‘Ik heb de indruk dat Vlaamse burgemeesters kwader zijn op mij dan de Chinese Communisten’

Aandeelhoudersbijeenkomst over de deal tussen het Chinese State Grid en het Belgische gas- en elektriciteitsnetwerk van Eandis. © Belga Image

‘Ik vind nog altijd dat het de juiste beslissing was om de samenwerking tussen Eandis en State Grid te verbreken’, vindt professor Jonathan Holslag. ‘We moeten goed nadenken over hoe we grote nutsbedrijven kunnen ondersteunen om slimme infrastructuur te ontwikkelen.’

Een jaar geleden stak een kleine storm op in Vlaanderen toen bleek dat het grootste Chinese staatsbedrijf op het punt stond een participatie te nemen in het nutsbedrijf Eandis. De samenwerking ging uiteindelijk niet door. In zo’n saga zijn er geen overwinnaars, maar positief is tenminste dat de Vlaamse overheid kritischer is gaan kijken naar een aantal zaken. Zo worden er discussies gevoerd over de toekomst van onze energievoorziening, en wordt er nagedacht over hoe we buitenlandse investeringen in strategische sectoren kunnen evalueren.

Ik vind nog altijd dat het de juiste beslissing was om de samenwerking tussen Eandis en State Grid te verbreken. De fundamentele bezwaren blijven overeind. Ten eerste valt het moeilijk te verdedigen dat een Chinees staatsbedrijf een mooi rendement opstrijkt aan een Vlaams nutsbedrijf, terwijl Vlamingen die kans niet krijgen. Ten tweede is er sprake van oneerlijke concurrentie: ook de Chinese investeringsrichtlijnen van dit jaar houden de Chinese energiesector hermetisch gesloten voor buitenlandse bedrijven. State Grid wordt rijk door een staatsmonopolie en enkel daardoor heeft het een enorme oorlogskas kunnen aanleggen om zich elders in de wereld in te kopen. Door State Grid toe te laten, zouden we de Europese onderhandelingspositie verder ondermijnen. Ten derde blijft het probleem bestaan dat we al erg afhankelijk zijn van buitenlandse investeringen, zeker in de energiesector. Daardoor verdwijnen er jaarlijks honderden miljoenen aan investeringsinkomsten naar het buitenland.

Ik heb de indruk dat Vlaamse burgemeesters kwader zijn op mij dan de Chinese Communisten

Het verzet tegen de Eandis-deal was niet fraai. Er werd soms op de man gespeeld, ook door mij. Veel burgemeesters en lokale bestuurders vinden dat hen onrecht werd aangedaan, en dat ze als aandeelhouders van Eandis geld misliepen. Ik heb soms nog de indruk dat Vlaamse burgemeesters kwader zijn op mij dan de bonzen van de Chinese Communistische Partij. Ik begrijp die frustratie voor een stuk, en je kunt natuurlijk niet van politici verwachten dat ze allemaal op zoek gaan naar het verhaal achter een bedrijf zoals State Grid. Maar het is wél belangrijk dat die analyse wordt uitgevoerd, door onze inlichtingendiensten en door de Vlaamse Overheid, die grotendeels bevoegd is voor buitenlandse investeringen. Nog belangrijker is dat we goed nadenken over hoe we belangrijke nutsbedrijven zoals Eandis kunnen ondersteunen om slimme infrastructuur te ontwikkelen, en hoe wij ons spaargeld kunnen activeren om te investeren in onze economische toekomst.

Er is geen tijd te verliezen, want de nood aan investeringen is hoog. Volgens een studie van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) kan de ontwikkeling van een duurzaam energienetwerk, na het sluiten van de kerncentrales, tot 11 miljard euro per jaar kosten (weliswaar voor heel België). De modernisering van de rioleringen wordt een zaak van minstens 1 miljard euro per jaar, als we meer wegverzakkingen willen voorkomen. Daarnaast hebben we miljarden nodig voor scholen, rusthuizen, ziekenhuizen, wegen enzovoort. Die investeringen kunnen een kans zijn. We zouden ze kunnen aanwenden als hefboom om nieuwe, innovatieve Vlaamse bedrijven te ondersteunen, en doorbraken te realiseren in nieuwe technologieën en duurzame materialen.

De voorwaarde is dan dat we, net zoals China, strategisch nadenken en vooral de samenhang zien tussen infrastructuur, ruimtelijke ordening, duurzaamheid, fiscaliteit, kwaliteitsstandaarden, industrie, handel en financiën. De Vlaamse overheid zou haar bevoegdheden optimaal moeten inzetten. Ze hoeft heus niet alles zelf te doen. Het gaat er vooral om de markt te organiseren, ervoor te zorgen dat ondernemers hun werk kunnen doen en dat gezinnen mee kunnen investeren. We moeten ook de mogelijkheden onderzoeken om te snoeien in het aantal regulatoren en het aantal intercommunales. De Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) zou kunnen worden versterkt, maar er dient vooral ook gekeken te worden naar financiële participatie door burgers via obligaties en aandelen, naar pensioenfondsen die een groter deel van hun middelen lokaal zouden kunnen investeren als daar een goed rendement tegenover staat. En vooral: het rendement is niet uitsluitend financieel. Het belangrijkste rendement van investeringen blijft een sterke samenleving en een veerkrachtige economie waar ook de komende generaties op verder kunnen bouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content