Dirk Draulans

‘Het ware gevaar is niet de klimaatontkenner, maar de vooruitgangsoptimist’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Knack-journalist Dirk Draulans overschouwt het maatschappelijk debat over de klimaatopwarming in aanloop naar het Knack-verkiezingsdebat over het klimaat.

Er is een nieuwe Messias opgestaan. Een oude man. Een econoom. Gestudeerd in Oxford. Prof geweest. Wordt de vader van het pensioensparen genoemd. Heeft nu Het Licht gezien. Hij is klimaatontkenner! Maar hij krijgt zijn mening niet in de krant. Al tien jaar lang niet. Het is een groot complot. Tegen hem en zijn ideeën. Dat is frustrerend.

Gelukkig is er de Vlaams-nationalistische website Doorbraak, het laatste toevluchtsoord voor de Vlaamse klimaatontkenner. Jean-Marie Dedecker, de belangrijkste klimaatontkenner die wel de mainstream media haalt, haalt er zijn mosterd. In een lang essay kon de oude man er zijn gal spuwen over de Al Gores en Jean-Pascal Van Yperseles van deze wereld, die met hun foutieve opvattingen en gemanipuleerde foto’s de kluit misleiden om ons massaal op kosten te jagen.

Het is tappen uit het bekende vaatje. Joris Meys, de statisticus van de UGent die vorig jaar na een prachtig essay in Knack dé weerlegger van de stellingen van klimaatontkenners in Vlaanderen is geworden, verliest er zijn geduld bij. ‘Ik zie er tegenop, maar Doorbraak is er weer in geslaagd een fossiel op te vissen dat ongegeneerd de grootste leugens mag mengen met een berg van de pot gerukte politieke propaganda‘, twitterde hij, waarna hij de ergste leugens weerlegde – hij had niet de tijd om ze allemaal aan te pakken.

Het ware gevaar is niet de klimaatontkenner, maar de vooruitgangsoptimist.

Ik ben geen expert in het smeden van complotten, maar als ik de zondvloed aan wetenschappelijke artikelen met harde feiten over de klimaatopwarming en solide modellen over de mogelijke gevolgen ervan uit alle hoeken van de wereld overschouw, lijkt het me moeilijk om daar een groot complot achter te zien. Wie zou dat organiseren op die schaal? Het IPCC – het klimaatpanel van de Verenigde Naties??? Kom, kom, laat ons ernstig blijven.

De bioloog in mij houdt van systematiek. Ook inzake mensen. Er zijn verschillende types klimaatontkenners. Er zijn er die beweren dat er helemaal geen klimaatopwarming is, maar wel een afkoeling van het aardklimaat. Er zijn er die erkennen dat het klimaat opwarmt, maar wel als gevolg van natuurlijke verschijnselen, dus niet van menselijke activiteiten. Er zijn er die toegeven dat de mens mee verantwoordelijk is, maar het zal niet zo erg worden dat we er iets aan moeten doen. En er zijn er die vinden dat we inspanningen mogen leveren, maar alleen als ze niet te veel kosten. Dat zijn de zogenaamde ecorealisten.

Sommige ontkenners getuigen van voortschrijdend inzicht en sturen hun visie bij in functie van nieuwe wetenschappelijke gegevens, waardoor ze geleidelijk opschuiven richting meer verantwoordelijkheid voor de mens. Maar ze stoppen altijd vlak voor het punt dat er inspanningen moeten worden geleverd.

Ik kan me ook niet van de indruk ontdoen dat er in het klimaatdebat een generatie- en een genderconflict speelt. Oudere mannen als klimaatontkenners versus jongere vrouwen (zie Greta, Anuna en Kyra) als drijvende krachten achter het klimaatactivisme. Oudere mannen die niet alleen de ijskappen en gletsjers zien smelten (hoewel ze dat soms halsstarrig ontkennen), maar ook het patriarchaat. Jongere vrouwen die bezorgd zijn om hun toekomst – daar moeten oudere mannen zich minder zorgen om maken. Het klimaat is een complexe aangelegenheid die om veel meer draait dan CO2-concentraties en atmosferische omwentelingen.

Op een bepaalde manier blijft dat klimaatontkennen, hoe vervelend het ook is, als een wesp waar je niet verlost van geraakt, wel niet meer dan wat gemorrel in de marge, bijna kolderiek zelfs. Ik vind het gevaarlijker wat iemand als de tegenwoordig in de media alomtegenwoordige filosoof Maarten Boudry doet, de Vlaamse kloon van de Amerikaanse verlichtingsdenker Steven Pinker, die eindelijk een gat in de mediamarkt gevonden heeft waarin hij zich interessant kan proberen te maken.

Ome Boudry heeft de kindertjes Anuna en Kyra via een brief in Knack al vriendelijk aangemaand om zich vooral geen zorgen te maken over het klimaat, want Ome Boudry en de zijnen gaan het oplossen. De kindertjes kunnen rustig naar school blijven gaan om goed te studeren, want slimme mensen als Ome Boudry zullen alle problemen uit de wereld helpen.

Ruw samengevat komt het erop neer dat Boudry meegaat in het verhaal van de klimaatopwarming. We moeten er ook iets aan doen. Maar hij vindt dat we daarvoor vertrouwen moeten hebben in het menselijk vernuft. Technologie zal een uitweg bieden. Technologie zal de transitie naar een koolstofarme of zelfs koolstofvrije maatschappij mogelijk maken zonder dat we ons gedrag significant moeten bijsturen. Boudry is in het zog van Pinker ontpopt tot de ultieme vooruitgangsoptimist. Tegelijk is hij een ecorealist, want het mag niet te veel kosten.

Het is een typische denkfout van filosofen die de mens altijd en overal centraal stellen.

Ik ben ook ooit voor vooruitgangsoptimist versleten – dat werd toen als een scheldwoord gepresenteerd. Ik had (en heb) als wetenschapper een groot geloof in de kracht van gedegen onderzoek. Maar ik vrees dat de Boudry’s van deze wereld niet goed beseffen tegen welk machtig verschijnsel we momenteel moeten opboksen. Het is een typische denkfout van filosofen die de mens altijd en overal centraal stellen. In hun visie kunnen we de natuur wel aan, als we maar genoeg ons best doen.

Het klimaat is echter zo’n gigantisch en complex gebeuren dat ik bang ben dat we inderdaad wel technologische oplossingen gaan kunnen uitdokteren, maar dat die mogelijk ontoereikend gaan zijn en in ieder geval te laat gaan komen om een voor ons comfort en voor de overleving van veel andere soorten desastreuze opwarming te counteren. Modellen voorspellen dat we vanaf een opwarming met een vijftal graden ten opzichte van het pre-industrieel niveau geen weg terug meer hebben. Zelfs op mijn meest vooruitgangsoptimistische momenten vrees ik dat we niet op de technologie gaan kunnen wachten.

En wat gaan de Boudry’s van deze wereld doen als er in de zomer geen water meer uit de kraan zou komen – een derde droge zomer op rij zou dat kunnen bewerkstelligen? Industrie, natuur en landbouw maken nu al ruzie over wie er als eerste (en vooral als laatste) in een waterafschakelplan terecht zou komen. Hoe gaan de Boudry’s van deze wereld dat oplossen? Met tankwagens, jerrycans en emmertjes?

Zonder substantiële aanpassingen van ons gedrag en zonder snelle transitie van de energievoorziening in onze maatschappij gaan we er niet komen.

Zonder substantiële aanpassingen van ons gedrag en zonder snelle transitie van de energievoorziening in onze maatschappij gaan we er niet komen. Dat is de belangrijke boodschap die mensen die ruimer denken dan de Boudry’s van deze wereld brengen, de Anuna’s en Kyra’s en vele anderen. Het is een boodschap die we niet genoeg kunnen blijven herhalen, ook – en misschien wel vooral – na de verkiezingen.

Op dinsdag 21 mei ga ik in het auditorium Quetelet van de UGent in gesprek met geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven). Hoofdredacteur Bert Bultinck van Knack zal er een klimaatdebat modereren met Bart Tommelein (Open VLD), Koen Van den Heuvel (CD&V) en Elisabeth Meuleman (Groen). Je zou verwachten dat de CD&V voor een klimaatdebat haar ex-minister Joke Schauvliege, bijna acht jaar lang bevoegd voor de problematiek, afvaardigt, zeker omdat het debat in haar thuisbasis Gent plaatsvindt. Maar mevrouw Schauvliege bedankte voor de eer. ‘Agendaproblemen’!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content