
Handel in stamnummers: wie krijgt de erfenis van Beerschot en Beveren?
Je moet supporter zijn om het helemaal te kunnen vatten, maar er is in het Belgische voetbal beroering ontstaan over… stamnummers. Het blijkt mogelijk om erelijsten terug te kopen en vroegere faillissementen uit te wissen. ‘De palmaressen staan in de uitverkoop.’
‘Een schandalige, onbegrijpelijke beslissing’, noemt Jorgen Van Laer het. De woordvoerder van Act as One, het fanverbond van Royal Antwerp FC, verstopt zijn verontwaardiging niet. ‘De geschiedenis van het Belgische voetbal wordt herschreven waar we bij staan. En dat passeert, alsof het niets voorstelt. Door dit toe te staan, beloont men financieel wanbeheer. Het zet de deur open voor nieuwe faillissementen. De Belgische Voetbalbond moet deze beslissing herbekijken.’
De agitatie van Van Laer draait rond… stamnummers. Een administratieve kwestie voor leken, maar een emotionele zaak voor hevige supporters. Dat zit zo. Wanneer clubs zich aansluiten bij de Voetbalbond, krijgen ze een volgnummer toegewezen. Het systeem werd ingevoerd in 1926 en bestaat nergens anders in de wereld. Er zijn uitzonderingen, maar de algemene regel luidt: hoe ouder de club, hoe lager het stamnummer. Antwerp kreeg niet zomaar de bijnaam The Great Old: als oudste club van het land draagt ze het stamnummer 1. Het hoogste actieve stamnummer is 9707 en werd deze zomer toegekend aan de nieuwe club FC Synergy Bruxelles.
Voor voetbalfans is een stamnummer heilig. In ons stamnummer 1 zit 138 jaar Antwerp-geschiedenis vervat.
Stamnummers kunnen ook verdwijnen. Bij een faillissement wordt het nummer van de bondslijst geschrapt. Als twee teams fuseren, moet de fusieclub een van beide stamnummers kiezen. Meestal kiest men voor het stamnummer waar geen schulden aan vasthangen, bij de Voetbalbond of bij andere schuldeisers. De fusieclub komt terecht in de divisie van het stamnummer dat ze overneemt. Concreet: toen Beerschot en Wilrijk fuseerden, koos men voor het stamnummer van Wilrijk. De nieuwe club startte zonder schuld in eerste provinciale, waar Wilrijk het voorgaande seizoen speelde. Maar – en dat verklaart de verontwaardiging van Jorgen Van Laer – het stamnummer is ook verbonden aan de erelijst. Formeel is Beerschot-Wilrijk een voortzetting van KFCO Wilrijk. De fusieclub kan geen aanspraak maken op de zeven landstitels van het vroegere Beerschot. Maar daar komt mogelijk verandering in: de mogelijkheid bestaat om ‘historische stamnummers’ te reactiveren.
Een artikel in Sport/Voetbalmagazine signaleerde de kwestie, waarna Beerschotfans een crowdfundingcampagne begonnen om stamnummer 13 terug te kopen. Tot ergernis van erfvijand Antwerp. ‘De waarde van een stamnummer wordt daarmee compleet uitgehold’, vindt Jorgen Van Laer. Zware woorden: het blijft uiteindelijk maar een nummer, toch? Van Laer steigert. ‘Nee, dat is het níét. Voor voetbalfans is een stamnummer heilig. In ons stamnummer 1 zit 138 jaar Antwerp-geschiedenis vervat. Het onderstreept onze status van grondlegger van het Belgische voetbal. Natuurlijk zijn we daar trots op. Een stamnummer draait om authenticiteit. Als de club failliet gaat, dan stopt het. Dat is duidelijk en eerlijk. Het is voor Antwerp een lastige strijd geweest om onze club overeind te houden, maar we zijn erin geslaagd en als beloning behielden we onze sportieve erfenis. In het geval van Beerschot zou men de spons vegen over twéé faillissementen. Dat gaat toch wel zeer ver, nee? Als je het stamnummer na een doorstart makkelijk weer terugkrijgt – wat nu blijkbaar kan – dan zal dat leiden tot financieel risicogedrag. Niemand kan verhinderen dat supporters opnieuw een ploeg opstarten met een vergelijkbare naam, op dezelfde locatie en zelfs in identieke kleuren. Maar het is niet meer dezelfde club en je hebt geen recht op het historische palmares. Punt.’
Formeel is Beerschot-Wilrijk een voortzetting van KFCO Wilrijk. De fusieclub kan geen aanspraak maken op de zeven landstitels van Beerschot. Maar daar komt mogelijk verandering in.
Wat kost het?
Dat oude stamnummers kunnen opstaan uit de dood ligt aan Patrick Vanoppen. De vastgoedmakelaar leidde Beerschot van 2011 tot 2013. Zijn Beerschot speelde met stamnummer 3530, het oude nummer van Germinal Ekeren. Beerschot raakte in 1999 zijn oorspronkelijke stamnummer 13 kwijt bij een faillissement. Vanoppen startte een campagne om dat recht te zetten. Het Uitvoerend Comité van de Voetbalbond gaf toe: ‘in uitzonderlijke omstandigheden waar het soeverein over oordeelt’ zou een ‘historisch stamnummer’ kunnen terugkeren, staat in de notulen van 30 november 2012. Er werd zelfs een tarievenlijst opgesteld. Hoe lager het stamnummer, hoe duurder. Clubs uit hogere reeksen betalen ook meer dan provincialers. De prijzen variëren tussen de 4000 en de 50.000 euro. Eigenlijk is dat een peulenschil. Bij een faillissement laten clubs doorgaans een veel grotere schuldenberg na. De oude schuldeisers recupereren niets, en ook de Voetbalbond scheldt een fors bedrag kwijt.
Vanoppen heeft zijn aanvraag nooit kunnen indienen: vier maanden na de vergadering van het Uitvoerend Comité vroeg Beerschot een gerechtelijk akkoord aan om zich tegen zijn schuldeisers te beschermen. De voetbalwereld vergat de regeling van de historische stamnummers, maar wakkere Leuvense juristen doken de notulen vorig jaar weer op. De primeur was voor Oud-Heverlee Leuven, oorspronkelijk een fusie van Zwarte Duivels Oud-Heverlee, Stade Leuven en Daring Club Leuven. Bij de fusie in 2002 koos de club voor 6142, het schuldenvrije stamnummer van Zwarte Duivels, maar sinds juli van dit jaar draagt OHL het veel oudere stamnummer 18 van Stade Leuven. ‘Dat weerspiegelt de rijke Leuvense voetbalgeschiedenis beter’, zo staat het op de website van de club. Ook Lyra sprong op de kar. Die club toont hoe ingewikkeld het kan worden. Lyra wilde zijn oorspronkelijke stamnummer 52 terug, dat verloren was gegaan bij een fusie met Lierse in 1972. Supporters richtten toen een nieuw Lyra op, dat nu dus aansluiting zoekt bij het oude Lyra van voor 1972. Maar deze zomer fuseerde Lyra opnieuw met Lierse tot Lyra-Lierse. Men wil dus ook aanspraak maken op de erfenis van die illustere volksclub.
Antwerp-supporter Jorgen Van Laer voorspelt ‘gesjacher met stamnummers. De palmaressen staan in de uitverkoop.’ Wie stamnummerkoopjes wil doen met een stevige erelijst erbovenop kan terecht in Brussel. Stamnummer 2 van het vroegere Daring Club de Bruxelles is vrij. Deze voorloper van RWDM won vijf landstitels. RWDM werd ook één keer kampioen, dat nummer 47 is eveneens vacant. Beerschot, stamnummer 13, heeft met zeven landstitels de grootste onbeheerde erelijst, gevolgd door de vier titels van het failliete SK Lierse. Een faillissement leidt trouwens niet automatisch tot de schrapping van het stamnummer. Als de voornaamste schulden aan de Voetbalbond worden voldaan, maar de vennootschap achter de club wel op de fles gaat, dan volgt er alleen een sportieve sanctie. De club moet dan twee divisies zakken. Het overkwam KV Mechelen. Bij het faillissement van 2002 degradeerde Mechelen naar derde klasse, maar het redde wel stamnummer 25 en zijn erelijst.
Jurisprudentie
Verscheidene clubs uit eerste klasse dragen niet meer hun historische stamnummer, maar de kwestie beroert niet overal de gemoederen. Bij de fusieclubs Racing Genk en Zulte Waregem is het geen item, wellicht omdat die twee teams ondertussen een grotere erelijst verzamelden dan hun voorlopers. Ook bij Moeskroen, dat eigenlijk een voortzetting van het vroegere RRC Péruwelz is, blijkt er geen vraag naar. Heel anders is het bij Beveren. Het failliete KSK Beveren, met stamnummer 2300, werd twee keer Belgisch kampioen. Eersteklasser Waasland-Beveren (stamnummer 4068) is in principe niet de erfgenaam van dat cv. De supporters willen dat liever vandaag dan morgen rechtzetten. ‘Het moment is aangebroken om onze sportieve erfenis op te eisen’, vindt Wim Van Goethem, supporters liaison officer van Waasland-Beveren. ‘We spelen in geel-blauw op de Freethiel, iedereen noemt ons “Beveren”, en ik denk dat men ons aanvoelt als erfgenaam van de mooie erelijst van KSK Beveren. Toch voelt de fan dat er iets ontbreekt. Ik kan dat moeilijk onder woorden brengen, zulke gevoelens begrijpt alleen een supportershart. Onze 2300 moet thuiskomen.’ Maar wat vinden de fans van het vroegere Red Star Waasland daarvan? Hun nummer zou dan worden gedumpt. Van Goethem blaast. ‘Alle sympathie voor die oude club, die ons goed geholpen heeft, maar vandaag voelen de Waaslanders van toen zich gewoon deel van het grotere verhaal van KSK Beveren, dus dat is geen beletsel. Die aanvraag moet zo snel mogelijk vertrekken. Waar kan ik de reglementering nalezen?’
Waasland-Beveren zou over twee jaar zijn nummer kunnen terugkrijgen. Maar ook Yellow Blue SK Beveren aast erop.
Dat blijkt niet te kunnen. Het herstarten van een historisch stamnummer staat niet in het bondsreglement. Volgens Bart De Leener, regulations manager bij de Belgische Voetbalbond, valt het onder de ‘jurisprudentie’ van het Uitvoerend Comité van de Voetbalbond. ‘Men kan verwijzen naar eerdere beslissingen van het UC, maar er bestaat geen officiële regelgeving rond. In principe beoordeelt het Uitvoerend Comité elke aanvraag afzonderlijk op haar merites, maar ik mag vermoeden dat clubs die vallen onder de voorwaarden die werden gesteld in beslissing R12.111 van 30 november 2012 hun oude stamnummer zullen terugkrijgen.’ Er staan zes voorwaarden in de notulen van die vergadering. De aanvrager moet onder meer een ‘binding’ kunnen bewijzen met de club die vroeger dat stamnummer bezat. Het historische stamnummer moet tien jaar uit de roulatie zijn, en geen van de vroegere bestuurders mag in het bestuur zitten van de nieuwe, aanvragende club.
Waasland-Beveren voldoet aan die voorwaarden, behalve dat de club nog twee jaar moet wachten: KSK Beveren ging pas in 2010 in vereffening. Maar in 2020 zou het wel eens te laat kunnen zijn. Er is een kaper op de kust. Yellow Blue SK Beveren werd opgericht door supporters die de fusie met Waasland niet smaakten. De club speelt in provinciale en voelt zich evengoed de erfgenaam van de tweevoudige landskampioen. ‘Bij onze club wordt er nog bijna dagelijks over dat verloren stamnummer gepraat’, vertelt Hans Van den Nieuwenhof van YB SK Beveren, ook al zou het de provinciale club duizenden euro’s kosten. ‘De geschiedenis, de erelijst, het logo, de naam, de kleuren: voor een supporter vertegenwoordigen die zaken een onbetaalbare waarde. Het stamnummer past in dat rijtje. Wij dromen van dat nummer, en dat mag u letterlijk nemen.’
Twee erfgenamen die strijden om één nummer: het is onbekend terrein, en bij de Voetbalbond zegt men geen idee te hebben hoe deze knoop te ontwarren valt. Bij YB SK Beveren denken ze hun nummer zelfs terug te kunnen krijgen nog voor de termijn van tien jaar verstreken is. ‘Stamnummer 2300 werd nooit uit de roulatie genomen’, legt Hans Van den Nieuwenhof uit. ‘Het nummer leeft verder bij de vrouwenploeg van KSK Beveren, die nooit failliet ging. Wij hebben toenadering gezocht tot het vrouwenteam. In de praktijk zijn wij één club, mag je zeggen. Als we die fusie officieel maken en enkele oude schulden aanzuiveren, dan moet het mogelijk zijn om weer met stamnummer 2300 te spelen. In de lente zetten we de procedure in gang. Tegen begin volgend seizoen zou de operatie rond moeten zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier