Bert Bultinck

‘Gemiddeld doet een slachtoffer van intrafamiliaal geweld pas aangifte na 35 incidenten’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Wie de getuigenissen uit ons GENOEG!-dossier over geweld tegen vrouwen na elkaar leest, krijgt een beeld van hoe verschillend de verhalen zijn, hoe pijnlijk de details, hoe vernietigend de effecten, zowel bij seksueel geweld als bij geweld in de huiselijke kring’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

J. is 24 wanneer het gebeurt. De economiestudente is in Londen om een jaar bij te studeren, maar na een introductiedag wordt een mes tegen haar keel gezet, in het park op weg naar huis. Vier mannen vallen haar aan. Ze wordt meermaals verkracht, verliest het bewustzijn, wordt opnieuw geslagen. Er zijn weinig woorden die recht doen aan wat ze heeft meegemaakt, maar vandaag, twee jaar later, vindt ze de woorden toch. Op slechte dagen stort ze helemaal in. Ze heeft soms de neiging om te lachen als ze iets ergs vertelt, zegt ze aan Knack-redactrice Han Renard tijdens de in totaal meer dan twaalf uur dat ze met elkaar hebben gepraat. Ze noemt het een verdedigingsreflex.

Gemiddeld doet een slachtoffer van intrafamiliaal geweld pas aangifte na 35 incidenten.

J. doet haar gruwelijke verhaal vandaag in Genoeg!, de bijlage bij dit nummer over geweld tegen vrouwen. Ze is een van de zeven vrouwen die getuigen over wat hen is aangedaan. Sommigen zijn het slachtoffer van seksueel geweld, anderen van huiselijk geweld. Dat zijn twee zeer verschillende categorieën, maar ze hebben één ding gemeen: vrouwen worden er bovengemiddeld vaak slachtoffer van. Het verhaal van J. is op veel manieren uitzonderlijk. Niet alleen vanwege het extreme geweld, maar vooral omdat de daders van seksueel geweld doorgaans geen onbekenden zijn voor het slachtoffer: partners, vrienden, kennissen. Uit onderzoek blijkt dat seksueel geweld slechts in een op de tien gevallen gepleegd wordt door een dader die het slachtoffer niet kende.

Maar het relaas van J. laat wel zien waar het ook voor andere slachtoffers verkeerd gaat. Het zijn vaak de details die een inkijk geven in de diepe ellende die veel vrouwen te wachten staat ná het geweld. Het gebrek aan privacy wanneer J. haar verhaal doet bij de politie, met iemand vlak achter haar in de wachtrij. Het lange wachten na het proces-verbaal, en uiteindelijk de boodschap dat haar zaak geseponeerd is. De verbinding die bruusk verbroken wordt, na een gesprek van twee uur en vijfenveertig minuten met de Zelfmoordlijn.

Slachtoffers van geweld tegen vrouwen worden nog altijd niet goed opgevangen. In de hulpverlening zijn de laatste tijd grote stappen gezet, onder meer met de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Maar elders, ook bij politie en justitie, gaat het nog verbijsterend vaak mis. Om maar één voorbeeld te noemen: in België is seponeren meer regel dan uitzondering. Wellicht werd het dossier van J. onder meer geseponeerd omdat ze als Belg niet in eigen land werd verkracht – dat is even cru als het klinkt. Maar seponeren gebeurt ook in andere gevallen onthutsend vaak: tussen 2010 en 2017 waren er bijna 4000 verkrachtingsdossiers bij de correctionele parketten. 53 procent ervan werd geseponeerd. Vorig jaar werden meer dan 8000 zaken gesloten, waarvan 57 procent werd geseponeerd.

Slachtoffers van geweld tegen vrouwen worden nog altijd niet goed opgevangen.

In het dossier dat deze week in Knack centraal staat, hebben we vooral aandacht voor de getuigenissen van de slachtoffers. Wie ze na elkaar leest, krijgt een beeld van hoe verschillend de verhalen zijn, hoe pijnlijk de details, hoe vernietigend de effecten, zowel bij seksueel geweld als bij geweld in de huiselijke kring. De aandacht voor dat laatste ging de laatste weken wat verloren in de stroom van verhalen van slachtoffers van seksueel geweld, onder meer in cafés en uitgaansbuurten in Brussel en Gent. Maar ook huiselijk geweld maakt levens kapot, soms voorgoed. Gemiddeld doet een slachtoffer van intrafamiliaal geweld pas aangifte na 35 incidenten. Het zegt iets over hoe geweld zich binnen een relatie langzaam opbouwt.

Als we het geweld tegen vrouwen willen tegengaan, komen we vroeg of laat niet alleen bij politie, justitie of de hulpverlening terecht. Vanzelfsprekend moet het dan ook over mannen gaan, en over de manier waarop zij naar vrouwen kijken en met vrouwen omgaan. Het gevecht tegen geweld is ook een gevecht tegen een mentaliteit. In deel 2 van Genoeg! gaan we volgende week dieper in op de daders.

Deze week wijst commissaris Olivier Slosse nog op de vele slachtoffers die we niet kennen omdat ze aan het oog onttrokken blijven: ‘Het dark number is gigantisch.’ De zeven vrouwen die we vandaag aan het woord laten, zijn maar een fractie van het topje van de ijsberg. Maar dat zij, net als andere vrouwen de laatste jaren, hun verhaal willen doen, brengt een oplossing wel dichterbij.

Maak mee het verschil en deel het campagnebeeld op Facebook met #genoeg

Partner Content