpakken. Zien, oordelen en handelen. Zo moeten tijdelijke arbeidskrachten beter beschermd worden, moet het statuut voor deeltijds werk haalbaar worden, bijvoorbeeld met tijdige werkroosters, en moet het systeem van tijdkrediet voor iedereen een optie blijven. En last but not least, een eerlijke bijdrage van iedereen. Van Panama tot De Panne. En Knokke. Van beursspeculant over verhuurder tot rentenier.

De lasten op inkomen uit arbeid zijn hoog, de lasten op inkomen uit vermogen zijn laag. Een evenwicht is nodig, waarbij het principe een euro is een eurovoorop kan staan: inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen evenwaardig belast. Er is geen reden om een euro verdiend uit verhuur of vermogen minder te belasten dan een euro verdiend als loon.

‘Polariseren helpt ons niet vooruit, maar het is handig: verdeel en heers.’

Wie nalaat maatregelen te nemen of bestaande systemen afschaft, die vergroot ongelijkheid, die is verantwoordelijk voor meer mensen aan de zijlijn.

En alsof het nog niet erg genoeg is dat er mensen aan de zijlijn staan. Sommigen gaan zelfs een stapje verder. Door extra te polariseren. Dat helpt niks vooruit, integendeel. Maar polariseren is handig, verdeel en heers.

Zieken tegenover niet-zieken.Werkenden tegenover werkzoekenden.

Wie hier al langer is tegenover wie hier nog maar net is. Wie een godsdienst beleeft, tegenover wie dat niet doet. De “goeden” tegenover de “slechten”.

Bij het voortdurend zien en horen van stigmatisering en polarisering, denk ik af en toe aan een gedicht van Martin Niemöller. Vandaag zou het misschien anders klinken, bijvoorbeeld:

Toen de vluchtelingen hard werden aangepakt, heb ik gezwegen,

ik was immers geen vluchteling

Toen ze de gepensioneerden troffen met vele prijsverhogingen, hogere elektriciteits- en gasfacturen

ja, dan heb ik gezwegen

ik was immers geen gepensioneerde

Toen ze de mensen in armoede in de kou lieten, heb ik niet geprotesteerd,

ik was immers zelf niet in armoede.

Toen ze de zieken en werkzoekenden viseerden, heb ik niet geprotesteerd,

ik was immers noch ziek noch werkzoekend

Toen ze bij mij terechtkwamen

was er niemand meer, die nog protesteren kon

‘Er is geen reden om een euro verdiend uit verhuur of vermogen minder te belasten dan een euro verdiend als loon.’

Vandaag lijken alle groepen in de samenleving geviseerd, met een beurtrol. De ene groep al wat meer dan de andere. Er is maar één groep die de dans ontspringt – en dat zijn de vermogenden. Daarom herhaal ik nog eens, want we horen dat in juni en juli opnieuw ingrijpende maatregelen nodig zijn. Ik herhaal daarom onze dwingende suggestie: een eerlijke bijdrage van iedereen. Van Panama tot De Panne. Er is geen reden om een euro verdiend uit verhuur of vermogen minder te belasten dan een euro verdiend als loon.

Beste vrienden en vriendinnen

Het is duidelijk dat de wereld momenteel niet van iedereen is. En dat heeft ook gevolgen voor wie mag beslissen over die wereld. Nog niet zo lang geleden, hadden vrouwen geen stemrecht in ons land – en nog ietsje verder terug in de tijd hadden sommige rijkere mensen meerdere stemmen.

Ondertussen hebben we in ons land een rijke traditie van betrokkenheid, participatie en sociaal overleg uitgewerkt. En dat werkt! Maar sommigen willen dat afbouwen. Dat is echter onwijs. Laat me een sprekend voorbeeld geven.

Permanente betrokkenheid

Momenteel worden volop in onbruik geraakte gebouwen zoals kazernes en kloosters omgebouwd tot wooneenheden. In Hoboken nam een projectontwikkelaar de oude directeurswoning van de Cockerillfabriek zelf onder handen. Vijf mooie wooneenheden waren het resultaat. Wie er wilde gaan wonen, moest samen met vier anderen een groepsbod uitbrengen. De projectontwikkelaar kreeg geen enkel bod, de krant kopte”Co-housing in Hoboken flopt.”

De krant ging op zoek naar de oorzaak, want co-housing is toch hip en een trend? De oorzaak is niet ver te zoeken, zeggen initiatiefnemers van succesvolleco-housingprojecten: zeggenschap en betrokkenheid van toekomstige bewoners en eigenaars vanaf het begin. Co-housingkan je niet sleutel-op-de-deur realiseren.

Iedereen bouwheer

En het is net zo met de rest van de wereld en onze samenleving. Iedereen maakt deel uit van de samenleving, ze kan niet bedacht worden door enkelen, die op een moment zeggen: voilà, hier is het. Onze samenleving is geen sleutel-op-de-deurformule, iedereen is bouwheer. De mens wil immers van nature impact op zijn of haar omgeving, de omgeving en leefomstandigheden verbeteren. Wij geloven in permanente zeggenschap en betrokkenheid.

Enkel zo kunnen we problemen oplossen die noch de bedrijven noch de overheid alleen kunnen oplossen. De bedrijven streven naar winst, de overheid naar efficiëntie. Daar is niks mis mee, zolang de ontbrekende schakel, de menselijke invalshoek, de invalshoek van de gebruiker, van de werknemer, van de buurtbewoner, van de boer in Ethiopië ook vertegenwoordigd is. De ontbrekende schakel zijn tussen bedrijven en overheid, dat is geen makkelijke rol. Waarom niet? Omdat het vaak tegen de stroom in is, niet oppervlakkig is, omdat er bezieling mee gepaard gaat. Bezieling, solidariteit en aandacht voor een kwaliteitsvol leven van alle mensen is verschillend van winststreven, maar het hoeft er niets haaks op te staan.

‘Als sociale ondernemers moeten we zelf experimenteren met nieuwe werk- en samenlevingsvormen.’

Sociale organisaties vertegenwoordigen het doelpubliek, de gebruikersgroep, de werknemer, de buurtbewoner, de boer in Ethiopië. Sociale organisaties moeten protesteren tegen wat als onjuist, onrechtvaardig en onwijs wordt aangevoeld. Als sociale ondernemers moeten we zelf experimenteren met nieuwe werk- en samenlevingsvormen. We moeten banden smeden tussen mensen en bruggen bouwen tussen groepen van mensen. Waarom dan niet meer doen aan de toenemende eenzaamheid en onmacht die mensen voelen. Werkzoekenden, mensen op de vlucht, langdurig zieken, armen en ouderen helpen om de zijlijn te verlaten, naar de wereld, van iedereen.

Levenskwaliteit

Vrienden en vriendinnen,

Bekijk dit rijtje: mensen op de vlucht, mensen in eenzaamheid, vissers die door klimaatopwarming niet meer kunnen vissen, landbouwers die niet meer kunnen telen, mensen met een burn-out of depressie.

Ons huidige model is niet in staat antwoorden te formuleren op die uitdagingen. Het weet mensen op de vlucht geen structurele plaats te geven. Ook wat betreft oplossingen voor burn-outs, depressies en eenzaamheid biedt een kwantitatief model geen houvast. Om het met Albert Einstein te zeggen; ‘We kunnen onze problemen niet oplossen met de recepten waarmee we ze gemaakt hebben’.

We beleven een kantelmoment, net als 125 jaar geleden. Men probeert nog even vast te houden aan de oude recepten. Waar politici en economen de mond vol hebben van terugverdieneffecten, zien mensen en sociale organisaties vooral verlieseffecten.

‘Betekent flexibel werken binnenkort dat we de keuze krijgen om niet te werken wanneer we ziek zijn – zolang we het op een ander moment inhalen?’

Ik verklaar mij nader. Het kwantitatieve recept schrijft kostenbeheersing voor. Besparing. Door te ontvetten zoals dat heet, dalen de kosten, moeten er minder belastingen betaald worden, maken bedrijven meer winst, kunnen extra werknemers worden aangeworven, met andere woorden: komt groei tot stand. Maar is dat zo? De groei blijft immers achter. De verlieseffecten zijn talrijk: werknemers moeten zich in bochten wringen om hun werk en privé gecombineerd te krijgen, zeker in flexibele arbeidssystemen zoals interim-arbeid, zoals onvrijwillig deeltijdse arbeid met variabele uurroosters.

Tweeverdieners moeten grootouders inschakelen voor kinderopvang, een eigen huis verwerven zonder financiële hulp is haast onbetaalbaar voor jonge koppels; dus best nog een beetje harder werken, wordt er gezegd, om dat huis en die auto op de oprit af te betalen. Het aantal burn-outs neemt toe, onder meer door toegenomen stress. Altijd meer, met minder. Maar vooral: waar stopt het? Betekent flexibel werken binnenkort dat we de keuze krijgen om niet te werken wanneer we ziek zijn – zolang we het op een ander moment inhalen?

‘Kunnen we nog spreken van groei wanneer die niet kwalitatief is, niet goed voor mensen, voor klimaat, voor onze manier van samenleven, voor onze planeet?

125 jaar geleden diende Rerum Novarum zich aan als startpunt voor een omwenteling. Het doel was een beter leven voor alle mensen, voor iedereen. Vandaag staan we opnieuw voor zo’n omwenteling, een omwenteling die de levenskwaliteit moet verbeteren. De uitdagingen van onze tijd blijven onbeantwoord in het huidige denkkader.

We moeten daarom werken aan een nieuw denkkader, dat wel oplossingen kan aanreiken voor de toenemende eenzaamheid, de stress van het multitasken, het fijn stof in ons leefmilieu, de opwarming van de aarde, groeiende onvrede en onrusten over grote financiële ongelijkheid, de spanningen tussen groepen mensen, tussen ideologieën en geloofspraktijken.

Kunnen we nog spreken van groei wanneer die niet kwalitatief is, niet goed voor mensen, voor klimaat, voor onze manier van samenleven, voor onze planeet? Kunnen we van groei spreken wanneer de groei in cijfers positief is, maar het verhaal achter de groei negatief?

Kost wat kost blijven vasthouden aan een model van kwantitatieve groei zonder andere doelstellingen, is conservatief, onmenselijk en ook niet slim want maatschappelijke en ecologische zelfmoord.

De komende jaren en decennia moeten we alternatieven vinden voor het model van kwantitatieve groei. De omwenteling is ingezet, de roep naar alternatieven zal steeds luider klinken.

Groei zal kwalitatief zijn – of zal niet zijn. Of nog: de wereld zal van iedereen zijn – of zal niet zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content