Grondwettelijk Hof fluit regering terug in strijd tegen terrorisme

Minister van Justitie Koen Geens © Belga

Het Grondwettelijk Hof annuleert een van de maatregelen van de federale regering in de strijd tegen terrorisme: het vereenvoudigen van het bewijs van het aanzetten tot terrorisme is een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting, luidt het in een arrest.

Het bewijs dat de regering ‘zover gegaan is als mogelijk’, zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in een reactie.

Geschrapt

Het Hof boog zich donderdag over het derde pakket maatregelen tegen terrorisme, dat in augustus 2016 in het Staatsblad verscheen en focust op de strafbaarstelling van terrorisme.

De regering besliste om de verspreiding van bepaalde boodschappen die willen aanzetten tot het plegen van een terroristisch misdrijf als een misdrijf an sich te beschouwen, ongeacht of die verspreiding ook echt het risico inhoudt dat er terroristische misdrijven worden gepleegd. Eerder was die risicovereiste wel in het Strafwetboek opgenomen, maar onder impuls van de federale regering werd die eruit gehaald. Concreet was de maatregel bedoeld om het bewijs van het aanzetten tot terrorisme te vereenvoudigen.

Het was de Franstalige Ligue des Droits de l’Homme die naar het Hof stapte uit onvrede met het schrappen van de risicovereiste.

Onevenredig

Volgens het Grondwettelijk Hof is de maatregel ‘niet noodzakelijk in een democratische samenleving’ omdat ze de vrijheid van meningsuiting ‘op onevenredige wijze beperkt’. De desbetreffende bepaling wordt dan ook vernietigd.

‘De behoefte om de bewijsvoering te vereenvoudigen,’ leest het arrest, ‘verantwoordt niet dat een persoon veroordeeld kan worden tot een gevangenisstraf van vijf tot tien jaar en een geldboete van honderd euro tot vijfduizend euro voor het aanzetten tot terrorisme, ook wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat het risico bestaat dat een terroristisch misdrijf zou kunnen worden gepleegd.’

In zijn reactie wijst Geens erop dat de voorwaarde van een risico evenmin bestaat voor misdrijven van aanzet tot haat en geweld, ‘maar daar zijn de straffen lager’. ‘De straf op het oude misdrijf van aanzet tot terrorisme werd inderdaad niet verlicht, ondanks het feit dat er geen risico meer moest bewezen worden.’

De minister merkt nog op dat het Hof niets opwerpt tegen de versoepeling van de voorwaarden om voorlopige hechtenis te beslissen in dossiers van terrorisme.

Partner Content