Gif in Willebroek: kochten 350 gezinnen een woning op zwaar vervuilde bodem?

Woonsite De Naeyer © FRANKY VERDICKT

Wonen in een groene nieuwbouwwijk: voor tientallen gezinnen ging in Willebroek een droom in vervulling. De recente ontdekking van een PFOS-verontreiniging kwam als een koude douche, maar wellicht is dit nog niet de gevaarlijkste stof in het spel, ontdekte Knack. Een verhaal van traag voortschrijdend inzicht.

Het grasveld op het Alida Peetersplein in Willebroek had niet misstaan in de Maai Mei Niet- campagne van dit blad. Jammer dat het de vele kinderen in deze wijk sterk wordt afgeraden om op dit veld te spelen.

Het plein ligt op de site van de in 2004 failliet verklaarde papierfabriek De Naeyer, vlak bij de door Wannes Van de Velde bezongen brug over de Willebroekse Vaart. Hier wordt al tien jaar gebouwd aan Denaeyer-Willebroek, een nieuwe woonwijk met veel groen die plaats biedt aan 350 gezinnen (in het vastgoeddossier wordt de naam Denaeyer gebruikt) . Twee derde van de huizen, appartementen en lofts zijn al klaar, zowat de helft is al bewoond, veelal door jonge gezinnen met kinderen.

Twee weken geleden kregen de eigenaars onheilspellend nieuws. Bij metingen in en rond twee waterlopen op de site werden verhoogde concentraties PFOS vastgesteld, het product dat de hoofdrol speelt in het milieuschandaal rond de 3M-fabriek in Zwijndrecht. Anders dan op Linkeroever werd de verontreiniging in Willebroek nog niet volledig in kaart gebracht. Toch beslisten het Agentschap Zorg en Gezondheid en afvalstoffenmaatschappij OVAM om alvast dezelfde preventieve maatregelen af te kondigen. Kinderen spelen beter niet op onverharde grond, en zeker niet in de omgeving van de twee sloten. Peuters in de orale fase blijven het best helemaal binnen, en verder kregen bewoners de raad geen scharreleieren van eigen kippen te eten en zo weinig mogelijk groenten uit de eigen tuin.

De site is niet geschikt voor bewoning, net zomin als de site van Tsjernobyl.

Rudi Vleminckx, chemicus, ex-De Naeyer

Onthaalvader

Het Alida Peetersplein dankt zijn naam aan de vrouw van Louis De Naeyer, een verlicht industrieel à la Lieven Gevaert die de papierfabriek in 1860 stichtte. Peeters is de allereerste vrouw die in Willebroek een straatnaambord kreeg, weet Mathias De Smet (33) sinds hij hier in mei 2019 met zijn vrouw en twee jonge kinderen kwam wonen. ‘Dat werd in de marketing van de gemeente en van projectontwikkelaar Matexi dik in de verf gezet’, zegt hij schamper. ‘Net zoals het groene en kindvriendelijke karakter van de woonwijk.’ De Smet heeft sinds het afkondigen van het PFOS-alarm niet stilgezeten. Hij is de initiatiefnemer van een Facebookgroep met 83 leden, allemaal klanten van ontwikkelaar Matexi, die hier voor 64 gezinswoningen tekent. ‘Ik heb die groep vorig jaar opgericht om het sociale contact tussen de buren te bevorderen’, zegt De Smet. ‘De voorbije weken werd er echter over weinig anders dan de PFOS-toestand gesproken. Ook bij eigenaars die zelf hebben gebouwd, is de ongerustheid erg groot.’ Zijn verbetenheid is niet verwonderlijk. Het nieuws overviel hem net toen hij een carrièreswitch plande: vanaf september gaat hij aan de slag als zelfstandig onthaalvader. Vijf ouders hebben al gereserveerd, maar ook daar leven nu twijfels. Veel hangt af van het bijkomende onderzoek dat studiebureau Sertius in opdracht van OVAM uitvoert en waarvan de resultaten half juli worden verwacht. In afwachting daarvan vlooit De Smet zoals vele buren de koopakte uit waarmee hij twee jaar geleden huiseigenaar is geworden. Het door OVAM afgeleverde bodemattest is gestoffeerd met codes en data, verwijzend naar analyses en saneringsoperaties zoals wettelijk verplicht bij transacties van risicogronden. ‘Wellicht kon je die rapporten al voor de verkoop bij OVAM inkijken’, zegt De Smet. ‘Maar welke kandidaat-koper doet die moeite? Voor ons telde slechts één passage: het terrein is gesaneerd, er zijn geen verdere maatregelen nodig.’

Tsjernobyl

Mathias De Smet woont op een plek waar tot aan het begin van deze eeuw papier werd geproduceerd dat onder meer voor broodzakken, vlees- en visverpakkingen werd gebruikt. Dat was geen geheim, net zomin als het feit dat PFOS bij talloze industrieprocessen werd gebruikt vanwege zijn vet- en waterafstotende eigenschappen. Iemand die dat perfect wist, is Rudi Vleminckx, een chemicus die tussen 1981 en 1988 op de afdeling research and development van De Naeyer werkte. ‘Om het papier vetafstotend te maken, werd onder meer Scotchban FC-807 gebruikt, een PFOS-product van 3M’, zegt Vleminckx. Hij heeft uitgerekend dat er tijdens de laatste decennia van vorige eeuw op de Willebroekse site ongeveer 1 miljoen ton vetafstotend papier werd geproduceerd. Per ton kwam daarbij gemiddeld 2,5 liter Scotchban aan te pas. Een aanzienlijk deel daarvan is in het milieu terechtgekomen. ‘Verontreiniging door morsen, maar ook lekkage, was onvermijdelijk’, zegt Vleminckx, die op basis van cijfers van 3M de spill-over op ongeveer 1 procent schat.

Concreet wil dat zeggen dat er in vier decennia tijd ongeveer 25.000 liter van de beruchte fluorkoolwaterstoffen in deze omgeving terechtkwam. Vleminckx: ‘Een deel daarvan verdween in het grondwater, een ander deel werd via de zogenaamde Fabrieksloop afgevoerd naar de nabijgelegen bezinkingsbekkens (het huidige natuurgebied Broek De Naeyer, nvdr). Vanuit die bekkens kwam het afvalwater dan terecht in de Rupel. Vergeet ook niet dat dezelfde chemische stof tijdens het productieproces door verdamping over de ruime omgeving werd verspreid.’

Maar Vleminckx wijst nog op een ander, mogelijk nog zwaarder probleem: bij de productie van de vochtwerende en vetafstotende papiersoort pergamentine werd het product Quilon gebruikt. ‘Dat werd ontwikkeld door DuPont Speciality Chemicals,’ zegt hij, ‘maar is al lang uit de markt verdwenen omdat het het uiterst kankerverwekkende chroom-6 bevat. Quilon werd op dezelfde manier gebruikt en geloosd als Scotchban FC-807. Je mag er dus van uitgaan dat deze site op dezelfde manier door dit nog veel gevaarlijker product is vervuild.’

Rudi Vleminckx twijfelt er niet aan. De site die straks in totaal 350 gezinnen moet huisvesten, is niet geschikt voor bewoning. ‘Net zomin als de site van Tsjernobyl. Ook niet als je op die volledige site 2,5 meter grond zou afgraven. Vergeet niet dat bij De Naeyer vier decennia lang 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 gevaarlijke stoffen zijn geloosd. Ik zou in elk geval niet willen dat mijn kinderen of mijn kleinkinderen daar zouden opgroeien.’

Vleminckx vermoedt geen kwade wil achter de beslissing om de site als woonwijk te recycleren. ‘Het is onwetendheid. Bij De Naeyer wisten ze pas begin 2000 hoe gevaarlijk die stoffen waren. En bij OVAM zullen ze niet geweten hebben welke producten er bij De Naeyer werden gebruikt. Natuurlijk heeft OVAM in het bodemonderzoek niets gevonden. Als je er niet naar zoekt, zul je het niet vinden.’

Brownfield

Zoals alle buren hoopt Mathias De Smet vurig dat OVAM straks geruststellend nieuws brengt. Toch is er een zinnetje dat door zijn hoofd spookt, uitgesproken bij het sluiten van de verkoop door de klantenbeheerder van Matexi. ‘Het is hier wel gesaneerd, maar ik zou hier nu niet meteen groenten gaan telen.’ ‘Toen hebben we daar geen aandacht aan besteed’, zegt De Smet. ‘We hadden sowieso geen plannen voor een moestuin. Ik ben hier bovendien geboren en getogen. Dat De Naeyer geen ongerept gebied was, dat wist ik wel. Toch heeft die goede raad nu een nare bijklank gekregen.’ Deze krasse anekdote wordt door Matexi als onjuist afgedaan. Maar ze werd ons wel bevestigd door een buurman van De Smet (zijn naam is bij de redactie bekend). In zijn geval was het de notaris die de raad gaf niet aan een moestuin te beginnen.

Matexi-woordvoerder Kristoff De Winne is formeel: ‘We hebben alle procedures nauwkeurig gevolgd. We bouwen in Willebroek volgens het opstalrecht, we zijn dus geen eigenaar van de grond. Klanten hebben bij de notaris een dubbel contract getekend: met Matexi voor de woning en met de nv Vaartland voor de grond. Uiteraard werden ze door ons over de bodemsanering geïnformeerd.’ Vaartland, een vehikel van vastgoedondernemers Rik en Lyne Herbots, die niet op onze vragen wensten te reageren, is al in 2005 in de vereffening van De Naeyer gestapt.

De in Antwerpen geregistreerde vennootschap verwierf aanvankelijk het volledige fabrieksterrein. Pas na de sanering werd een deel doorverkocht aan verschillende partijen, met wisselende eindbestemmingen zoals appartementen, kantoren en een hotel. Die sanering, zo valt te lezen in het brownfieldconvenant uit 2009, verliep in twee fases. Tussen 2006 en 2008 heeft OVAM de site ambtshalve gesaneerd volgens de normen voor industriezones. Ambtshalve saneren gebeurt onder meer wanneer de eigenaar het statuut van onschuldig eigenaar geniet en dus niet verantwoordelijk wordt geacht voor de verontreiniging. Of wanneer er bij een faillissement geen geld is om de sanering te financieren. In dit geval heeft OVAM zowel aan de vereffenaar als aan Vaartland het statuut van onschuldig eigenaar toegekend. Geen detail, want vereffenaar Luc Coppens schatte de saneringskost in 2010 op 3,8 miljoen euro. Het is niet duidelijk of daarin al de tweede sanering, volgens de veel strengere kwaliteitsnormen voor residentieel gebied, zit vervat. Die valt alleszins integraal voor rekening van Vaartland, de projectontwikkelaar die het gesaneerde terrein naar de markt mocht brengen.

De Matexi-wijk op de Denaeyer-site. 'Ik zou niet willen dat mijn kinderen daar zouden opgroeien.'
De Matexi-wijk op de Denaeyer-site. ‘Ik zou niet willen dat mijn kinderen daar zouden opgroeien.’© FRANKY VERDICKT

OVAM

De toewijzing van de factuur doet overigens niks af aan de centrale rol van OVAM. Risicoanalyse, oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, opstellen en uitvoeren van het bodemsaneringsproject, eindevaluatie en comformverklaring, alle stappen in de loodzware procedure verlopen onder toezicht van de advies- en vergunningverstrekkende instantie OVAM. Dat de eerste panden pas in 2018 werden verkocht, komt niet alleen door de saneringslast. Ook administratief moesten er bakens worden verzet. Zo heeft de gemeente een volledig nieuw ruimtelijk ordeningsplan opgesteld. ‘Vaartland heeft met OVAM het hele saneringstraject doorlopen’, zegt De Winne. ‘Uiteraard heeft Matexi als grote klant het dossier grondig bestudeerd. Alles zag er piekfijn in orde uit, anders zou OVAM trouwens geen bodemattesten hebben afgeleverd en was het project nooit van start gegaan. Zoals bij elk groot reconversieproject draaide de sanering rond usual suspects zoals stookolie, minerale oliën en solventen. Het woord PFOS stond alleszins nergens in het dossier. Overigens, tot op heden werd nog niet aangetoond dat er PFOS aanwezig is in het woongedeelte van de site.’

Mendelejev

Dat is de rode draad in het hele dossier: iedereen viel uit de lucht toen de PFOS-verontreiniging aan het licht kwam. Burgemeester Eddy Bevers (N-VA) noemde het onbegrijpelijk dat hij het nieuws uit de pers had moeten vernemen. Alleen OVAM was niet verrast. De verontreiniging werd al in 2018 ontdekt, tijdens een verkennend onderzoek naar verschillende PFAS-stoffen in risicozones in Vlaanderen, dat nog steeds loopt. Door de heisa over 3M raakten de tussentijdse resultaten de voorbije weken bekend. Behalve bij De Naeyer werden onder meer brandweerkazernes en militaire bases als hotspots ontmaskerd. Maar waarom werd er geen PFOS gevonden tijdens de geldverslindende brownfieldsanering die pas in 2014 werd afgerond? ‘We hebben toen in twee zones een saneringsnoodzaak vastgesteld’, legt OVAM-woordvoerder Jan Verheyen uit. ‘Er was een drijflaag van minerale oliën en een plek met vluchtige gechloreerde solventen. Naar PFOS hebben we niet gezocht, dat stond toen nog niet op de radar.’

Dat mag merkwaardig heten. Bij de sanering van historische industrieterreinen wordt naar stoffen gepeild die eigen zijn aan de economische activiteit die er werd ontplooid. Zoals gezegd vergde het geen detectivewerk om te achterhalen wat er bij De Naeyer van de band liep. Bij de start van de sanering was misschien nog weinig bekend over PFOS, maar de stof was wel al omstreden nadat de ongerustheid over de gezondheidsrisico’s uit de Verenigde Staten was komen overwaaien. Dat de Universiteit Antwerpen al vanaf 2002 PFOS-onderzoek voerde in de omgeving van 3M, is hiervan het beste bewijs. Bij het afsluiten van de sanering tien jaar later stond PFOS al kristalhelder op de radar van milieutoxicologen. De stof werd al in 2010 door de Europese Commissie toegevoegd aan de zeer restrictieve POP-lijst, een hitparade van als zeer schadelijk geachte persistente organische polluenten.

‘We weten pas sinds 2018 dat papierfabrieken PFAS-risicogevoelige locaties zijn’, werpt OVAM-woordvoerder Verheyen op. ‘Dat hebben we geleerd uit ons verkennende onderzoek, dat overigens gestart is met een pilootproject rond de Fabrieksloop op de Denaeyer-site. Voortaan moeten erkende deskundigen op dergelijke locaties PFOS als parameter in hun analyses meenemen.’ Het inzicht schrijdt dus voort, maar kwam te laat voor de sanering van het brownfielddossier Denaeyer.

Webinar

Een oude rot in de bodemsaneringssector, die anoniem wil blijven, schetst de context. ‘Bodemsanering is ook een economische aangelegenheid. Zowel het onderzoek als de sanering kost de opdrachtgever bakken vol geld. Het is echt niet zo dat we de volledige tabel van Mendelejev aflopen, laat staan dat we als een detective naar onbekende stoffen kunnen speuren. We zoeken gericht, naar wat we denken te kunnen vinden. Minerale oliën zoals petroleum vind je haast altijd, en ook benzeen en paks (polycyclische aromatische koolwaterstoffen, nvdr) zijn klassiekers, net zoals pcb’s (polychloorbifenyl, nvdr) op sites met oude transformatoren. PFOS? Tien jaar geleden heb ik er voor het eerst van gehoord, in verband met oefenterreinen van de brandweer. Maar ik heb er zelf nog nooit op gemeten.’

Dezelfde bron wil graag een misverstand uit de wereld helpen. ‘Het is niet omdat een terrein werd gesaneerd dat de grond er ook zuiver is. De eindverklaring van OVAM garandeert alleen dat aan alle wettelijke saneringsverplichtingen werd voldaan. Het blijft echter vuile grond, aannemers moeten trouwens stevig betalen als ze die ergens kwijt willen.’

In Willebroek houden ze de adem in. Burgemeester Bevers heeft al een webinar georganiseerd met verschillende experten, onder wie Karl Vrancken, die na het losbarsten van het 3M-schandaal tot opdrachthouder voor de coördinatie van de aanpak van de PFAS-verontreiniging in Vlaanderen werd benoemd. Na de anderhalf uur durende sessie regende het teleurgestelde commentaren in de Facebookgroep van Matexi-eigenaars. Vele bange vragen waren onbeantwoord gebleven. Begrijpelijk, gezien de stand van het onderzoek, maar het hielp niet om de ongerustheid te bedaren. Buurtbewoner Mathias De Smet is zelf gefrustreerd. Tijdens het webinar riep medisch milieudeskundige Monique Nuijten op om geen bodem te verstuiven, een advies dat ook op de PFOS-pagina van de gemeente staat. Hoe kan het dan dat verschillende aannemers voor en achter zijn deur blijven doorwerken met hun graafmachines? ‘Het antwoord van de opdrachthouder was verbijsterend’, zegt De Smet. ‘Aannemers mogen in afwachting van de nieuwe testresultaten doorwerken, eventuele maatregelen volgen pas als er PFOS in de woonzone wordt vastgesteld. Blijkbaar gelden voorzorgsmaatregelen alleen voor bewoners.’

De vraag is hoe de eigenaars zullen reageren als straks zou blijken dat hun grond met PFOS is vervuild. Niet alleen de gezondheidsrisico’s malen door hun hoofd. ‘Verhuizen zit er niet in’, zegt De Smet somber. ‘Niemand zou hier nog iets willen kopen.’

De gemeente Willebroek reageert

In een mail aan Knack zegt het Willebroekse gemeentebestuur veel begrip te hebben voor ‘de emotionele impact’ die de berichten over mogelijke PFOS-vervuiling op de bewoners heeft. De gemeente laat weten dat ze de resultaten van het bijkomende onderzoek door het studiebureau Sertius afwacht. ‘Op basis van de resultaten zullen wij, indien nodig en in samenspraak met OVAM en Agentschap Zorg en Gezondheid, verdere stappen ondernemen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content