‘Geef daklozen eerst een woning en pak daarna hun problemen aan’

Elisa Schanzer
Elisa Schanzer Medewerker Knack.be

Het verhaal van een zeventigjarige dakloze die inbrak in een auto om onderdak te kunnen krijgen in de gevangenis toont aan dat de noden voor dak- en thuislozen nog steeds erg groot zijn. Experts pleiten daarom voor een radicale ommezwaai in het beleid. ‘We onderschatten de negatieve impact van opvangcentra op het welbevinden van daklozen.’

Onlangs werd een zeventigjarige dakloze man opgepakt omdat hij in een auto had ingebroken. De man vertelde de politie dat hij naar de gevangenis wilde en dat als hij zou worden vrijgelaten, hij meteen een nieuwe inbraak zou plegen om in de gevangenis te belanden. Volgens zijn advocate zit de man, die in Bulgarije is geboren, al jaren in een sukkelstraatje: hij is staatloos, kampt met leverkanker en vindt geen hulp.

Bij het Netwerk Tegen Armoede hebben ze al soortgelijke schrijnende verhalen gehoord, al benadrukt stafmedewerker Arne Proesmans dat daklozen die zo wanhopig zijn dat ze bewust overgaan tot misdrijven de uitzondering zijn. ‘Door de jaren heen heb ik al een paar keer zo’n verhaal gehoord. Het ging bijna altijd over ex-gedetineerde alleenstaande mannen die er bewust op aanstuurden om terug naar de gevangenis te kunnen, die dan door wanhoop opzettelijk kleine misdrijven begingen. Ze kwamen buiten als ex-gedetineerde maar waren slecht voorbereid op hun vrijlating. De hulp die ze kregen was duidelijk te weinig.’

‘Zo herinner ik mij iemand die bij zijn vrijlating enkel een telefoonnummer van de meest nabijgelegen daklozenopvang had meegekregen maar daar niet terecht kon. Die man had psychologische problemen en was ’s nachts bang op straat. Zoals wel vaker ging het om iemand die al een hele zwerfgeschiedenis achter de rug had. Hij heeft toen ergens een winkeldiefstal gepleegd en gewoon gewacht tot de politie kwam. Hij wilde opnieuw rust en binnen kunnen slapen.’

La Strada, het steunpunt thuislozenzorg Brussel, hanteert een brede definitie van thuisloosheid. Ze maakt een onderscheid tussen daklozen en thuislozen. Daklozen leven op straat en in de nachtopvang. Thuislozen worden opgevangen in onthaalhuizen, wonen in onstabiele huisvesting omdat ze bijvoorbeeld geen huurcontract hebben, vinden tijdelijk onderdak bij familie of vrienden of wonen in ontoereikende huisvestingen zoals kraakpanden.

Is Housing First de oplossing voor dak- en thuisloosheid?

’85 tot 90 procent van de mensen in het Housing First-project bewonen hun huis nog steeds na een paar jaar.’

Koen Hermans

Onderzoeker Koen Hermans van LUCAS (het centrum voor zorgonderzoek van de KU Leuven) is een groot voorstander van Housing First, waarbij daklozen een eigen woning krijgen zonder onderworpen te zijn aan voorwaarden. De mensen die een woning krijgen, kunnen ook begeleiding op maat krijgen. Deze aanpak is een radicale ommezwaai ten opzichte van de traditionele opvangvoorzieningen voor daklozen waarbij mensen eerst een tijd verblijven in residentiële opvangvoorzieningen om later naar begeleid wonen te gaan om uiteindelijk zelfstandig te wonen.

‘Ik ben voor Housing First om verschillende redenen. Allereerst omdat het werkt. We denken vaak dat mensen met een ernstig psychiatrische problematiek, een verslavingsproblematiek of een langdurige afhankelijkheid niet in staat zijn om zelfstandig te wonen. Zowel internationaal als in België tonen cijfers aan dat dat wel lukt, weliswaar in combinatie met eenvoudige begeleiding. 85 tot 90 procent van de mensen in het Housing First-project bewonen hun huis nog steeds na een paar jaar.’

‘Een tweede reden is dat mensen het heel waardevol vinden om hun eigen plek hebben. We onderschatten de negatieve impact van instellingen en opvangcentra op het welbevinden van daklozen. Ten derde blijkt dat Housing First als aanpak een stuk goedkoper is dan de traditionele opvangvoorzieningen voor daklozen’, besluit Hermans.

Woningcrisis

Ook Piet Steenssens, de Beleidscoördinator dak- en thuisloosheid van CAW Antwerpen, is voor Housing First. ‘Er moet op Vlaams niveau een geïntegreerd beleid tussen de domeinen Welzijn en Wonen worden uitgebouwd zodat echt kan ingezet worden op de paradigmashift van opvang naar wonen. Dat betekent in de eerste plaats dat er dus voldoende woonmogelijkheden moeten worden gecreëerd voor deze kwetsbare doelgroep. De opvangcapaciteit zal dan tot een minimum herleid kunnen worden.’

‘Bestrijding van dak- en thuisloosheid vereist een intersectorale welzijnsaanpak.’

Piet Steenssens

‘Vanuit de overheid worden er wel inspanningen gedaan maar de noden zijn groot’, zegt Steenssens. ‘Zo zijn er voor Antwerpen in de sociale huisvesting een zestigtal plaatsen om dak- en thuisloze mensen voorrang te geven en er wordt door de lokale overheid geïnvesteerd in alternatieve woonvormen, maar gezien de stijgende problematiek is dat lang niet toereikend.’

‘Het structureel probleem waar we mee kampen is dat er onvoldoende toegankelijk woningen zijn, zeker in de prijsklasse die haalbaar is voor dak- en thuisloze cliënten. Sinds de wooncrisis is uitgebroken is het probleem gegroeid’, legt Steenssens uit. ‘Men kan wel nachtopvang installeren wat goed is om een onmiddellijke nood te lenigen. Mensen moeten dan niet op straat slapen. Maar deze kortetermijnstrategie is geen duurzame oplossing voor dak- en thuisloosheid.’

Naast Housing First ziet Steenssens twee andere speerpunten die belangrijk zijn bij de bestrijding van dak- en thuisloosheid. Meer inzetten op preventie door middel van preventieve woonbegeleiding en voldoende mogelijkheden tot financiële hulpverlening zijn nodig. Daarnaast vereist bestrijding van dak- en thuisloosheid een intersectorale welzijnsaanpak waarbij algemeen welzijnswerk, verslavingszorg, geestelijke gezondheidszorg enzovoort samenwerken.

Hoe werkt daklozenopvang vandaag?

‘De bestaande daklozenopvang in Vlaanderen verschilt lokaal sterk en hangt mee af van lokale besturen en OCMW’s’, legt Proesmans uit. ‘Vooral CAW’s zorgen voor opvang, al heb je daarnaast ook mensen die terechtkomen in de psychiatrie, beschut wonen of de reguliere zorg.’

‘De thuisloze zwerft soms van sofa naar sofa totdat hij terug op straat terechtkomt.’

Arne Proesmans

‘In Antwerpen is er geïnvesteerd in een permanente noodopvang voor daklozen die een band hebben met Antwerpen’, zegt Steenssens van CAW Antwerpen. ‘In de winter wordt deze permanente noodopvang uitgebreid en is er ook opvang voorzien voor mensen zonder papieren die enkel ’s nachts in de noodopvang terecht kunnen voor een slaapplaats. Overdag zijn er inloopcentra voor dak- en thuislozen.’

‘Naast die noodopvang bestaat er ook een divers palet aan opvangcentra in Antwerpen met zo’n tweehonderd plaatsen’, legt Steenssens uit. ‘Die zijn echter niet rechtstreeks toegankelijk. Ze werken met wachtlijsten. Een deel van deze opvangcapaciteit is dichtgeslibd. De voornaamste oorzaak is het feit dat mensen soms veel te lang in opvangcentra moeten blijven omdat ze geen betaalbare en kwaliteitsvolle woning vinden. Dat heeft alles te maken met de krapte op de woonmarkt.’

Proesmans vindt dat er een tekort is aan opvangplaatsen. ‘Zeker als het over iets langdurigere opvang gaat. De meest schrijnende gevallen zoals gezinnen met kinderen krijgen prioriteit, waardoor zeker alleenstaande jongeren en oudere mannen vaker moeten wachten voordat ze ergens binnen geraken. Veel dak- en thuislozen vinden hun weg ook niet onmiddellijk in de hulpverlening of haken af, waardoor hun vraag om opvang niet altijd wordt geregistreerd.’

‘Het grootste deel van de daklozen zit niet in de opvang maar krijgt hulp van particulieren’, aldus Proesmans. ‘Dat zijn vooral lotgenoten, familie of vrienden die hen tijdelijk een slaapplaats aanbieden. Deze mensen noemen wij “bankslapers”. Na een tijdje gaat het voor de vrienden, kennissen of familieleden soms niet meer voor hun situatie, of zijn ze bang dat ze beschuldigd zouden worden van domiciliefraude waardoor de dakloze soms van sofa naar sofa zwerft totdat hij terug op straat terechtkomt.’

Hoeveel daklozen zijn er?

‘1 op de 2 mensen in de nachtopvang is al minstens een jaar dakloos.’

Koen Hermans

‘Het is moeilijk om een idee te krijgen over het aantal daklozen en welke daklozen waar zitten’, zegt Proesmans. ‘Het kenmerk van een dakloze is net dat hij geen eigen woonst heeft, waardoor hij niet in orde is met administratie. Vaak zijn mensen nergens geregistreerd, heel vaak hebben ze ook geen adres.’

Volgens een telling van LUCAS zouden er in 2014 minstens 5378 mensen dak- en thuisloos zijn in Vlaanderen, waarvan er 1 op de 3 minderjarig was. ‘Dat is zeker een onderschatting’, aldus onderzoeker Hermans. ‘Er waren beperkingen aan onze methodologie, onder andere omdat we minder aandacht hadden voor bijvoorbeeld mensen die in een kraakpand of tijdelijk bij kennissen verbleven. We zijn nu een systeem aan het ontwikkelen om op een uniforme manier het aantal dak- en thuislozen te tellen. Net als andere landen willen we een nationale telling houden.’

Waarschijnlijk stijgt het aantal dak- en thuislozen. ‘In Brussel neemt het aantal mensen dat verplicht is om op straat te slapen of om in de winteropvang te verblijven stelselmatig toe’, zegt Hermans. ‘In Vlaanderen ontvangen we dezelfde signalen. Uit cijfers van de nachtopvang zien we bovendien dat 1 op de 2 mensen al minstens een jaar dakloos is. Daartegenover staat wel dat de Vlaamse overheid een Vlaams Actieplan Armoedebestrijding heeft gelanceerd dat op dit moment wordt geconcretiseerd. Daar staan ook een aantal beloftevolle acties in. Nu is het afwachten hoe dat plan in de praktijk wordt gebracht op lokaal en regionaal niveau.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content