Expert Jan Denys over de gevolgen van de coronacrisis: ‘Het zal tien jaar duren om dit te verteren’

Jan Denys. © belga
Ewald Pironet

Arbeidsmarktexpert Jan Denys ziet de werkzaamheidsgraad dalen, en rekent erop dat we 10 jaar nodig zullen hebben om de coronacrisis uit te zweten, ‘al zal dat vooral afhangen van het gevoerde beleid’.

België slaagt er altijd vrij goed in om de gevolgen van een recessie voor de arbeidsmarkt te beperken’, zegt Jan Denys, arbeidsmarktexpert bij Randstad. ‘Dat zien we ook nu weer met de coronacrisis. Bij ons werden er niet zoveel mensen werkloos, ons systeem van tijdelijke werkloosheid vangt dat mooi op. Maar zodra de crisis achter de rug is, herpakken we ons altijd minder goed. Zal dat nu ook weer het geval zijn? Dat hangt af van het beleid dat onze regeringen de volgende weken en maanden zullen voeren. Maar reken er toch op dat het tien jaar zal duren eer we deze crisis hebben verteerd.’

Denys heeft het nagekeken: na de oliecrisis (1973 en 1979) duurde het liefst 25 jaar eer de arbeidsmarkt zich kon herstellen. ‘Onze werkzaamheidsgraad, het aantal mensen op arbeidsleeftijd dat werkt, bedroeg in 1975 62 procent, zakte daarna tien jaar tot 55 procent en het duurde tot in 2000 eer we opnieuw aan die 62 procent zaten. Dat was het gevolg van een rampzalig beleid. We kenden een hoge inflatie en door de automatische indexering namen onze lonen enorm toe, waardoor we onszelf uit de markt prezen. Gevolg? In de jaren zeventig gingen netto liefst 237.000 jobs verloren.’

Expert Jan Denys over de gevolgen van de coronacrisis: 'Het zal tien jaar duren om dit te verteren'
© ZAZA

Verschrikkelijke cocktail

Daarbij ging die jobdestructie gepaard met een hele groep mensen die hun intrede maakten op de arbeidsmarkt: enerzijds de babyboomers, anderzijds ook steeds meer vrouwen die werk zochten. Bovendien gingen maar weinig mensen met pensioen, omdat er minder 60-plussers waren als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. ‘Een verschrikkelijke cocktail voor de arbeidsmarkt’, noemt Denys het.

In tien jaar tijd vervijfvoudigde de werkloosheid, van 97.000 in 1974 naar 545.000 werklozen in 1984. Het antwoord dat de toenmalige regeringsleiders daarop formuleerden, voelen we tot op de dag van vandaag. In de publieke sector werden meer dan 250.000 jobs gecreëerd, brugpensioenen en loopbaanonderbreking werden geïntroduceerd, allemaal met de bedoeling om mensen uit de werkloosheid te halen. Het kostte veel geld en creëerde mee grote begrotingstekorten en een hoge overheidsschuld.

De financiële crisis van 2008 liet minder diepe sporen na op de arbeidsmarkt, al zou het toch bijna tien jaar duren eer we die hadden uitgezweet. Denys: ‘Bij de uitbraak bedroeg de werkzaamheidsgraad 68 procent. Die zakte toen minder diep dan in andere landen, maar daarna hadden we het moeilijker om jobs te creëren. Pas in 2017 raakten we opnieuw aan die 68 procent. Elders in Europa werd vlugger het oorspronkelijke niveau bereikt, Duitsland kende zelfs helemaal geen dip.’

Jobs, jobs, jobs

Wat kunnen we nu al zeggen over de gevolgen van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt? Natuurlijk heerst er nog heel wat onzekerheid over die crisis, zegt Denys. Bovendien is het ook nog onduidelijk hoe onze economie opnieuw zal worden opgestart. ‘Ik denk dat de schok niet zo groot zal zijn als tijdens de oliecrisis, die veel langer duurde maar alleen de westerse wereld trof. De gevolgen zullen wel groter zijn dan bij de financiële crisis’, aldus Denys, ‘omdat de wereldeconomie nu een tijdje platligt. En zeker als het klopt dat de Belgische economie dit jaar met 8 procent zal krimpen, zoals de Nationale Bank zegt, terwijl dat in 2009 maar 2 procent was. Elke week lockdown betekent een krimp van 0,5 procent.’

‘België is redelijk ver gegaan in de lockdown, met als gevolg dat heel snel meer dan 1 miljoen mensen in de tijdelijke werkloosheid terechtkwamen. Hoe we deze crisis doorstaan, hangt voor een groot stuk af van het beleid. Hoe krijgen we al die mensen snel veilig en gezond weer aan het werk? Dat wordt een cruciale uitdaging voor de federale en Vlaamse regering. We moeten inzetten op activeren, mensen opnieuw aan de slag helpen. Dat kan misschien met banenplannen, waarmee we sommige groepen een steuntje in de rug geven om een job te vinden. En alle aandacht zal moeten gaan naar jobs, jobs, jobs.’

In elk geval ziet Denys de werkloosheid opnieuw stijgen, vooral bij jonge mensen en laaggeschoolden. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat dat er dit jaar zelfs 100.000 werklozen bij komen. ‘Dat zou ongezien zijn sinds de Tweede Wereldoorlog’, zegt Denys. ‘Het record staat nu op 1981 toen er 93.000 werklozen bij kwamen. Maar het zou ook beteken dat nauwelijks 8 procent van de nu tijdelijk werklozen gewoon werkloos wordt. Dat is dan weer weinig.’

Ik hoop dat de verhoging van de pensioenleeftijd niet wordt teruggeschroefd.

We hebben vandaag wel één groot voordeel in vergelijking met de financiële crisis, merkt Denys op: in 2009 steeg de beroepsbevolking met 86.000, dit jaar slechts met 7000. Vanaf 2022 wordt zelfs een daling voorspeld. ‘Dat tempert de gevolgen van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt, want die wordt nu niet overstelpt met nieuwe arbeidskrachten. Bovendien zullen tot 2030 heel wat babyboomers met pensioen gaan, die voor een deel zullen worden vervangen. Ook dat geluk hadden we niet in 2009. ‘

Grijzer en vrouwelijker

Denys ziet geen belangrijke wijzigingen in de grote tendensen op onze arbeidsmarkt. ‘De neiging om wat langer te studeren zal zich voortzetten, meer studenten zullen nog een jaartje extra studeren omdat de arbeidsmarkt nu zo onzeker is. De vergrijzing en feminisering van onze arbeidsmarkt zullen voortgaan. Ook na 2008 zagen we dat 55-plussers en vrouwen, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, níét het slachtoffer van de crisis waren. Beide groepen gingen daarna juist meer aan de slag en dat zal nu niet anders zijn. De coronacrisis zal zelfs zorgen voor een grotere gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.’

Denys ziet wel weer heel wat beleidsvoorstellen opborrelen. ‘Ik denk dat sommigen de stijging van de werkloosheid zullen aangrijpen om de verhoging van de pensioenleeftijd opnieuw ter discussie te stellen. Ik hoop dat die niet wordt teruggeschroefd, we moeten net als in onze buurlanden langer aan de slag blijven. Ook het basisinkomen zal wel weer op tafel komen, maar dat is een slecht idee, dat is niet effectief. Je kunt je beter op selectieve groepen richten. Er zal ook wel weer gepraat worden over arbeidsherverdeling, wat misschien wel kan op bedrijfsvlak maar niet voor de hele economie. Het is uiterst belangrijk dat de regeringen hier de juiste keuzes maken.’

‘De volgende jaren moet er opnieuw meer energie gestoken worden in verhinderen dat grote groepen langdurig werkloos worden. Daardoor zal er minder aandacht gaan naar onze veel te grote groep inactieven, mensen die geen job hebben en er ook niet naar op zoek zijn. Dan gaat het vooral om laaggeschoolden, allochtonen, huisvrouwen en ouderen. Dat zou jammer zijn, want we zouden ook hen dringend aan een job moeten helpen.’ Denys besluit: ‘De doelstelling van onze Vlaamse regering om de werkzaamheidsgraad te verhogen naar 80 procent was al wat hoog gegrepen. En met de coronacrisis is dat helemaal niet meer realistisch. We kunnen dat cijfer voor de volgende tien jaar vergeten.’

Partner Content