Familierechtbanken kreunen onder het werk: ‘Je moet soms meer psycholoog zijn dan jurist’

© iStock
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Sinds drie jaar worden echtscheidingen, erfenissen en andere familiegebonden materies behandeld door zogenaamde familierechters. Knack sprak met twee van hen. ‘Veel mensen hebben blijkbaar verleerd hoe ze een ruzie moeten bijleggen.’

Het is 9 uur ’s morgens, we zijn in het nieuwe justitiepaleis aan het Rabot in Gent. In de lange gang van de familierechtbank wachten zo’n honderd mensen op de behandeling van hun zaak. Voor het merendeel koppels die willen scheiden. Er hangt spanning in de lucht. Plots roept een vrouw tegen haar man: ‘Je had je maar moeten beheersen!’ Ze duwt hem van zich weg. Alle anderen kijken naar de punt van hun schoen.

Jaarlijks vragen in ons land zo’n dertigduizend echtparen de scheiding aan. Zij moeten minstens één keer voor de familierechter verschijnen. Vroeger werden echtscheidingen door verschillende rechtbanken behandeld: de jeugdrechter, de rechter van eerste aanleg, de vrederechter en zelfs de arbeidsrechtbank. Toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) besloot een einde te maken aan die versnippering en richtte bijna vier jaar geleden de familie- of gezinsrechtbanken op.

‘Eén familie, één dossier, één rechtbank.’ Zo vat Goedele Vandenbrande de filosofie van de nieuwe rechtbank samen. Zij is familierechter in Mechelen. ‘Alle familiegebonden materies worden geconcentreerd in één rechtbank.’ Dat moet leiden tot meer efficiëntie en geharmoniseerde procedures. Een echtscheiding in Hasselt behoort op dezelfde manier te verlopen als in Oostende.

Wij hebben te maken met mensen in de knel, die huilen, roepen en tieren. Je moet veel over je heen laten gaan. ’s Avonds ben ik doodop

Daniel Van den Bossche, voorzitter rechtbank van eerste aanleg in Gent

Nog een voordeel is dat je telkens voor dezelfde magistraat verschijnt, vindt Daniel Van den Bossche, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Gent en familierechter. ‘Zo kun je een gezin gedurende een hele tijd opvolgen en hoeven mensen niet telkens opnieuw hun verhaal te doen aan een andere rechter.’

De familierechtbanken beschikken over een uitgebreid pakket bevoegdheden. Het overgrote deel van hun tijd besteden ze aan echtscheidingen en de gevolgen daarvan: wie betaalt alimentatiegeld aan wie en hoeveel? Wie krijgt het hoederecht over de kinderen? Wat gebeurt er met het kindergeld? Familierechters zijn bovendien bevoegd voor afstammingsgeschillen en adoptie, en voor schenkingen en erfenissen – nog zo’n grote bron van ruzies.

Sinds 2014 telt België twaalf gerechtelijke arrondissementen, die zijn samengesteld uit verschillende afdelingen. Iedere afdeling heeft een familie- en jeugdrechtbank, die meestal is opgedeeld in verschillende kamers. Een goede zaak, volgens Daniel Van den Bossche. ‘Sommige materies, zoals vereffeningen en vermogensverdelingen, zijn zo specifiek dat we ze beter overlaten aan een gespecialiseerde familierechter. Een andere familiekamer zal dan bijvoorbeeld de adopties en afstammingszaken behandelen.’

Dat er behoefte was aan familierechtbanken bewijzen de cijfers: het eerste jaar van hun bestaan werden meer dan 80.000 dossiers behandeld. De meerderheid betrof echtscheidingen (33.970) en jeugdzaken (33.436).

Als een echtpaar wil scheiden, is de familierechter verplicht om hen veertien dagen na het indienen van het verzoekschrift te ontvangen op de rechtbank. Goedele Vandenbrande vindt die periode te kort: ‘De betrokkenen en hun advocaten zijn meestal niet klaar met de voorbereiding van hun zaak. De eerste verschijning beperkt zich dan ook vaak tot een formele inleiding.’

Daniel Van den Bossche in Gent organiseert de zaken anders. ‘Het is niet klantvriendelijk om mensen naar de rechtbank te laten komen als hun zaak toch niet echt behandeld wordt. We proberen daarom elke zaak meteen aan te pakken en nemen soms dringende maatregelen, zoals het weghalen van een kind bij een van de partners.’

Sommige echtparen komen naar de familierechtbank met een minnelijke schikking. Goedele Vandenbrande is daar een groot voorstander van. ‘In de praktijk werkt zo’n akkoord vaak beter dan een regeling die door de rechtbank wordt opgelegd. Het zou een grote besparing van mensen en middelen zijn, mochten onze cliënten zelf wat meer met elkaar overleggen, in plaats van alles in de handen van de rechtbank te leggen.’

Annemie Turtelboom
Annemie Turtelboom© NICOLAS MAETERLINCK/IMAGE GLOBE

Daniel Van den Bossche beaamt dat mensen te snel naar justitie stappen bij een conflict. ‘We maken ruzie met de buurman en de rechter moet maar beslissen wie gelijk heeft. Veel mensen hebben blijkbaar verleerd hoe ze een ruzie moeten bijleggen.’

Twaalf minuten per dossier

Een groot deel van het werk van de familierechters werd vroeger gedaan door de vrederechters. Hun bevoegdheid in financiële geschillen werd wel verhoogd van 1860 tot 2500 euro, maar die evolutie toont nog eens aan hoe ongelijk het werk verdeeld is binnen Justitie. Terwijl sommige vrederechters en politierechters meer tijd op hun fiets, in de tuin of op een golfterrein spenderen dan in hun rechtszaal, weten rechters van eerste aanleg, familierechters en jeugdrechters niet waar eerst te beginnen.

‘Het klopt dat de familierechtbanken overbelast zijn’, stelt Van den Bossche. ‘In Gent doen de zeven familierechters het werk dat voorheen door tien vrederechters werd gedaan. De rechtbank van eerste aanleg kreeg de voorbije jaren voortdurend nieuwe taken: fiscaliteit, de familierechtbanken, strafuitvoeringsrechtbanken, internationale ontvoeringen van kinderen, administratief werk. Maar het aantal personeelsleden is niet in dezelfde mate meegegroeid.’

Goedele Vandenbrande probeert in Mechelen het aantal dossiers per zitting te beperken tot twintig, terwijl sommige collega’s er meer dan zestig op een dag afhaspelen. ‘Hoe kun je dan nog goed luisteren naar de verhalen van die mensen? In een ideale situatie leid ik aan het begin van een zitting acht tot tien nieuwe zaken in, en daarna doe ik een tiental pleitzaken waarin we naar de betrokkenen en hun advocaten luisteren. Ik heb uitgerekend dat ik op die manier twaalf minuten per dossier heb. Dat is natuurlijk veel te weinig, zodat de voormiddagzittingen bijna elke dag flink uitlopen tot een eind in de namiddag. Het is hollen van de ene zaak naar de andere, van de ene familiekamer naar de andere. De eerste zaak om 9 uur ’s morgens zou ik even geconcentreerd moeten volgen als de laatste in de namiddag. Maar zo veel mensen, zo veel verhalen: dat is niet evident. Een enkele keer gaat het er zo heftig aan toe dat ik een van beide ruziemakers de gang op moet sturen om af te koelen.’

Daniel Van den Bossche voelt zich geregeld ‘emotioneel leeg’ na weer een lange zitting. ‘Dit werk is totaal anders dan wat bijvoorbeeld een handelsrechter doet. Die heeft te maken met facturen, met bedrijven. Wij met mensen in de knel, die huilen, roepen en tieren. Je moet veel over je heen laten gaan. ’s Avonds ben ik doodop. Dit is zo’n speciale job. Je moet niet alleen een goed jurist zijn, maar ook een psycholoog.’

Ik heb uitgerekend dat ik twaalf minuten per dossier heb. Dat is natuurlijk veel te weinig

Goedele Vandenbrande, familierechter in Mechelen

Zijn meest emotionele zaak was een gezin met drie kinderen in de puberteit, met een afwezige vader en een moeder die het huishouden en de opvoeding helemaal alleen bestierde. ‘Toch koos ik er tot ieders verrassing voor om de vader een lightversie van co-ouderschap toe te kennen’, vertelt Van den Bossche. ‘Ik moest de moeder uitleggen dat de kinderen zich uiteindelijk tegen haar zouden keren als haar echtgenoot volledig uitgesloten werd. Was het de juiste beslissing? Dat weet je nooit helemaal zeker. Het is zoals bij uw huisdokter: een consultatie duurt tien minuten. Hoe weet je dat hij de juiste diagnose stelt? Door zijn ervaring. Ook een familierechter beschikt het best over veel levenservaring.’

Goedele Vandenbrande moet haar bureau delen met een collega-rechter. ‘Ik ben nog een van de gelukkigen, want sommige collega’s delen hun kantoor met zes anderen. Ook onze werkingsmiddelen zijn beperkt. Kijk, mijn laptop is een soort dinosaurus: totaal verouderd. Veel collega’s kopen daarom hun eigen computer, maar dat is natuurlijk ook niet ideaal. Dit jaar mochten we gelukkig opnieuw twee wetboeken bestellen, maar dat was lang geleden. Kunt u zich dat voorstellen? Elk jaar komen er wetten bij, andere verdwijnen of worden aangepast, maar de rechters beschikken niet over de geactualiseerde wetboeken, tenzij ze die zelf kopen. Het kan toch niet dat je als rechter geen toegang hebt tot de rechtsbronnen.’

Kinderen krijgen inspraak

Een van de bijzonderheden van de nieuwe familierechtbanken is dat ze ook minderjarigen horen en hen inspraak geven in de echtscheiding van hun ouders. De kinderen krijgen een brief van de familierechter waarin wordt uitgelegd hoe de procedure werkt. Elke minderjarige heeft wettelijk het recht om gehoord te worden, maar is niet verplicht om in te gaan op die uitnodiging.

Daniel Van den Bossche vindt het goed dat een kind gehoord wordt door de rechter, al moet je het belang daarvan niet overdrijven: ‘We weten dat sommige kinderen ‘voorbereid’ worden door een van de ouders, of door beiden. Je mag zo’n kind bovendien nooit het gevoel geven dat het partij moet kiezen voor mama of papa.’

In Mechelen ontvangt Goedele Vandenbrande de kinderen op woensdagnamiddag. ‘Ik spreek ze alleen en nooit in toga. Ik vraag waar ze naar school gaan, welke hobby’s ze hebben. Ik probeer na te gaan bij welke ouder het kind gevoelsmatig het meest aansluiting heeft, want je hebt mamakindjes en papakindjes. Die gesprekken zijn niet vanzelfsprekend. Niet alle kinderen slagen erin om zich goed te verwoorden en je mag niet vergeten dat ze emotioneel enorm in de knoei kunnen zitten door de echtscheiding van hun ouders. We vragen de kinderen naar hun kijk op de zaak, hoe zij het conflict aanvoelen, wat zij verwachten. Wij krijgen zo een heel bijzondere inkijk in het privéleven van anderen.

Koen Geens
Koen Geens© BEL

Onze vonnissen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de ouders, maar ook voor de kinderen. Ik moet bijvoorbeeld beslissen naar welke school het kind moet na de scheiding. De vader vraagt school a, moeder school b. Ik motiveer dat ik de ene school prefereer, om die en die redenen. Dat is juridisch een correct vonnis, maar of het een goede keuze is voor het kind is kwestie, is soms minder duidelijk. Het is al moeilijk genoeg om voor je eigen kinderen de beste school te kiezen, laat staan voor een onbekende.’

Ouders mogen het verslag van het gesprek met hun kinderen nalezen, maar enkele maanden geleden stelde minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voor om dat te verbieden. Minderjarigen zouden dan minder bevreesd zijn om vrijuit over hun ouders te praten. Vandenbrande is het daar niet mee eens. ‘Een rechter mag geen geheim element gebruiken om zijn vonnis te motiveren. Een kind kan bijvoorbeeld zeggen dat haar mama geslagen wordt door papa. Maar is dat echt zo? Het kan ook ingefluisterd zijn door de mama. Dat moet ik dan proberen te ontdekken. Na het gesprek met een kind zeg ik dat het verslag gelezen zal worden door mama en papa. We nemen het samen nog eens door, zodat het zich goed bewust is van wat het gezegd heeft. Ik vraag desnoods of mogelijk scherpe uitspraken aangepast moeten worden, want ik wil vermijden dat het kind achteraf beschuldigd wordt door een van beide ouders.’

In Nederland stellen de familierechters ook een ouderschapsplan op waarin de opvoeding van de kinderen wordt geregeld. Sommigen willen dat ook in België invoeren. Minister van Justitie Koen Geens is er niet tegen, maar hij wil het niet verplichten.

Volgens Vandenbrande is het praktisch zeer moeilijk om zo’n opvoedingstraject op te stellen. ‘Je kunt niet alles in overeenkomsten gieten. Er zijn zo veel onduidelijke factoren in de levensloop van het kind en van de ouders. Het is goed dat mensen daarover nadenken, maar de rechter moet dat toch niet allemaal voor hen beslissen. Bovendien wijzigt de toestand binnen het gezin voortdurend: de kinderen worden ouder, een van de partners vindt een nieuwe partner… Daar kun je je als rechter niet allemaal mee bezighouden.’

Meer vrouwelijke rechters

Het valt op dat de meerderheid van de familierechters vrouwen zijn. Toeval? Sommigen beweren dat vrouwen meer aanleg hebben om te oordelen in gezinskwesties. Goedele Vandenbrande wijst erop dat het beroep van rechter overal sterk aan het vervrouwelijken is. ‘In alle rechtbanken vind je steeds meer vrouwen. Dat is een goede zaak, maar een mannelijke familierechter is even goed: een man is vaak ook een partner en een vader.’

Elk jaar komen er wetten bij, andere verdwijnen of worden aangepast, maar de rechters beschikken niet over de geactualiseerde wetboeken, tenzij ze die zelf kopen

Goedele Vandenbrande

In Gent zijn vijf van de zeven familierechters vrouw. Een goede mix is belangrijk, vindt Daniel Van den Bossche, maar ook hij heeft niet het gevoel dat hij als mannelijke familierechter anders oordeelt dan zijn vrouwelijke collega’s. ‘Ik zou me beledigd voelen als iemand zou zeggen dat ik als man minder empathie heb dan vrouwelijke collega’s. Ik herinner me een vrederechter in Zelzate. Hij was vrijgezel en had geen kinderen, maar er was geen betere vrederechter als het ging om zaken waar kinderen bij betrokken waren. Hij kon afstand nemen van de dossiers die hem werden voorgelegd. Dat geldt voor alle rechters: je mag nooit je eigen ideeën opdringen en als familierechter moet je afstand nemen van je eigen gezinssituatie.’

Het is drie uur in de namiddag. In de familierechtbank in Gent komt het laatste koppel naar buiten. Ze hadden een minnelijke schikking en zijn verrast dat het allemaal zo snel is gegaan. Een vluchtige kus en elk rijdt weg in zijn eigen auto.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content