Gedaan met anoniem bellen: wat met mensen zonder identiteitsbewijs?

© iStock
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

85 procent van de actieve simkaarten in ons land zijn ondertussen geregistreerd. Alle andere simkaarten worden onbruikbaar vanaf middernacht. Het registreren van simkaarten is een van de maatregelen in de strijd tegen terreur. Maar wie valt uit de boot?

Wie nog snel een al dan niet dubieus telefoontje dacht te plegen met een anonieme telefoonkaart, is eraan voor de moeite. Om klokslag middernacht treedt een nieuwe regel in werking die van anoniem bellen verleden tijd maakt. Wie een nieuwe simkaarten voor z’n GSM-toestel zoekt, zal zijn identiteitskaart moeten tonen. Dat was al het geval sinds december 2016, maar voor oude prepaidkaarten waarvan de gebruiker nog geïdentificeerd moest worden, voorzag minister Alexander De Croo (Open Vld) een overgangsperiode van zes maanden waarin werd opgeroepen om nummers te registreren. Operatoren stuurden hun gebruikers sms’jes en 85 procent van de actieve simkaarten zijn ondertussen geregistreerd. De overgangsperiode loopt vanavond af, en nummers die nog niet geregistreerd zijn, worden zonder pardon geblokkeerd.

Die identificatie is overigens zo eenvoudig mogelijk gehouden. Gebruikers kunnen met hun elektronische identiteitskaart naar een verkooppunt van hun operator, of kunnen zich online identificeren met behulp van een kaartlezer. Wie al een ander product van het bedrijf had, zoals een internetabonnement, kan zijn twee producten ook makkelijk koppelen. Extra belkredtiet op je simkaart laden met een elektronische betaling is eveneens voldoende.

Maar wat met mensen die helemaal geen bankkaart of identiteitsbewijs hebben? Wie zijn e-ID tijdens een dronken café-avond verliest is, krijgt makkelijk een vervangend document – maar asielzoekers zonder papieren zitten in een lastiger parket. Even de wet erbij nemen. Daarin staat dat de Belgische identiteitskaart een geldig identificatiedocument is, naast een identiteitskaart van een lidstaat van de Europese Unie, een Belgische elektronische kaart voor buitenlanders, een internationaal paspoort, of een ander document waarop het rijksregisternummer vermeld staat. Wie dat allemaal niet heeft, kan zich ook beroepen op ‘een officieel document dat, tijdelijk, één van de voormelde documenten vervangt (…) op voorwaarde dat het identificatiedocument origineel, leesbaar en geldig is.’

Precies daar knelt het schoentje. Asielzoekers zonder papieren kunnen hoogstens een vervangend document bekomen in ons land, in afwachting van ofwel een verblijfsstatuut ofwel een uitwijzing. Zo is er voor asielzoekers in hun eerste asielprocedure de zogenaamde ‘bijlage 26’. Wie voor de tweede, derde, of vierde keer in een lopende asielaanvraag zit, krijgt een ‘bijlage 26 quinquies’ waarmee je bij de gemeente een ‘attest van immatriculatie’ kan vragen. Is je asielaanvraag verworpen maar ga je in beroep bij de Raad Voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV), dan krijg je een ‘bijlage 35’.

Alexander De Croo
Alexander De Croo© Wim Kopinga

Veel jargon, maar weinig zoden aan de dijk: geen van die papieren geldt echt als een vervanger van een identiteitskaart of aanverwant document- en dus ook geen document waarmee je een simkaart kan aanschaffen. Op de bijlage 26 staat bijvoorbeeld uitdrukkelijk en in vette tekst vermeld: ‘Dit document is geenszins een identiteitsbewijs’. In afwachting van een beslissing over hun procedure kunnen asielzoekers dus geen telefoontjes plegen met een eigen nummer.

Kafka loert om de hoek

In overheidskringen zag men vorige week plots de bui hangen, en werd op het laatste moment nog samengezeten om het euvel de wereld uit te helpen. De bijlagen 26, 26 quinquies, 35, en het attest van immatriculatie (ook wel ‘de oranje kaart’ genoemd) gelden nu wel als vervangdocument om een telefoonkaart te bekomen, ook al levert dat de Kafkaiaanse en voor een asielzoeker erg verwarrende situatie op waarbij zijn papieren dus even gelden als vervanger van een identiteitskaart terwijl er woordelijk op staat dat ze niet gelden als identiteitsbewijs. Maar toch: probleem opgelost.

Nou, nee. Het administratief kluwen waarin je als asielzoeker verzeilt, is in praktijk nog ondoordringbaarder dan op papier. Neem nu de asielzoekers die een eerste keer afgewezen zijn, maar een nieuwe asielaanvraag indienen op basis van nieuwe elementen in hun dossier. Zo’n aanvraag – de ‘meervoudige asielaanvraag’ – wordt in theorie binnen de 8 dagen positief of negatief beantwoord door het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Tijdens die 8 dagen heeft de asielzoeker geen bijlage 26 quinquies (die krijgt hij pas bij een positief antwoord) en kan hij dus geen aanspraak maken op een simkaart. Het is dan ook problematisch dat die periode wel eens opgetrokken wordt tot meer dan een half jaar. Ook wachttijden van een jaar zijn niet eens denkbeeldig.

Heb je wel een geldig vervangdocument, dan zijn de obstakels nog steeds niet van de baan. De wet laat operatoren toe om klanten op verschillende manieren te identificeren: een betaling met een bankkaart, een online registratie met de elektronische identiteitskaart, maar ook een identificatie met papieren documenten in een verkooppunt. De operatoren zijn evenwel niet verplicht om alle manieren aan te bieden. Het is dus toegestaan om klanten geen papieren identificatie aan te bieden, ook al is dat voor asielzoekers meestal de enige optie. Grote operatoren zoals BASE, Orange, en Proximus hebben in hun algemene voorwaarden weliswaar de papieren mogelijkheid opgenomen, maar in de realiteit blijken asielzoekers regelmatig bot te vangen, zo klinkt het bij het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII).

‘Juridisch gezien zijn operatoren niet verplicht alle identificatiemogelijkheden aan te bieden’, zegt Eric Somers van het AgII nog. ‘Maar als men weet dat sommige mensen zich niet kunnen identificeren met een elektronische kaart omdat ze die nog niet hebben – terwijl ze wel wettig in ons land zijn – dan is het duidelijk dat die mogelijkheid van een papieren identificatie wel ergens beschikbaar moet zijn. Daar zit een knelpunt.’

Het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) zou vorige week nog een communiqué uitgestuurd hebben over de papieren documenten die aanvaard moeten worden, maar die info lijkt nog niet overal doorgesijpeld tot in de winkelpunten.

Zelfs als de tijdelijke verblijfsdocumenten in de verkooppunten van de telecomoperatoren aanvaard worden, is het nog maar de vraag of asielzoekers daarvan op de hoogte zijn. De laatste afspraken werden pas eind vorige week gemaakt, en Fedasil moest ze in allerijl communiceren aan de mensen in hun opvangcentra. Maar wie een meervoudige asielaanvraag deed maar nog wacht op een beslissing, heeft bij ons geen recht op opvang. Die mensen zijn dus niet op de hoogte dat, bijvoorbeeld wanneer ze een van de komende dagen wel een bijlage 26 quinquies krijgen, dat document hen toelaat een simkaart te kopen. Nochtans is dat voor veel asielzoekers een onmisbaar iets.

Illegalen vallen bij de nieuwe wetgeving al helemaal uit de boot. Uitgeprocedeerden maken geen enkele kans meer om verblijfsdocumenten te krijgen, en kunnen dus niet aan een geldig telefoonnummer raken. In afwachting van hun uitzetting wordt het hen daardoor bijvoorbeeld knap lastig gemaakt om hun familie in het thuisland te laten weten dat ze eraan komen of normale sociale contacten verder te zetten. Je kan je bovendien afvragen: is het logisch dat mensen de mogelijkheid van een telefoongesprek wordt ontnomen enkel omdat ze niet legaal op ons grondgebied verblijven en terug moeten keren naar hun thuisland ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content