‘Zelfs de hardste VB’er zal vandaag niet meer pleiten voor de terugkeer van alle vreemdelingen’

Filip Dewinter, Gerolf Annemans en toenmalig partijvoorzitter Frank Vanhecke (vlnr.) tijdens een campagne in 1994. 'Hun plan was voor iedereen onaanvaardbaar.' © BelgaImage

Het zeventigpuntenplan van het Vlaams Blok is een van de meest omstreden teksten uit de Belgische politieke geschiedenis. Wat was de impact ervan? En hoe actueel is het 20 jaar na datum? Knack vroeg het aan socioloog Mark Elchardus, gewezen CGKR-boegbeeld Johan Leman en politicus Karel De Gucht.

‘Wie wil weten hoe het Vlaams Blok een einde wil maken aan de multiraciale waanzin van de pro-immigratielobby, moet deze brochure zeker gelezen hebben’, schreef Filip Dewinter in het zeventigpuntenplan, dat in 1992 verscheen en in 1996 een update kreeg. Met dat plan wilde het Vlaams Blok (VB), toen nog onder het voorzitterschap van wijlen Karel Dillen, zich profileren als een ernstige partij die met de cijfers rekening hield. Zo werd er gepleit voor ‘een kosten-batenanalyse van de massale aanwezigheid van vreemdelingen in ons land’.

Het zakenblad Trends sabelde die berekening al snel neer als ‘zielig studiewerk’ dat te vergelijken viel met de methodes van nazipropagandachef Joseph Goebbels: ‘Valse cijfers verspreiden in de wetenschap dat enkel de eindboodschap blijft hangen bij de bevolking: vreemdelingen buiten.’ In 1996 actualiseerde het Blok zijn plan, en bracht het naar eigen zeggen in overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het mocht niet baten: in 2004 werd het Vlaams Blok onder meer op basis van het zeventigpuntenplan veroordeeld wegens racisme.

In werkelijkheid veranderde er weinig, en bleef de terugkeer van vreemdelingen naar hun land van herkomst centraal staan. Maar hoe wilde het Blok dat realiseren? Het eigendomsrecht van niet-Europese vreemdelingen werd beperkt, de sociale zekerheid moesten ze zelf financieren, en hun kinderen moesten op school lessen krijgen die waren toegespitst op de situatie in hun thuisland. Moslims kregen zelfs een apart onderwijsnet. Integratie werd afgewezen, want dat zou de terugkeer alleen maar bemoeilijken. Om die te vergemakkelijken, moest een extra belasting ingevoerd worden voor bedrijven die niet-Europese vreemdelingen aanwierven, mochten werkloze vreemdelingen geen werk zoeken in andere sectoren dan waar ze eerder in hadden gewerkt, en moesten ze na vijf maanden werkeloosheid teruggestuurd worden. Een aparte vreemdelingenpolitie moest zorgen dat de ordediensten oog hadden voor wat vreemdelingen uithaalden.

‘Een griezelroman’, noemde koninklijk commissaris voor het Migrantenbeleid Paula D’Hondt (CD&V) het plan indertijd. Het VB doopte haar op affiches om tot Fatima D’Hondt, inclusief hoofddoek en het begeleidende onderschrift ‘islam-collaborateur’ en vergastte haar jarenlang op spandoeken en hatelijke spreekkoren. Herman Van Rompuy (CD&V) voorspelde dat België met het zeventigpuntenplan in het Zuid-Afrika van de apartheid zou veranderen. Alexis Deswaef van de Franstalige Liga voor de Mensenrechten beweerde in 2015 nog dat het zeventigpuntenplan was uitgevoerd. Is het echt zo ver gekomen?

WAT BRACHT HET PLAN TEWEEG?

Volgens socioloog Mark Elchardus (VUB) kon het zeventigpuntenplan nooit echt overtuigen. ‘De geest van het plan was racistisch, en dus was het voor iedereen onaanvaardbaar. De gastarbeiders werden door het Blok gezien als werktuigen: doen ze het niet meer, dan sturen we ze gewoon terug. Zij werden een categorie van inferieure mensen met minder rechten. Dat gastarbeidersmodel wordt nog altijd toegepast in landen zoals Dubai, maar strookt niet met onze rechtsstaat en onze waarden.’

Johan Leman was van 1993 tot 2003 directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR) – door het VB het Centrum ter Bevordering van Racisme en Vlamingenhaat genoemd. ‘Het Vlaams Blok heeft de discussie helemaal verloren’, vindt Leman. ‘Zelfs de hardste VB’er zal vandaag niet meer pleiten voor de terugkeer van alle vreemdelingen.’ En dat heeft het Blok aan zichzelf te danken, vindt Leman: ‘Hun dossier was gewoon niet goed genoeg. Bovendien had ik niet het idee dat Dewinter iets wilde bereiken. Ik heb hem nooit veel meer weten doen dan schreeuwen, schelden en stemming maken.’ Dat gold niet voor de hele partij. Andere Blokkers zagen in Leman een aanspreekpunt. ‘Ze hoopten van mij te weten te komen hoe ze het zeventigpuntenplan en hun partij aanvaardbaar konden maken. Zij stoorden zich wellicht aan Dewinter.’ Die gesprekken leverden niets op. De partij bleef onaanvaardbaar voor alle anderen, en de afschaffing van het Centrum bleef het eerste punt in het plan.

Maar ook Leman kan er niet omheen dat het Blok een aanzienlijke impact had op de publieke opinie. ‘Ze creëerden een sfeer van wantrouwen. Andere politici zijn daardoor aan hun eigen overtuigingen beginnen te twijfelen en durven er zelfs niet meer voor uit te komen. Vandaag vereist het moed om toe te geven dat je gelooft in de multiculturele samenleving.’

Een gebrek aan moed kan Karel De Gucht alvast niet aangewreven worden. Hij noemde Blokkers ‘mestkevers’, en haalde zich daarmee de eeuwige vijandigheid van de partij op de hals. ‘Ik krijg nog altijd haatmail als ik daarover spreek of schrijf’, zegt de liberaal. ‘Niet dat mij dat deert, integendeel.’ Voor de verkiezingen van 2007 schreef De Gucht met Pluche, Over de banalisering van extreemrechts een pamflet tegen extreemrechts en populisme. ‘Daar vind je nog steeds voorbeelden van’, zegt De Gucht. ‘Waarom denkt u dat de socialist John Crombez het plan-Samsom (omstreden plan van de Nederlandse socialist Diederik Samson om meer asielzoekers terug te sturen, nvdr.) graag wilde steunen? Of waarom zegt een jurist zoals Johan Vande Lanotte dat de Conventie van Genève niet geschikt is voor crisissituaties, terwijl die uitgerekend bedoeld is om de menselijkheid in zulke situaties te garanderen? Als Theo Francken (N-VA) een asielzoeker die verdacht wordt van aanranding in een gesloten centrum laat opsluiten terwijl het parket hem helemaal niets verwijt, dan gaat hij over de schreef. En je voelt aan Liesbeth Homans (N-VA) dat ze de voorwaarden voor een sociale woning strenger wil maken, net zoals het VB. Politici doen zulke uitspraken omdat ze weten dat een deel van hun electoraat dat graag hoort. Ze hebben trouwens gelijk: er zullen altijd kiezers zijn die voor zo’n discours openstaan. Politici doen soms lichtjes aangebrande uitspraken om hen te paaien. Niet dat daar ooit wetten van komen, want die raken nooit door de filter van het parlement.’

Maar ook De Gucht zelf deed in 2004, toen hij voorzitter van de toenmalige VLD was, volgens velen een grote toegeving aan het electoraat van het Blok. Tegen alle afspraken binnen de regering in deed hij een poging om het gemeentelijk migrantenstemrecht tegen te houden. ‘Ik had daar persoonlijk helemaal geen problemen mee’, geeft De Gucht toe. ‘Maar het migrantenstemrecht was symbolisch belangrijk. De migranten vroegen dat niet. Zij wilden een huis, een job en een school voor hun kinderen. Alleen de PS was vragende partij, om electorale redenen, en wij zijn daar te gemakkelijk in meegegaan. We hebben daar veel politiek kapitaal verspeeld en het is een ontstekingsmechanisme geworden van de negatieve houding tegenover nieuwkomers.’

Wat was de uiteindelijke impact van het Blok op het migratiedebat? Heeft het VB als zweeppartij het vreemdelingenthema onder de aandacht gebracht, of heeft het door de ranzige manier waarop het dat deed net de discussie gesloten? ‘Het Vlaams Blok heeft nooit onderwerpen bespreekbaar gemaakt’, vindt Elchardus. ‘Integendeel: net zoals er nog altijd mensen zijn die niet met een Volkswagen willen rijden omdat Adolf Hitler het eerste exemplaar bestuurde, zijn er mensen die elk zinnig voorstel waar het Blok ooit achterstond verwierpen. Het multiculturalisme van extreemlinks, dat geen oog heeft voor culturele factoren, kreeg op die manier veel invloed. Veel mensen dachten dat het omgekeerde van de onzin van het Blok per definitie redelijk moest zijn. Terwijl dat evengoed onzin was.’

WAT WERD ER UITGEVOERD?

Ondanks die negatieve perceptie lijken verscheidene voorstellen uit het zeventigpuntenplan ingang gevonden te hebben. Vooral de verstrenging van het naturalisatieproces en de regels voor gezinsherenigingen en het verkrijgen van de Belgische nationaliteit springen in het oog. Niet dat de eis van het Vlaams Blok om de nationaliteit te verbinden aan een bloedband is ingevoerd, maar het is moeilijker geworden om Belg te worden. Volgens De Gucht heeft dat echter weinig met het Blok te maken. ‘De regels zijn later door liberale ministers terecht verstrengd. Niet omdat het VB daarom vroeg, maar omdat het niet anders kon. In geen enkele wet ben ik iets xenofoobs tegengekomen. Alle maatregelen zouden ook zonder het Vlaams Belang zijn genomen. Ze waren meestal simpelweg nodig.’

Dat er nooit een behoorlijk integratiebeleid werd gevoerd heeft eigenlijk niets te maken met het Blok, vindt Leman, die als kabinetschef van koninklijk commissaris voor het Migrantenbeleid Paula D’Hondt (1989-1993) het regeringswerk vanaf de eerste rij meemaakte. ‘Er was gewoon geen geld: België moest per se de Europese begrotingsdoelstellingen halen om in de eurogroep te raken. Elk voorstel moest nauwkeurig worden berekend en mocht niets kosten. Nu doet iedereen alsof ze het warm water uitvinden, maar wij zeiden in de jaren tachtig al dat nieuwelingen de taal moesten leren. Alleen was daar toen geen geld voor.’

Door de vluchtelingencrisis lijken een aantal ideeën uit het zeventigpuntenplan populair te worden bij academici en politici. Zo wilde het Vlaams Blok in de jaren negentig een aparte sociale zekerheid voor niet-Europese vreemdelingen. De N-VA wil vandaag een apart sociaal statuut voor vluchtelingen, en ook de Open VLD is daarvoor te vinden. Zo zei voorzitster Gwendolyn Rutten in augustus vorig jaar: ‘In België erkennen we iedereen die uit Syrië komt, en we geven die vervolgens OCMW-steun en kindergeld. Dat is onze eigen problemen organiseren.’ Elchardus begrijpt die redenering. ‘Het VB wilde vreemdelingen voor altijd minder sociale rechten geven, wij hebben iedereen onmiddellijk alle voordelen van onze welvaartsstaat gegeven. Dat was niet de beste strategie, blijkt nu. Landen die het snelst alle sociale rechten toekennen, doen het vaak minder goed op het vlak van integratie. Je vergroot daarmee namelijk de kans op een bijstandscultuur. Ik ben niet per se voorstander van een geleidelijke opbouw van sociale rechten, maar we moeten het ten minste ernstig onderzoeken.’

Zelfs Leman erkent dat het Blok soms zinnige dingen zei. ‘Een kosten-batenanalyse van de migratie zou de discussie kunnen verzakelijken. Ik juich dat toe. Daaruit zou blijken dat migratie op korte termijn de samenleving iets kost, maar op lange termijn net iets oplevert. En iedereen wil de kwalijke toestanden in sommige gettowijken opkuisen, toch? Ik ben daar in elk geval voor. Het is alleen moeilijker dan het VB graag denkt. Vraag maar aan Jan Jambon (N-VA).’ Ook Elchardus vond verstandige punten in het plan. Het terugkeren van uitgeprocedeerde asielzoekers is een zinnig idee, zegt de socioloog. Net als gesloten detentiecentra voor asielzoekers: ‘Je moet daar voorzichtig mee omgaan, maar je hebt ze wel nodig.’

De grote vragen die het Blok had bij een aantal internationale verdragen vinden meer weerklank. De partij wilde het territorialiteitsbeginsel in de Conventie van Genève inschrijven, zodat alleen Europeanen naar België kunnen vluchten, en wilde de Dublin- en Schengenakkoorden openbreken. Dat laatste is nu volop aan de gang. Elchardus: ‘Experts gaven aan dat de Schengenzone onhaalbaar was. Griekenland had niet de capaciteiten om zijn buitengrenzen te bewaken. Het VB was de eerste partij in Vlaanderen die inzag dat zoiets niet goed kon werken. We moeten niet te beroerd zijn om dat toe te geven.’

WAT IS VANDAAG DE HOUDING VAN HET VB?

Filip Dewinter heeft een ambigue houding tegenover het zeventigpuntenplan. In 2000 probeerde hij voor een eerste keer afscheid te nemen van het plan, met de publicatie van zijn boekje Baas in eigen land. Dat lukte hem niet helemaal – een aparte sociale zekerheid voor niet-Europese vreemdelingen bleef behouden. En tijdens de RTBF-reportage Vlaamse Choc zei Dewinter tien jaar geleden, met het zeventigpuntenplan in de hand: ‘We gaan dat wegstoppen… voor de toekomst.’ Het fragment wordt nog altijd graag gedeeld door zijn tegenstanders.

Het VB begroef het plan in 2001. Sindsdien is ‘aanpassen of opkrassen’ de beste samenvatting van haar vreemdelingenstandpunt, ervoor werd integratie slechts als een obstakel voor de totale terugkeer gezien. Met die herpositionering hoopte het VB zich definitief op de kaart te zetten voor ontevreden kiezers van CD&V en VLD. In 2003 en 2004 slaagde het daarin met twee verkiezingsoverwinningen.

Intussen is Dewinter minder verlegen om zijn heimwee te tonen. ‘Had men twintig jaar geleden maar geluisterd naar ons. Had men het zeventigpuntenplan maar in de praktijk gebracht’, verzuchtte hij onlangs in De Zondag. ‘Ik trek daar niets van terug. In Denemarken pakt men vandaag bezittingen af van asielzoekers. In Canada komen alleenstaande mannelijke asielzoekers er niet meer in. Dan zeg ik: mijn zeventigpuntenplan was nog te braaf.’ Niettemin geeft Dewinter in hetzelfde interview toe dat het niet meer realistisch is om vandaag alle vreemdelingen terug te sturen.

Het zeventigpuntenplan leest als een herinnering aan een grimmige tijd. Het Vlaams Blok was toen naast racistisch ook een oerconservatieve partij. Ondertussen is het VB onder de opeenvolgende voorzitters Bruno Valkeniers, Gerolf Annemans en Tom Van Grieken alvast qua retoriek wat milder geworden. Schoof het Vlaams Belang op naar het centrum, of is de samenleving onder de klappen van de extreemrechtse zweeppartij naar rechts afgegleden – wat de partij graag beweert? ‘De afstand tussen ons en moslims is vandaag groter dan twintig jaar geleden’, vindt alvast Mark Elchardus. ‘Ik heb in Schaarbeek nog nooit zoveel hoofddoeken gezien als nu.’ De Gucht is niet minder somber: ‘Vlaanderen is alleen maar onverdraagzamer en rechtser geworden.’ En dat in het jaar waarin het VB nog een verjaardag mag vieren: 25 jaar geleden kende Vlaanderen zijn eerste Zwarte Zondag.

Herlees op www.knack.be/zeventigpuntenprogramma het zeventigpuntenprogramma en bekijk welke punten werden uitgevoerd.

DOOR SIMON DEMEULEMEESTER EN PETER CASTEELS

‘Het VB creëerde een sfeer van wantrouwen, en andere politici begonnen te twijfelen aan hun eigen overtuigingen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content