Hoge Raad voor de Justitie tikt Jambon op de vingers

Jan Jambon © Belga

‘Ministers, parlementsleden en magistraten hebben niet alleen de plicht hun respectieve bevoegdheden uit te oefenen, maar ook om waardig elkaars bevoegdheden te eerbiedigen en er zich niet in te mengen’, zegt de HRJ.

Een dag na de commotie over de uitspraken van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) over het proces-Abdeslam stuurt de Hoge Raad voor de Justitie een persbericht de wereld in waarin het herinnert aan de scheiding der machten. ‘De HRJ betreurt te moeten wijzen op een dergelijke evidentie’, klinkt het.

Minister van Binnelandse Zaken Jan Jambon reageerde zondag in De Zevende Dag op Eén op het proces rond terreurverdachte Salah Abdeslam.

Advocaat Sven Mary pleitte daar afgelopen week de vrijspraak, omdat er een procedurefout gemaakt zou zijn. De N-VA-vicepremier noemde dat ‘onbegrijpelijk’ en ‘echt twee straten te ver’, wat dan weer op verontwaardiging kon rekenen bij advocaten.

De Hoge Raad voor de Justitie – die de werking van justitie controleert en adviseert over mogelijke verbeteringen – treedt hen daarin bij, zonder minister Jambon of het incident rond het proces-Abdeslam expliciet te vernoemen. ‘Ministers, parlementsleden en magistraten hebben niet alleen de plicht hun respectieve bevoegdheden uit te oefenen, maar ook om waardig elkaars bevoegdheden te eerbiedigen en er zich niet in te mengen’, zegt de HRJ. De Raad ‘betreurt te moeten wijzen op een dergelijke evidentie’.

Partner Content