Houdt de verdedigingslijn van Dedonder steek? ‘Wijzen naar de N-VA is wel heel gemakkelijk’

Ludivine Dedonder (PS) op 13 oktober 2020. © Getty Images
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Volgens minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) is haar ontslag niet aan de orde in de zaak rond Jürgen Conings. ‘Maar er is toch iémand verantwoordelijk?’, vraagt politoloog Nicolas Bouteca (UGent).

Ludivine Dedonder denkt niet aan opstappen. Dat maakte de minister van Defensie vrijdagochtend bekend. De klopjacht naar de gewapende militair Jürgen Conings heeft wat de PS-excellentie betreft geen gevolgen voor haar politieke toekomst. Haar ontslag was dan ook niet aan de orde in het parlement op donderdag, stipte ze zelf aan.

In die plenaire vergadering had Dedonder meteen forse maatregelen aangekondigd tegen ‘extremisten en fascisten’ binnen Defensie. Toegangsverboden voor onder meer wapendepots maken daar deel van uit.

Ondertussen loopt er ook een intern onderzoek naar de redenen waarom iemand die geseind stond als een potentiële extremist zo makkelijk te werk kon gaan. ‘Het is totaal abnormaal dat zo iemand nog toegang kan hebben tot een wapenarsenaal’, aldus Dedonder.

Ze noemt het ook niet normaal dat Conings zomaar de kazerne kon verlaten met vier raketlanceerders, een machinegeweer en een pistool onder de arm.

Door de audit te bevelen aan Chef Defensie Michel Hofman, zorgt de PS-minister ervoor dat de hete aardappel in eerste instantie binnen het leger blijft.

Dedonder geniet de steun van eerste minister Alexander De Croo (Open VLD), die heel snel de rangen wilde sluiten. ‘Het is onaanvaardbaar’, zei de premier donderdag, ‘dat iemand die door onze veiligheidsdiensten beschouwd wordt als potentieel gevaarlijk een vrije toegang tot wapens kan hebben. Samen met de minister van Defensie heb ik die boodschap zeer duidelijk gegeven.’

Ludivine Dedonder is niet bekend in Vlaanderen, maar ook in Wallonië kenden heel weinig mensen haar.

Politoloog Pascal Delwit (ULB)

Ludivine Dedonder (PS) op 2 februari 2021.
Ludivine Dedonder (PS) op 2 februari 2021.© Isopix

Van Flauhaut tot Goffin

Tot zover de interne verantwoordelijkheid. Het tweede luik van Dedonders verdedigingslinie is gericht tegen de N-VA. De Vlaams-nationalisten leverden met Steven Vandeput de defensieminister tussen 2014 en 2018.

Dedonder erfde een ‘chaos’. Niet alleen omwille van het beleid, dat geplaagd werd door ‘onderinvestering’, maar ook door het externe discours van de N-VA, dat ‘populisme en haat’ heeft gevoed in de samenleving, waar Conings een uitloper van zou zijn.

ULB-politoloog Pascal Delwit ziet maar één grote verklaring voor die verdedigingslijn. ‘Dedonder staat onder zware druk, en een manier om die te verlichten is om naar anderen te wijzen, in dit geval naar de N-VA.’

Maar houdt die strategie wel steek? Volgens politoloog Nicolas Bouteca (UGent) rammelt een en ander. ‘Wat is de relevantie van haar argumenten? Het is heel gemakkelijk om naar de N-VA te wijzen, maar als er al sprake is van onderinvestering, dan ligt dat toch niet enkel aan die partij?’

Niet alleen is Vandeput (en zijn kortstondige opvolger Sander Loones) al sinds 2018 weg, ook nam de N-VA slechts voor vier jaar de honneurs waar. Tussen 2018 en 2020 zat een MR-excellentie op de stoel (Didier Reynders en Philippe Goffin). Vóór Vandeput zwaaiden CD&V’er Pieter De Crem (2007-2014) en PS’er André Flahaut (1999-2007) de plak.

Hoe het ook zij, volgens Bouteca is het vreemd dat de discussie rond haar politieke verantwoordelijkheid niet luider weerklinkt.

Steven Vandeput (N-VA)
Steven Vandeput (N-VA)© Belga

Theo Francken

Dedonder heeft gelijk dat geen enkele partij vooralsnog om haar ontslag vraagt. Dat heeft deels te maken met het feit dat Conings tot nu toe gelukkig geen dodelijke slachtoffers heeft gemaakt, zegt ook Pascal Delwit.

Een andere reden is dat oppositiepartij N-VA niet geneigd is om zeer vroeg in het proces om haar démission te vragen.

Kamerlid en ex-staatssecretaris Theo Francken wil eerst het onderzoek afwachten. Hij zet zich zo af tegen de modus operandi van de PS toen hij nog in de regering zat. In die periode vroeg de partij meermaals om zijn ontslag. ‘Het is niet omdat zij dat altijd hebben gedaan, dat ik dat ga doen’, zei hij donderdag op het VRT-programma De Afspraak.

Maar volgens Bouteca moet de vraag op een bepaald moment wel gesteld worden. ‘Er is toch iémand verantwoordelijk? Ofwel heeft zij als minister de kwestie onvoldoende opgevolgd, ofwel hebben haar diensten een fout gemaakt. Hoe dan ook kan het gezond zijn dat de minister die verantwoordelijkheid op zich neemt. Burgers willen goede bestuurders, en een onderdeel van goed bestuur is het erkennen van fouten.’

Vande Lanotte en De Clercq

Pascal Delwit zegt dat het niet onlogisch zou zijn om de vraag over haar ontslag voor te leggen. Het is evenmin onlogisch om die vraag weg te wuiven. ‘Een belangrijk element is dat ze nog maar een achttal maanden minister is. Mocht ze meer dan een jaar aan boord zijn, dan zou ze niet meer op deze manier kunnen wijzen naar de N-VA.’

In ieder geval is het begrip van politieke verantwoordelijkheid al langer aan het veranderen. In de jaren 90 was er de ophefmakende ontsnapping van Marc Dutroux, die leidde tot het ontslag van ministers Johan Vande Lanotte en Stefaan De Clerck. Die stap opzij werd grotendeels ingegeven door symboliek. Ook tijdens de dioxinecrisis stapten ministers op.

Maar de nasleep van het Heizeldrama toont aan dat er geen vast draaiboek bestaat. Nadat op 29 mei 1985 39 doden vielen in het Brusselse Heizelstadion weigerde minister van Binnenlandse Zaken Charles-Ferdinand Nothomb (CDH) af te treden, ondanks de grote druk.

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte op 24 april 1998, de dag nadat Marc Dutroux ontsnapte
Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte op 24 april 1998, de dag nadat Marc Dutroux ontsnapte© Belga

Geen sleutel op de toekomst

De stelregel in de Wetstraat is dat een minister aanblijft tot de partijvoorzitter het vertrouwen opzegt. Vooralsnog heeft Paul Magnette (PS) geen problemen met Dedonder. Al zou Delwit haar geen heel nauwe bondgenoot noemen van de PS-voorzitter.

Volgens de politoloog werd ze vooral minister om het genderevenwicht binnen de regering te garanderen. Ook de regionale spreiding speelde een rol. Vóór haar ministerschap was haar grootste wapenfeit een schepenpost in Doornik. ‘Dedonder is niet bekend Vlaanderen, maar ook in Wallonië kenden heel weinig mensen haar voor ze minister werd.’

Delwit noemt de 44-jarige Henegouwse evenmin een sleutel op de toekomst. ‘In de PS zijn er andere jonge mensen waarop ze rekenen, zoals vicepremier Pierre-Yves Dermagne, staatssecretaris Thomas Dermine, Waals minister Caroline Désir en Brussels burgemeester Philippe Close.’

Paul Magnette (PS) op 30 september 2020.
Paul Magnette (PS) op 30 september 2020.© Isopix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content