David De Pue

‘Hout opstoken in kachels is te vergelijken met passief roken, maar op een veel grotere schaal’

David De Pue Landbouwonderzoeker en leerkracht in opleiding

‘Als politici het gezellige aspect van houtverbranding benadrukken, legitimeren ze deze erg vervuilende praktijk’, schrijft milieuwetenschapper David De Pue (UGent). Hij roept op om werk te maken van een oplossing voor de gezondheidsproblemen die houtverbranding veroorzaakt.

Vanmiddag werd in Brussel de ‘Green Deal Huishoudelijke Houtverwarming’ voorgesteld, een vrijwillige akkoord tussen de overheid, de kachelsector en een aantal derde partijen. Het doel is om de fijnstofuitstoot van houtverbranding tegen 2030 te halveren en verouderde kachels buiten gebruik te stellen. In het akkoord zijn er echter geen spijkerharde garanties opgenomen om dat doel te bewerkstelligen, terwijl de urgentie van het probleem dwingt tot snellere en strengere maatregelen.

Hout opstoken in kachels is te vergelijken met passief roken, maar op een veel grotere schaal.

Nu de temperaturen, na een schijnbaar eindeloze zomer, toch een duik hebben ingezet gaat het stookseizoen volop van start. In mijn wijk, het dichtbevolkte centrum van de Gentse deelgemeente Gentbrugge, zijn er alvast enkele buurtbewoners die niet hebben gewacht op herfstweer om hun kachels aan te steken: al een week hangt er ’s avonds een houtreukgeur in onze straat. Een geur die nostalgische associaties bij me oproept: als ik als kind die geur in de herfst oppikte, wist ik dat het tijd was om aan mijn brief voor Sinterklaas te beginnen. Ik bracht vroeger talloze avonden door bij het houtvuur in de huiskamer: de associatie van houtstook met huiselijke gezelligheid zit er ook bij mij ingebakken.

De uitstoot van houtkachels ligt politiek gevoelig. ‘Gezelligheid in huis met vuur kan nog altijd’, liet Joke Schauvliege optekenen tijdens haar speech bij de ondertekening van de Green Deal. Dat discours is gevaarlijk: als politici het gezellige aspect van houtverbranding benadrukken, legitimeren ze deze erg vervuilende praktijk. De laatste keer dat ik de bevoegdheden van minister Schauvliege erop nasloeg, zag ik daarin nochtans niet ‘Gezelligheid’ staan, maar wel ‘Omgeving’. Laat het nu net de luchtkwaliteit van onze woonomgeving zijn die door die gezellige houtverbranding ernstig wordt aangetast. Meer dan de helft van de primaire fijnstofuitstoot in Vlaanderen is afkomstig van houtkachels en open haarden. Daarnaast is houtstook de belangrijkste bron van kankerverwekkende PAKs (Polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Volgens een recent rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) sterven jaarlijks 4100 Vlamingen vroegtijdig omwille van de hoge fijnstofconcentraties. Het mag duidelijk zijn dat de bijdrage van houtverbranding aan dat sterftecijfer in de duizenden loopt, een veelvoud van het aantal verkeersslachtoffers dat jaarlijks te betreuren valt. Net als voor verkeersdoden is elke dode door luchtverontreiniging er een te veel.

Niet enkel de nadruk van de minister op gezelligheid doet de wenkbrauw fronsen, ook het feit dat ze er met de Green Deal op een akkoordje gooit met de kachelsector roept vragen op. Het is alsof de minister van Volksgezondheid lachend toplui van de tabaksindustrie de hand zou drukken, omdat deze laatste beloven enkel sigaretten met filters op de markt te brengen. Het is duidelijk dat een minister van Volksgezondheid het aantal rokers zo laag mogelijk wil houden. Evenzeer is het logisch dat een minister van Omgeving het aantal huishoudens dat op hout verwarmt tot een minimum wil beperken, in de wetenschap dat zelfs de modernste kachels een factor duizend meer fijnstof uitstoten van andere verwarmingstoestellen.

Wetenschappers van de Vlaamse Milieumaatschappij rekenden het voor: 133 genormeerde kachels stoten in een etmaal evenveel fijnstof uit als al het verkeer op 10 km Antwerpse ring. Dat zijn hallucinante cijfers. De Bond Beter Leefmilieu, die bij de Green Deal betrokken was maar ze niet ondertekent, stelt zich dan ook terecht vragen bij de toekomstige rol van houtverbranding in gebouwenverwarming. In het ideale geval zetten we in de toekomst in op, naast doorgedreven isolatie, verwarming zonder verbranding zoals warmtepompen en warmtedistributienetten.

Het zorgwekkende is dat het aantal huishoudens dat hout stookt de voorbije tien jaar is toegenomen, meestal niet als primaire energiebron, maar als bijverwarming. Tegelijkertijd neemt het aantal hinderklachten over houtrook toe. Deze tendens moet worden omgebogen, want als ze zich voortzet zal de emissiedaling door het vervangen van oude kachels door nieuwere exemplaren volledig teniet wordt gedaan door een verdere toename van het aantal houtkachels.

Voor jezelf kan je eventueel nog besluiten dat de gezelligheid van je houthaard opweegt tegen de gezondheidseffecten, maar jouw buurman met een chronische longziekte of jouw buurmeisje met astma kunnen die keuze niet maken.

Meer en meer beleidsmakers zien in dat de gezondheidscrisis veroorzaakt door houtverbranding tot dringende actie dwingt. Niet zelden komt dat inzicht in stedelijke gebieden: in het Canadese Montreal zijn haarden en oude kachels sinds 1 oktober verboden, en zelfs in Kopenhagen, de hoofdstad van het land dat gezelligheid (of ‘hygge’, zoals de Denen het noemen) tot levenskunst heeft verheven, wil de burgemeester af van houtverbranding. In eigen land neemt het Brussels Gewest het voortouw, door het stoken van hout als bijverwarming te verbieden in piekperiodes van luchtvervuiling. Een soortgelijk afdwingbaar stookverbod moet er op de korte termijn ook in Vlaanderen komen, maar ook een totale ban op open haarden en oude kachels binnen afzienbare tijd moet bespreekbaar zijn, net als een verbod op houtstookinstallaties bij nieuwbouw.

Het probleem van houtstook is te vergelijken met passief roken, maar op een veel grotere schaal. Voor jezelf kan je eventueel nog besluiten dat de gezelligheid van je houthaard opweegt tegen de gezondheidseffecten, maar jouw buurman met een chronische longziekte of jouw buurmeisje met astma kunnen die keuze niet maken: zij krijgen de giftige houtrook binnen zonder de gezelligheid. Ik wil de slaapkamer van mijn eenjarig zoontje kunnen verluchten zonder het risico te lopen dat hij daardoor wordt blootgesteld aan vervuiling gelinkt aan een activiteit die voor veruit de meeste mensen niet eens strikt noodzakelijk is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content