Bijgedachte | Nieuws

Geen plasland meer

© .
Stijn Tormans

Openbare toiletten lijken niet meer van deze tijd, schrijft Stijn Tormans. Terwijl België vroeger bekend stond om zijn openbare wc’s.

Toen ik laatst door Leuven dwaalde, vielen ze me op: de oude pissijns van de Halfmaartstraat, aan het Klein Begijnhof. Ze herinnerden me aan lange dronken nachten, toen we in de Dijlestad deden alsof we studeerden en diploma’s verzamelden.

In al die jaren waren ze niet veranderd. Nog altijd even vrouwonvriendelijk, maar ook wel een beetje charmant. Zelfs het water in de toiletten maakt nog altijd hetzelfde geluid als toen.

Elders in de stad is het plaserfgoed weg, zoals bijna overal. Openbare toiletten zijn niet meer van deze tijd. Het moet zijn dat een of andere hipster of ruimtelijke planner beslist heeft dat de moderne mens niet meer naar het toilet gaat.

Niet alleen op straat verdwenen ze, ook op het openbaar vervoer. In die verschrikkelijke Desirotreinen, die de NMBS steevast inzet op lange trajecten, is er maar één toilet voor de hele trein. Meestal is dat kapot. Er bestaat een theorie die stelt dat de staat van een bedrijf afgemeten kan worden aan de toestand van zijn toiletten. Als die theorie klopt, is de NMBS failliet.

‘Het moet zijn dat een of andere hipster of ruimtelijke planner beslist heeft dat naar het toilet gaan niet meer van deze tijd is.’


En dat terwijl België vroeger bekendstond om zijn openbare wc’s. Robbe De Hert vertelde me ooit dat een buitenlandse collega-regisseur hem ooit vroeg: ‘U komt uit België? Dat is daar waar de mensen op straat kakken.’ Robbe wist niet waar hij het over had. Tot hij op oude Vlaamse filmbeelden inderdaad urinoirs en pispaleizen zag staan. Ze waren uit zijn geheugen gewist.

Beloftes om ze weer in te voeren zijn er genoeg geweest. Elke verkiezing is er wel een of andere politicus die ermee leurt en iets belooft. Maar veel komt daar meestal niet van in huis. Behalve in Gent, de officieuze plashoofdstad van Vlaanderen.

De nood is anders hoog. Onlangs maakten twee onderzoekers van de UGent, Kurt Van Hautegem en Wouter Rogiest, er een rapport over. Ze concludeerden onder meer dat er te weinig vrouwvriendelijke toiletten zijn. ‘Openbare toiletten zijn even onmisbaar als verkeerslichten op straat’, schreven ze.

In het buitenland doen ze beter. In de negentiende eeuw beloofden Parijse politici elke straat haar eigen urinoir, en nog altijd staan er in de wegen van de lichtstad oneindig veel meer toiletten.

Ook in Nederland is plassen geen misdaad. In Utrecht beslisten ze onlangs dat iedereen om de vijfhonderd meter naar het toilet moet kunnen. Ze noemen dat daar basisbereikbaarheid.

Soms hou ik van Nederland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content