Bert Bultinck

‘Het is niet raar om na een jaar geploeter en de coronacrisis naar de kiezer te stappen’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Het is wel tijd om een deadline te stellen, een harde deadline’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

In 1852 publiceerde de Duitse filosoof Karl Marx een van zijn beroemdste stellingen: de geschiedenis herhaalt zich, wat de eerste keer een tragedie is, is de tweede keer een farce. Het blijft een geweldige oneliner, maar de uitspraak klopt niet, en zeker niet in ons land. Eén jaar na de verkiezingen van 26 mei blijkt de recente politieke geschiedenis nog lichtzinniger dan wat Marx voorspelde. Het record van de formatie van 2010-2011 komt langzaamaan in zicht. 541 dagen duurde het toen, een getal dat ondertussen tot onze parate kennis behoort, net als de 16 van de Wetstraat of de 9 van het aantal gezondheidsministers. Vandaag zijn we goed op weg om die onverkwikkelijke historie te herhalen, na passages van maar liefst tien door de koning aangewezen onderhandelaars, van Didier Reynders tot Patrick Dewael. Ook een noodregering onder druk van de coronacrisis lukte niet. Maar wat doe je als zelfs 541 dagen formatie niet als een ramp worden herinnerd, maar als een uitgemolken Belgenmop? Hoe noemen we de twééde keer dat we eindeloos vastzitten in een formatie? Is dat nog een farce? Een parodie van een farce?

Het is niet raar om na een jaar geploeter en de coronacrisis naar de kiezer te stappen.

Het geesteloze spel met informateurs, preformateurs en opdrachthouders mag niet de suggestie wekken dat alles naar de vaantjes is. De waarheid is dat er nog talloze politici, kabinetsmedewerkers en ambtenaren zijn die het land overeind houden. Bij nacht en ontij, met vereende krachten, met het welzijn van de Belgen voor ogen – of toch minstens van het establishment. Eerst de upper class, dan de middle class, en als er dan nog ruimte is komen ook de minder gelukkigen aan de beurt. Dat was zo in de financiële crisis van 2008, dat is opnieuw zo in de coronacrisis. Net zoals er na de redding van de Belgische banken een aantal pijnlijke vragen bleven, zal de kritiek na de coronacrisis van dit jaar blijven doorzinderen. Na meer dan twee maanden lockdown is er van een doordacht beleid geen sprake. We nemen de Franse en Duitse voorstellen, voegen een paar onduidelijke bezoekregelingen toe en een beetje potgrond van het tuincentrum. Zo komen we ergens in de buurt van Nederland, maar dan zonder de heldere communicatie. Toch is het land twaalf jaar geleden niet in chaos gestort, en heeft het er de schijn van dat we ook deze coronacrisis zullen overleven. Het land is blijven draaien. Maar er gaapt een kloof met de knoeiboel in de Wetstraat.

Politici beseffen wel dat die kloof gevaarlijk groot wordt. De onvrede groeit met de dag. Ze horen het op straat, maar er is ook het succes van extreemlinks en, vooral, extreemrechts. Het is niet zo dat de verantwoordelijkheid van de knoeiboel noodzakelijkerwijs bij de individuele politici ligt. Natuurlijk hebben de wederzijdse verdachtmakingen van Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) niet geholpen, om de fratsen van Georges- Louis Bouchez (MR) niet te noemen. Hoe geweldig Belgen ook altijd waren in compromissen, loodgieterij en andere wafelijzerpolitiek, met een agressief rechts Vlaams blok en een niet minder arrogant links Franstalig blok valt er nog moeilijk een regering te smeden. Daar komt bij dat het ook in de rest van Europa niet eenvoudiger is geworden om coalities te vormen. Het is heus niet in België alleen dat de traditionele partijen ineenschrompelen, ten faveure van politici die zich op nieuwe breuklijnen richten en met veel bravoure de regels van de politiek herschrijven.

Maar het is wel tijd om een deadline te stellen, een harde deadline. Paul Magnette heeft het al gezegd. Open VLD-minister Philippe De Backer heeft het herhaald. En virologe Erika Vlieghe heeft tegen Knack gezegd dat het mag: als het deze zomer niet lukt, moeten we in september naar de stembus. Ideaal zijn nieuwe verkiezingen op geen enkele manier, maar het is niet raar om na een jaar geploeter en de coronacrisis naar de kiezer te stappen. Als we met ‘de sluipende ziekte van aarzelende politici’ komaf willen maken, schreef Johan Vande Lanotte (SP.A) al na zijn mislukte formatiepoging eind vorig jaar, dan moeten we in de grondwet schrijven dat er nieuwe verkiezingen dienen te komen als er na drie maanden geen regering is. Dat is nog altijd een uitstekend plan. Als het dan nog altijd uitdraait op een farce, zal die in alle geval niet eindeloos blijven aanslepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content