Filosofe Griet Vandermassen: ‘Verkrachting uitleggen als een daad gemotiveerd door geweld is onzin’

Griet Vandermassen: 'Dit is een oorlog om seks.' © Bas Bogaerts

Leven we in een verkrachtingscultuur? En horen witte heteromannen niet thuis in een queer feministisch café? Filosofe en opiniemaker Griet Vandermassen hekelt de excessen in het denken over gender en identiteit: ‘Seks is een belangrijke dimensie van het leven.’

Filosofe en De Standaard-columniste Griet Vandermassen heeft een bijzondere interesse in mannen, vrouwen en hoe die zich tot elkaar verhouden. Ze noemt zich feministe, maar door haar onverzettelijk darwinistische benadering ligt ze weleens op ramkoers met andere zelfverklaarde feministen. In elk geval is haar blik origineel, en haar moed prijzenswaardig.

We spreken elkaar de dag na Wapenstilstand, het moment waarop België zijn oorlogsveteranen viert. Maar ook zijn vrouwen, blijkt na een blik op de kalender: in de rest van de wereld valt Wereldvrouwendag op 8 maart, maar in België staat 11 november met rood aangekruist. Een illustratie van de Belgische zin voor het compromis: op de eerste Vrouwendag in 1972 wilde de vrouwenbeweging Simone de Beauvoir er graag bij, en de Franse schrijfster kon zich alleen op 11 november vrijmaken.

Misschien is het zeker dit jaar toepasselijk dat we twéé keer stilstaan bij de positie van de vrouw: de pandemie heeft haar veel harder getroffen dan de man.

GRIET VANDERMASSEN: In principe zijn mannen vatbaarder voor het virus dan vrouwen, maar omdat meer vrouwen in de zorg werken, worden er meer vrouwen ziek. Vrouwen worden ook ouder dan mannen, waardoor ze oververtegenwoordigd zijn in de woon-zorgcentra, waar de pandemie hard heeft toegeslagen.

Weinig experts pleiten voor hogere strafmaten. Een man die een vrouw verkracht, vraagt zich meestal niet af: was het nu drie jaar cel, of vijf jaar?

De schade is ook economisch: in de VS zijn veel vrouwen hun job kwijtgeraakt. Toen crèches en scholen dichtgingen, waren het niet de mannen die thuisbleven om voor de kinderen te zorgen. Bij ons waren mannen tijdens de lockdown vier uur per dag langer thuis en daarvan besteedden ze zes minuten aan het huishouden.

VANDERMASSEN: (lacht) Dat is heel weinig, maar het verrast me niet dat mannen nog altijd niet evenveel doen als vrouwen. Vrouwen hebben de neiging om huishoudelijk werk naar zich toe te trekken en leggen de lat hoger als het gaat over orde en netheid. Ze zouden meer hulp kunnen afdwingen, maar denken vaak dat ze het beter kunnen. Hoeveel vrouwen plooien de was niet op nadat hun man dat al ’s gedaan heeft? Zo houd je de klassieke rolverdeling in stand.

Hoe vaak hebben we tijdens de pandemie niet georakeld: vanaf nu wordt alles anders?

VANDERMASSEN: Hopelijk hebben sommige mannen gemerkt hoe fijn het is om met de kinderen bezig te zijn. Maar het zal altijd een minderheid blijven. Onderzoek toont uitvoerig aan dat vrouwen meer voldoening halen uit de omgang met kleine kinderen, terwijl het voor veel mannen pas interessant wordt wanneer de kinderen tegen een bal kunnen trappen. Ze zien hun baby’s ook graag, maar vrouwen hebben hun kind gebaard: dat is een heel kostbare investering, de drang om te zorgen voor dat hulpeloze wezentje is vanzelf een stuk groter.

We hebben een grote maatschappelijke shift nodig in het denken over zorg, en over het belang van huishoudelijk werk. Dat wordt nog te veel als vanzelfsprekend ervaren, we zouden het meer moeten valoriseren. Bijvoorbeeld door huisvrouwen en -mannen een loon te geven, maar dan begeef ik me op glad ijs, want dat is precies wat het Vlaams Belang voorstelt.

Het blijft verbazen dat drugshandel en prostitutie worden verrekend in het bruto binnenlands product, maar het onbetaalde werk dat vooral vrouwen thuis doen níét.

VANDERMASSEN: (lacht) De achttiende-eeuwse economen die dat bbp hebben bedacht, vonden het huishoudelijke werk van vrouwen vanzelfsprekend. Maar het klopt: onze economie draait voor een groot stuk op die onbetaalde arbeid.

Vrouwen zijn ook oververtegenwoordigd in de statistieken over seksueel geweld. De recente getuigenissen over verkrachtingen in Elsene, Gent en daarbuiten zijn een zoveelste wake-upcall. Is het probleem groter dan ooit?

VANDERMASSEN: Moeilijk te zeggen. Het dark number is hoog: veel slachtoffers van verkrachting dienen geen klacht in. Omdat ze de feiten niet opnieuw willen beleven, of omdat ze bang zijn dat de politie hen niet zal geloven of brutaal zal behandelen. Als we niet weten hoe frequent het gebeurt, kunnen we onmogelijk weten of het vaker of minder vaak gebeurt.

Het parket van Brussel behandelt vandaag dubbel zo veel zedenfeiten als drie jaar geleden. Dat heeft te maken met #MeToo, maar ook met de Zorgcentra na Seksueel Geweld, waar slachtoffers beter geholpen worden.

VANDERMASSEN: Dat zegt vooral iets over de grotere bereidheid om een klacht in te dienen, omdat slachtoffers weten dat hun klacht nu wél ernstig wordt genomen.

Toch wordt ruim de helft van alle aangiften van zedenfeiten geseponeerd. Vaak omdat bewijsmateriaal ontbreekt, maar ook omdat er een gebrek is aan recherchecapaciteit.

VANDERMASSEN: Dat is ontzettend problematisch. Het toont dat ons beleid faalt.

Treden gerecht en overheid niet streng genoeg op tegen seksueel geweld?

VANDERMASSEN: Weinig experts pleiten voor hogere strafmaten. Mensen komen alleen maar slechter uit de gevangenis. En een man die een vrouw verkracht, vraagt zich meestal niet af: ‘Was het nu drie jaar cel, of vijf jaar?’ Zulke mannen zijn risk takers, ze denken dat ze ermee wegkomen. België is lang tekortgeschoten: we gingen erg slordig om met DNA-stalen. Daar is dankzij de Zorgcentra verbetering in gekomen, slachtoffers worden nu wel professioneel opgevangen. Maar bij veel aangiftes ís er inderdaad geen bewijsmateriaal, en je moet het vermoeden van onschuld blijven respecteren.

De term rape culture slaat nergens op. Moeders voeden hun zoons niet op met het idee dat ze de seksuele grenzen van meisjes mogen overschrijden.

Op de recente betogingen tegen seksueel geweld werden leuzen gescandeerd tegen de ‘rape culture’.

VANDERMASSEN: Dat slaat nergens op. Onze cultuur maant jongens niet aan om te verkrachten, moeders voeden hun zoons niet op met het idee dat ze de seksuele grenzen van meisjes mogen overschrijden. De term rape culture komt uit Against Our Will, het boek uit 1975 van feministe Susan Brownmiller, die het idee ontwikkelde dat mannen samenspannen tegen vrouwen en seksuele agressie gebruiken om hen onder de knoet te houden, niet omdat ze seks willen. Dat is absurd. Mannen zijn niet verenigd in hun belangen, ze zijn vooral in competitie met elkaar. En om een erectie te hebben, moet er sprake zijn van seksuele opwinding. Veel daders geven ook aan dat ze hun lust niet konden bedwingen. Uiteraard kunnen er nog andere motieven meespelen, maar verkrachting uitleggen als een daad gemotiveerd door geweld is onzin.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is druk bezig om het seksueel strafrecht te hervormen. Hij wil het begrip ’toestemming’ in de wet inschrijven: kun je dat handhaven?

VANDERMASSEN: Een seksuele ontmoeting tussen twee mensen is enorm complex, het gaat om vaak heel subtiele signalen en een dynamiek die zich ontvouwt. Dat kan de wet natuurlijk niet regelen, maar ze kan wel sensibiliseren.

Als u de evolutionaire bril opzet: waarom zijn veruit de meeste verkrachters mannen?

VANDERMASSEN: Seksueel geweld is geen uniek menselijk fenomeen, het doet zich in het hele dierenrijk voor, zelfs bij kevers en schorpioenvliegen. Vrijwel altijd zijn mannetjes dader en vrouwtjes slachtoffer. Sommige soorten hebben zelfs speciale organen ontwikkeld waarmee ze vrouwtjes kunnen vastklemmen, zodat ze ongehinderd kunnen penetreren.

Het bredere patroon past binnen de theorie van de seksuele selectie. Zeker bij zoogdieren, waar de bevruchting inwendig gebeurt, investeren vrouwtjes veel meer in voortplanting dan mannetjes. Een zwangerschap vraagt veel tijd en energie, waardoor vrouwtjes veel te verliezen hebben als ze niet kieskeurig zijn. Mannetjes daarentegen kunnen reproductief succes boeken door te paren met veel verschillende vrouwtjes. Dat verklaart waarom vrouwen in verhouding tot mannen minder vaak voor louter kwantiteit kiezen. Als je dat combineert met de grotere mannelijke neiging tot fysieke agressie, kun je voorspellen dat sommige mannen geweld gebruiken om seks af te dwingen.

Psychologe Danièle Zucker schat dat zes tot twaalf procent van de mannelijke bevolking verkrachter is.

VANDERMASSEN: Dat is veel. Welke definitie hanteert ze? En is het eenmalig, of gaat dat over serieverkrachters?

Volgens Zucker is macht motief nummer één, zelden speelt het uiterlijk mee.

VANDERMASSEN: Dat klopt dus niet. (lacht) Vrouwen zijn selectiever dan mannen, maar als mannen toch keuze hebben, kiezen ze voor jonge vrouwen. Meisjes van vijftien tot vijfentwintig zijn veel vaker het slachtoffer dan vijftigplussers. Die voorkeur is evolutionair gezien niet vreemd: jonge vrouwen zijn veel vruchtbaarder.

Griet Vandermassen: 'Vrouwen houden de klassieke rolverdeling mee in stand.'
Griet Vandermassen: ‘Vrouwen houden de klassieke rolverdeling mee in stand.’© Bas Bogaerts

Spelen er dan geen culturele factoren bij verkrachting?

VANDERMASSEN: Jawel, net als iemands persoonlijkheid. De meeste mannen zijn geen verkrachters. De mannen die het wél doen, zijn doorgaans antisociaal, niet empathisch en erg promiscue ingesteld. Vaak – dat past dan binnen de feministische analyse – hebben ze een vijandige kijk op vrouwen. Ze vinden dat ze recht hebben op seks, en nemen het vrouwen kwalijk dat ze hen seks ontzeggen. Daarnaast heb je de psychopaten, dat is de gevaarlijkste groep. En er zijn pubers die door het lint gaan doordat hun hormonen hen parten spelen, niet weten hoe ze met meisjes moeten omgaan en verblind door lust foute dingen doen. Die groep zal niet levenslang verkrachten, het is een fase. Maar ze kunnen tijdens die fase veel schade aanrichten. Daarom is het zo belangrijk dat we blijven uitleggen dat er wel degelijk een verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke seksualiteit. Als je tegen een jongen zegt dat er geen enkel verschil is, waarom zou hij dan rekening houden met een meisje dat aarzelt?

Is het ook geen kwestie van opvoeding? Al te vaak groeien jongens nog op met het idee dat ze zo veel mogelijk vrouwen moeten verleiden tot seks om ‘iemand’ te zijn.

VANDERMASSEN: Ze worden zo niet opgevoed door hun ouders. Wat daar speelt, is vooral de onderlinge dynamiek tussen jongens en hun streven naar een hogere plaats in de pikorde. Mannen die seks hebben met veel vrouwen, verwerven status, door de vrouwelijke selectiviteit. Het betekent dat je als man veel te bieden hebt.

Maar er zijn toch ook veel diep ingesleten maatschappelijke verwachtingen over het seksuele gedrag van mannen en vrouwen?

VANDERMASSEN: Ja, maar die zijn een doorslag van biologische verschillen tussen de seksen. Alleen kunnen ze in hun culturele vorm repressieve vormen aannemen.

Dat doet hoofdzakelijk vrouwen tekort.

VANDERMASSEN: Zeker, maar ze zijn niet louter slachtoffer. Meisjes waken over hun seksuele reputatie omdat ze zo hun waarde verhogen als levenspartner. Want mannen hebben graag losse vrouwen voor losse seks, maar op de lange termijn verkiezen ze een vrouw van wie ze weten dat ze trouw zal zijn. Dat is het Madonna-hoersyndroom. Meisjes spelen dat uit in hun onderlinge concurrentie: als een meisje veel onenightstands heeft, wordt daarover geroddeld, zo halen ze een eventuele concurrente onderuit. Dat soort intraseksuele dynamiek ontbreekt totaal in feministische analyses.

Die leggen de nadruk op macht.

VANDERMASSEN: En op het patriarchale machtsverlangen, een culturele constructie, met vrouwen als louter slachtoffer. In vrije democratische samenlevingen gaat dat niet op.

Vrouwen worden toch veel vaker verkracht dan mannen?

VANDERMASSEN: Natuurlijk, maar wereldwijd zijn tachtig procent van de moordslachtoffers mannen. Er zijn meer mannelijke verslaafden, zwakzinnigen en gevangenen. Vrouwen lopen een groter risico om op café lastiggevallen te worden, maar als ze een glas omstoten, riskeren ze geen mes in de ribben. Een man wel. Mannen zijn ook slachtoffer, op hun manier, je moet dat meenemen in de rekening.

Je hoort meer en meer beweren dat wetenschap iets is van witte oude mannen, die maar beter hun mond houden. Dat is autoritair en gevaarlijk.

Seks is een belangrijk thema in uw oeuvre: waarom?

VANDERMASSEN: Omdat ik heel erg houd van seks. (lacht) Het is een belangrijke dimensie van het leven. Een krachtige motor, maar hij kan ook schade aanrichten. Als je het hebt over de verhouding tussen mannen en vrouwen – dat is mijn bredere werkveld – dan merk je dat seks de belangrijkste bron van botsingen is: the battle of the sexes is in essentie een oorlog over seks. Omdat de mannelijke en vrouwelijke seksuele psychologie zo erg verschillen.

Ik maak even een sprong naar Café Blond in Gent, een ontmoetingsplek voor queer mannen en vrouwen. Dat kwam onlangs in het nieuws toen de uitbaters, na enkele onprettige incidenten, aan de aanwezige genderconforme mannen vroegen om op te hoepelen. Meer was er niet nodig om mannelijk, wit Twitter in de gordijnen te jagen. Waarom waren de reacties zo heftig?

VANDERMASSEN: Ik heb de uitleg van de uitbaters gehoord en ik begrijp hen wel, maar het gaat volgens mij toch te ver dat je een volledige groep weert op basis van kenmerken waarvoor ze niet gekozen hebben. Zet de boelzoekers buiten, laat de rest blijven.

We leven in een cultureel klimaat waarin excessen heersen in het denken over identiteit. Ik vind het belangrijk dat de stem van gemarginaliseerde groepen wordt gehoord, maar soms krijg je de indruk dat relaties tussen mensen louter bekeken worden in termen van macht. Waarbij de dominante groep – de witte heteromannen – aan de galg moet. Maar de overgrote meerderheid is geen racist of seksist, het zijn ook maar gewone mannen die hun vrouw graag zien en worstelen met financiële of andere problemen. Als je dan weggezet wordt als iemand die alles in de schoot geworpen krijgt, wekt dat wrevel op.

Je kunt ‘woke’ zien als een vorm van toegepast postmodernisme. Dat postmodernisme rekende eind jaren ’60 af met de grote verhalen. Religie, de grote ideologieën, zélfs de waarheid moest op de schop: men wilde komaf maken met het idee dat wetenschap de objectieve waarheid kan weerspiegelen. In de jaren 2000 leefde dat soort denken weer op, maar in toegepaste vorm: men wilde het politiek inzetten. Door te denken in termen van groepen die historisch gemarginaliseerd waren of net een machtspositie bekleedden.

Dat is toch een goede zaak? We hebben hier in België jarenlang over migratie gediscussieerd zonder dat één mens met een migratieachtergrond mocht meepraten.

VANDERMASSEN: Natuurlijk, en dat is de verdienste van de woke-beweging, alleen is het doorgeschoten. Nu gaat men ervan uit dat alleen wie tot een gemarginaliseerde groep behoort toegang heeft tot kennis die relevant, authentiek en objectief is. De verhalen van de dominante groep zijn per definitie waardeloos. Je hoort meer en meer beweren dat wetenschap iets is van witte oude mannen, die maar beter hun mond houden. Dat is autoritair en gevaarlijk.

Als Anuna De Wever zegt dat Gert Verhulst moet zwijgen over het klimaat omdat hij een witte man is, dan…

VANDERMASSEN: … dan is dat een vorm van racisme. Gert Verhulst wordt veroordeeld op basis van kenmerken waar hij geen verdienste of schuld aan heeft. Of je nu man, homo of cis bent: daar kun je niets aan doen, en toch word je erop afgerekend. Dat is onrechtvaardig, terwijl het net wordt gekaderd binnen het streven naar social justice. Maar het liberale rechtvaardigheidsidee ging uit van universaliteit, en gelijke rechten voor iederéén.

Bart Somers zei in Knack dat woke in Vlaanderen niet verdeelt, maar verbindt, omdat iederéén ertegen is. Conner Rousseau noemde woke al ‘groen gedoe.’

VANDERMASSEN: Woke richt zich niet tegen rechts, wel tegen mensen van de eigen groep die niet links genoeg zouden zijn. Het kan ontsporen in een soort van zuiverheidsdenken.

Doe je, door altijd de nadruk te leggen op de excessen, geen afbreuk aan de legitieme strijd van de burgerrechtenbeweging? Black Lives Matter wordt nu weggezet als extreemlinks, maar er is toch niets links aan de strijd tegen politiebrutaliteit?

VANDERMASSEN: Dat politiegeweld wordt ook weer gekaderd binnen een identiteitspolitiek: zwarten worden automatisch gecast als slachtoffer.

De statistieken laten toch weinig ruimte voor discussie?

VANDERMASSEN: Zwarten zijn in verhouding tot blanken vaker het slachtoffer van politiegeweld, maar ze zijn ook zwaar oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers. Ze plegen 52 procent van de moorden, terwijl ze 14 procent van de populatie uitmaken. Er worden trouwens meer onschuldige blanke dan zwarte Amerikanen neergeschoten.

Of je nu man, homo of cis bent: daar kun je niets aan doen, en toch word je erop afgerekend. Dat is onrechtvaardig.

De blanke Amerikanen zijn nog altijd in de meerderheid.

VANDERMASSEN: Volgens de beschikbare cijfers doodde de politie in 2019 15 ongewapende zwarten en 41 ongewapende blanken. Maar over die laatsten hoor je niets.

Die hogere criminaliteit is dan weer het gevolg van systemische sociaal-economische ongelijkheid, die teruggaat op de slavernij.

VANDERMASSEN: Juist, en dat probleem moet dringend aangepakt worden. Ik wil alleen maar zeggen dat de zaak veel complexer is dan ze wordt voorgesteld. Racial profiling volstaat niet als uitleg.

Is de woke-beweging geen noodzakelijke correctie op een misstand die eeuwen bestaan heeft? Uiteindelijk, zou Hegel zeggen, zal een nieuw evenwicht ontstaan en zal de boel bedaren.

VANDERMASSEN: Dat betekent toch niet dat we de uitwassen niet mogen aankaarten? Het gaat niet alleen over activisten.Ook in de academische wereld maakt ‘woke’ slachtoffers.

Is de piek van de woke-beweging al niet voorbij? Nick Cave en Ricky Gervais hebben de woke generatie de mantel uitgeveegd en zijn niet gecanceld. Toen Netflix de laatste show van Dave Chapelle – de zwarte comedian die het geregeld aan de stok heeft met de lgbtq-gemeenschap – online zette, legde een deel van het personeel het werk neer. Ze eisten dat de show gecanceld zou worden. Dat is niet gebeurd.

VANDERMASSEN: Ik heb het niet gevolgd, maar dat is goed. Anderzijds worden steeds vaker boeken geweigerd door uitgeverijen omdat ze ’transfoob’ zouden zijn. Nee, dat gebeurt niet bij ons. Ik heb het over de Angelsaksische wereld. Onlangs nog is de Schotse filosofe Kathleen Stock weggepest op de universiteit omdat ze zegt dat het biologisch geslacht reëel is. Stock, zelf lesbienne, is het slachtoffer geworden van georganiseerde protesten van studenten, daartoe opgejut door faculteitsleden.

Werd schrijfster J.K. Rowling geen ‘TERF’ genoemd omdat ze zei dat biologisch geslacht een vaststaand feit is?

VANDERMASSEN: Terf. Trans exclusionary radical feminist. Dat slaat op een radicale stroming binnen het feminisme, die transvrouwen ervan beschuldigt dat ze gewoon mannen zijn die in ruimtes voor vrouwen willen binnendringen en hen hun seksespecifieke rechten willen ontnemen. Maar de term wordt ook gebruikt om kritische stemmen weg te zetten als transfoob. Rowling respecteert het volledig als mensen zich identificeren als iemand van het andere geslacht. Ze vraagt zich alleen af of het wel een goede zaak is dat iemand louter op basis van zelfidentificatie toegang kan krijgen tot ruimtes voor vrouwen. Ik vind het zelf ook belangrijk om daarover de discussie aan te gaan. Het gaat om botsende rechten: die van transvrouwen en die van biologische vrouwen. Zonder open debat raken we hier niet uit.

Griet Vandermassen

– Geboren op 16 april 1970

– Studeerde Germaanse talen, doctoreerde in de wijsbegeerte

– Publiceerde in 2019 Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie

– Schrijft een tweewekelijkse column voor De Standaard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content