Walter De Smedt

‘In de zaak-Julie Van Espen loopt Koen Geens (CD&V) opnieuw weg van zijn verantwoordelijkheid’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

‘Koen Geens heeft het gemakkelijk wanneer hij de verantwoordelijkheid bij de rechters legt’, schrijft Walter De Smedt, naar aanleiding op de moord op Julie Van Espen. ‘Nochtans is de straffeloosheid een gevolg van zijn beleid.’

‘Ik kan niet zeggen hoezeer ik de feiten betreur. Maar ik kan ook niet zeggen hoezeer ik de rechtsstaat moet verdedigen. Het is een onafhankelijke rechter die beslist heeft hem niet onmiddellijk aan te houden.’ Met deze uitspraak wast justitieminister Koen Geens (CD&V) zijn handen in onschuld in de zaak van de moord op Julie Van Espen: fout van de rechter.

Het is ook niet de eerste maal dat Koen Geens er zich tracht van af te maken door alle schuld in de schoenen van de rechter te schuiven.

Neem de aanslag in Luik van vorig jaar door Benjamin Herman. Hij was toen op penitentiair verlof, terwijl er reeds gewaarschuwd was voor zijn gevaarlijk gedrag. Bovendien was het tijdens een eerder verlof al eens fout gelopen. De oppositie vroeg prompt het ontslag van Geens, maar die antwoordde laconiek: ‘Wie weet. Ik ben politiek verantwoordelijk, maar niet persoonlijk, dat is alles wat ik daarop te zeggen heb.’

In de zaak-Julie Van Espen loopt Koen Geens (CD&V) opnieuw weg van zijn verantwoordelijkheid.

Cipierstakingen

Daar stopt het niet. Toen bleek dat Noureddine Cheikhni, de moordenaar van politieagente Kitty Van Nieuwenhuize, penitentiair verlof kreeg onder elektronisch toezicht, wees Geens erop dat het om een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank ging.

In het dossier van Bilal ‘Moreno’ A., een tienerpooier, was er opnieuw kritiek. Bilal kreeg meermaals een gunstmaatregel, zoals een enkelband, maar schond telkens zijn voorwaarden. En wat zei Koen Geens? ‘Ik vind zijn handelingen laakbaar, maar ik moet de beslissingen van de magistratuur niet verantwoorden. Die worden onafhankelijk van de politiek genomen, dat is niet mijn verantwoordelijkheid.’

Heeft een justitieminister dan geen verantwoordelijkheid voor het door hem gevoerd strafrechtelijk beleid?

Naar aanleiding van de moord op de verpleegster Christine Lenaerts uitte N-VA harde kritiek op minister Geens. De verdachte van de moord was veroordeeld voor een homejacking, maar na minder dan een derde van de straf – en nota bene op basis van een omzendbrief van de minister – vrijgekomen. Geens benadrukte dat hij ook andere maatregelen had voorgesteld, zoals het beperken van de voorlopige hechtenis, maar dat die het niet hadden gehaald binnen de regering-Michel. ‘De regering heeft de huidige maatregelen aanvaard en beloofd die collectief met mij te dragen’, zei Geens met een vingerwijzing naar de toenmalige coalitiepartners N-VA en Open VLD.

Onderfinanciering

Heeft een justitieminister dan geen verantwoordelijkheid voor het door hem gevoerd strafrechtelijk beleid? Geens had hoe dan ook kunnen opstappen na de aanslag in Luik. Hij gebruikte het penitentiair verlof immers niet waarvoor het dient, met name voor uitzonderlijke, meestal familiale, redenen, én om de definitieve invrijheidstelling voor te bereiden.

Voor Geens is penitentiair verlof daarentegen een middel om de onderfinanciering van Justitie en het gevangeniswezen te verhelen. Dat tekort aan middelen leidt immers tot de overbevolking van de gevangenissen (en veroorzaakt bovendien cipierstakingen).

Op een bepaald ogenblik geeft hij die politieke verantwoordelijkheid zelfs toe. In 2017 toonde hij zich voorstander voor quota voor voorlopige hechtenissen. Onder het motto ‘één erin, is er één uit’, stelde hij voor dat elk arrondissement zou werken met een maximaal aantal aanhoudingen. Vanaf dat aantal wordt bereikt, kan een nieuwe aanhouding pas gebeuren wanneer een eerdere wordt opgeheven.

In de zaak rond de moordenaar van politieagente Kitty Van Nieuwenhuize vergat Koen Geens dat hij het elektronisch toezicht, de enkelband, had bedacht en uitgevoerd. Hij vergat dat hij van de enkelband zelfs een autonome straf had gemaakt. Hij vergat dat het dragen van een enkelband een celstraf kan vervangen.

In het dossier-Bilal Moreno was het antwoord van de minister juist wat de onafhankelijkheid van de magistratuur betreft, maar erg onvolledig voor de rest: magistraten voeren immers uit wat de wetgever, op voorstel van de minister, heeft beslist.

Hetzelfde geldt voor de moord op verpleegster Christine Lenaerts. Geens schoof zijn verantwoordelijkheid door naar de regering, maar er werd gehandeld in uitvoering van zijn omzendbrief. De justitieminister is persoonlijk verantwoordelijk voor het strafrechtelijk beleid dat hij en niemand anders bepaalt.

Confrontatie tussen minister en rechters

Het beleid van Koen Geens heeft twee hoofdkenmerken. Enerzijds is er de blijvende onderfinanciering en de onmacht om openstaande vacatures in te vullen. Anderzijds voerde hij maatregelen in om de voorlopige hechtenis en de uitvoering van uitgesproken straffen tegen te gaan.

De hypocrisie van de minister: hij doet er alles aan om de hechtenis te beperken, maar weigert ook maar enige verantwoordelijkheid te nemen voor de daardoor ontstane straffeloosheid.

Dat eerste zie je ook in zaak rond Julie Van Espen. Wegens het personeelstekort moest het Hof van Beroep in Antwerpen twee strafkamers sluiten.

Het tweede element – de niet-uitvoering van uitgesproken straffen – kan evenmin worden ontkend. Daarin zit de hypocrisie van de huidige minister: hij doet er alles aan om de (voorlopige of definitieve) hechtenis te beperken, maar weigert ook maar enige verantwoordelijkheid te nemen voor de daardoor ontstane straffeloosheid.

Koen Geens heeft het gemakkelijk wanneer hij de verantwoordelijkheid bij de rechters legt. Rechters hebben immers een plicht tot terughoudendheid en mogen geen kritiek geven op de reacties van de minister, zeker niet wanneer het op hun eigen uitspraak is.

Niemand kan ontkennen dat straffeloosheid een fenomeen is geworden. Maar dat is niet het gevolg van wat de rechters doen. Zij worden door het politiek beleid aangespoord om de voorlopige hechtenis te beperken. Wanneer zij dan toch celstraffen uitspreken, worden die niet of willekeurig uitgevoerd.

De ware oorzaak van het fenomeen ligt bij het strafrechtelijk beleid dat de persoonlijke verantwoordelijkheid is van de justitieminister. Zijn houding zorgt voor een steeds groter wordende confrontatie tussen hem en de rechterlijke macht. Indien dit politiek beleid wordt voortgezet in de volgende regering, zal het alleen maar erger worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content