Hoe Frank Vandenbroucke de vaccinbelofte van Wouter Beke op de helling zette

Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) en Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) © belga
Kamiel Vermeylen

Nieuwe verslagen van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid leren hoe de belofte van Wouter Beke om elke Vlaming tegen 11 juli te vaccineren onbewust op los zand was gebaseerd.

Op het moment dat Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) beloofde om tegen 11 juli elke volwassen Vlaming minstens één vaccin tegen het coronavirus te geven, wist zijn federale collega Frank Vandenbroucke (Vooruit) reeds dat die belofte onhaalbaar was.

Terugval

Wat is er aan de hand? Midden januari kondigt de federale regering aan dat België instapt in een Europese aankoopoptie van 200 miljoen dosissen van vaccinproducent BioNtech/Pfizer. Bovendien, zo klinkt het op dat moment, mag ons land in het tweede kwartaal van 2021 ongeveer 4,4 miljoen dosissen van het Duits-Amerikaanse vaccin verwachten.

Op 1 maart ontvangt Vandenbroucke echter een orderformulier van vaccinproducent Pfizer, een document dat hij nog dezelfde dag ondertekent. Uit dat formulier blijkt dat de leveringsverwachtingen van die schijf in het tweede kwartaal – van april tot en met juni – een pak lager zullen uitvallen dan aanvankelijk voorzien: van 4,4 miljoen naar 2,7 miljoen stuks. De reden? Productieproblemen bij Pfizer wegens geplande opschalingen.

Vlaamse feestdag

Hoewel Wouter Beke (CD&V) als Vlaams minister voor Volksgezondheid verantwoordelijk is voor de vaccinatiecampagne, laat Vandenbroucke het echter na om het nieuws over de terugval aan zijn collega-minister over te maken. Op 14 maart kondigt Beke – die er op dat moment nog steeds vanuit gaat dat België op 4,4 miljoen stuks mag rekenen – zijn ambitieus plan aan om tegen de Vlaamse feestdag elke volwassene minstens eenmaal te hebben gevaccineerd.

Dit is des te ernstiger, aangezien ik een mededeling over de vaccinatieplanning heb gedaan die niet up-to date was.

Wouter Beke, zoals beschreven in het IMC-verslag

Drie dagen later moet Beke op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 17 maart echter zelf vaststellen dat de geplande leveringen een stuk lager liggen. ‘De voorzitter van de Conferentie stelt, gelet op de voorgestelde slides, vast dat Pfizer minder zal leveren dan verwacht, terwijl België in januari een akkoord had ondertekend met het oog op de aankoop van extra doses’, klinkt het in het verslag van de vergadering.

Up to date

‘Deze informatie werd nog niet gecommuniceerd op de Interministeriële Conferentie of op andere overlegmeetings’, bevestigt een gezondheidsadviseur van Vandenbroucke tijdens de bewuste vergadering. Tussen 1 en 17 maart vonden namelijk nog twee Interministeriële Conferenties plaats. Het kabinet-Vandenbroucke laat aan Knack weten dat er op dat moment tussen de verschillende niveaus een slechte doorstroming van informatie was.

‘Sinds de laatste bespreking op 22 februari zijn er geen nieuwe levercijfers meer meegedeeld. Dit is des te ernstiger ik [sic.] een mededeling over de vaccinatieplanning heb gedaan, een mededeling die daardoor niet up to date was’, aldus Beke tijdens de vergadering. Met die mededeling doelt Beke op de ambitie die hij drie dagen eerder heeft geformuleerd.

Pfizer

‘We hebben die planning tot en met 11 juli gemaakt op basis van de beschikbare vaccins die ons gecommuniceerd werden. Zo konden we de Vlamingen perspectief bieden’, zegt Bart Croes, woordvoerder van Wouter Beke aan Knack.

Het is vaccinproducent Pfizer die zowel Vandenbroucke als Beke uit de nood heeft geholpen. ‘Intussen heeft Pfizer bijkomende leveringen aangekondigd. Op basis van de aangekondigde leveringen is en blijft 11 juli een realistische doelstelling. Het is natuurlijk wel zo dat we afhankelijk blijven van de leveringen’, aldus Croes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content