Dirk Draulans

‘Het Offerfeest en de jacht: de ene slachtpartij is de andere niet’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

‘Als we consequent zijn inzake de problematiek van het onverdoofd slachten, wordt alle jacht in Vlaanderen onmiddellijk verboden’, schrijft Knack-journalist Dirk Draulans.

Het lijkt wel of er inzake dierenwelzijn in Vlaanderen nog maar één thema is: het onverdoofd slachten van schapen. Mag niet van de dierenbeschermers en hun politieke volgelingen, want de dieren zouden er een minuutje langer mee lijden dan bij verdoofd slachten.

Het debat beroert de gemoederen zo sterk dat een minister met wel erg veel bevoegdheden in de perceptie bijna uitsluitend met dat onverdoofd slachten bezig is, en dat een ervaren Vlaams parlementslid tot ieders verbazing zijn partij verlaat om ongehinderd een decreet over het verbieden van onverdoofd slachten te kunnen verdedigen.

‘Het Offerfeest en de jacht: de ene slachtpartij is de andere niet’

Het debat rond onverdoofd slachten is een signaal van onze zorgmaatschappij dat ze inzet op maximale bescherming van zelfs de allerzwaksten in de samenleving. Niemand wordt in de steek gelaten, zelfs niet zij die zich niet kunnen verdedigen, zoals dieren. Het systeem is uiteraard niet perfect, getuige de jongen uit het zorgcircuit die van ontbering in zijn tentje stierf, maar het basisuitgangspunt is: onnodig lijden moet tot elke prijs worden vermeden. Daar valt niets op af te dingen.

‘Je kunt niet om de vaststelling heen dat voor velen het bashen van moslims belangrijker lijkt dan het leed van schapen.’

Helaas gaat het debat over onverdoofd slachten om meer dan dat minuutje extra lijden van schapen. Je kunt niet om de vaststelling heen dat voor velen het bashen van moslims belangrijker lijkt dan het leed van schapen. Het onverdoofd slachten past naadloos in dat andere debat dat in de zomer de gemoederen beroerde: of je in boerkini op onze stranden mag liggen? Dat gaat niet in de eerste plaats om vrouwenrechten, wel om de vraag of een boerkini past in ons maatschappijbeeld.

Moslims moeten zich aanpassen aan ons systeem, luidt onderhuids de kernboodschap, en niet omgekeerd. Wij moeten hun als wat achterlijk gepresenteerde – of toch op zijn minst als achterhaalde – gewoonten niet pikken. Af en toe wordt een moedige poging ondernomen om de Joodse gemeenschap mee in het slachtbad te trekken, want ook zij heeft een ritueel van onverdoofd slachten, dat ze hardnekkig verdedigt met de stelling dat de lemmeten van haar messen scherper en langer zijn dan die van de moslims, zodat er een stuk minder dan een minuut extra lijden voor de dieren is. Maar zo goed als niemand gelooft dat in deze discussie niet vooral de moslims geviseerd worden.

Autochtone vorm van onverdoofd slachten

Als het onverdoofd slachten echt puur een aangelegenheid van dierenwelzijn zou zijn, is het verbazingwekkend dat er niet gedebatteerd wordt over een autochtone vorm van onverdoofd slachten, die niet bedreven wordt door mensen met een vreemde godsdienst die ze op hun manier willen beleven, maar door mensen die dikwijls uit de betere rangen van onze maatschappij komen, die havenbaron of broer van een toppoliticus zijn, die zich hullen in een soort uniform met veel bruin en groen, met rare hoedjes en dure laarzen, en die ook rituelen bezigen, zoals hoorngeschal, en een specifiek jargon hanteren (zoals ‘oogsten’ in plaats van doden).

Het betreft de jacht, die in de nakende herfst haar hoogmis viert. Geen enkel dier wordt verdoofd voor het geschoten wordt. Als het slachtoffer wat tegenslag heeft, stort het gewond neer, wordt het besprongen door een dolle hond en spartelend in de muil van het beest naar zijn eigenaar gedragen, een proces dat doorgaans meer dan een minuutje in beslag neemt. Er zijn geen betrouwbare cijfers over welk percentage van het jachtwild meteen gedood wordt, maar ervaring te velde leert dat het kleiner zal zijn dan men ons graag voorhoudt. En dan spreken we niet eens over de stress die de dieren ondervinden terwijl ze opgejaagd worden.

Vorige week vertelde de uitbaatster van een vogelasiel dat ze een tiental houtduiven had binnengekregen, die allemaal aangeschoten waren. De man die ze bracht, had ze onder een boom gevonden, tussen dode duiven, waarschijnlijk dieren die waren geschoten in het kader van een actie ter bestrijding van schade aan landbouwgewassen. De vele dieren die niet onmiddellijk waren gedood, waren in de bomen langs de akker een ongetwijfeld trage dood gestorven.

‘Niemand neemt het op voor deze dieren, die ook ‘extreem lijden’, zoals dat in het jargon van het onverdoofd slachten heet.’

Niemand neemt het op voor deze dieren, die ook ‘extreem lijden’, zoals dat in het jargon van het onverdoofd slachten heet. En het gaat om veel meer dieren dan het aantal schapen dat ritueel moet worden geslacht om de godsdienstbeleving van moslims te voeden. Zelfs een vereniging als Vogelbescherming Vlaanderen, die de toepassing van de jachtwetgeving op de voet volgt, maakt geen punt van dit thema, ongetwijfeld omdat ze beseft dat er weinig maatschappelijk begrip voor los te weken valt.

Een organisatie als Gaia weet dat er uit een aanval op onverdoofd slachten wél politieke munt te slaan valt, en dat er aanhang mee te winnen valt, omwille van de connotatie naar moslimbashen die ermee samenhangt. Gaia is een pure dierenrechtenbeweging, maar enig pragmatisme is Michel Vandenbosch en de zijnen niet vreemd.

Twee maten en gewichten

Als je de discussie over de jacht helemaal op de spits zou willen drijven, kun je je afvragen waarom onze maatschappij in deze tijd van angst en terreur, met militairen in winkelstraten en politici die drastische vrijheidsbeperkende maatregelen willen, tolereert dat er in ons landschap nog andere gewapende personen dan militairen en agenten rondlopen. Een absurde vraag, maar ze ondersteunt het aanvoelen dat er twee maten en gewichten gehanteerd worden in het beoordelen van de praktijken van twee groepen mensen. Van de ene groep wordt niet aanvaard dat schapen om rituele redenen een minuutje langer worstelen met hun stervensproces, de andere groep krijgt geen enkele vraag over het lijden dat ze veroorzaakt bij de dieren die ze oogst. De ene rituele slachtpartij is de andere niet.

(En dan hebben we het nog niet over de visvangst, het koken van kreeften, het gebruik van mollenklemmen en vele andere uiterst dieronvriendelijke praktijken.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content