Eva De Roo over haar knaldrang: ‘Laat ons alstublieft verwend zijn, die paar dagen per jaar’

Eva De Roo. © Jonas Lampens

Ja, dit is een luxeprobleem. Maar voor middenklassekinderen die niet altijd beseffen hoe goed ze het hebben, is een zomer zonder festivals het allerergste, vindt StuBru-presentatrice Eva De Roo.

Een dikke maand geleden schreef ik dit Knack-onwaardige tekstje op mijn Instagram:

‘Aan het dromen van een zomer vol festivals en vuile kleren van het bier en wallen van het feesten en hees zijn en stijve kuiten van kilometers van het ene podium naar het andere te stappen en pijn in uw onderrug van te diep te gaan tijdens het dansen en ook stijve armen van die te veel omhoog te hebben gestoken en haar dat naar sigaretten ruikt die je zelf niet gerookt hebt en te veel beelden en stukken muziek in je hoofd waardoor je alweer zin krijgt in het volgende feestje.’

Aan de honderden reacties die ik erop kreeg, voelde ik nog maar eens de impact van een zomertje festivals overslaan. We zijn welopgevoed en begrijpen dat deze zomer nodig was voor een hoger doel. Maar als er nog maar iemand heel even een barstje maakt in ons schild van flinkheid, dan gaan we voluit. Wij, moet u weten, hebben knaldrang.

Mijn volgers vulden snel en massaal aan wat we verder nog allemaal gemist hebben deze zomer zonder festivals: teensletsen met gitzwarte voeten, nieuw ontdekte bands, bonnetjes in je broekzak na het festival, aanschuiven aan stinkende toiletten, boomstamfrietjes, ontmoetingen met vreemden, verbrand voorhoofd op dag vier, thuiskomen met een lading nieuwe telefoonnummers, modder tussen je tanden en een playlist vol nieuwe herinneringen.

Een festival is een noodzakelijk vacuüm van tijd en plaats dat je nodig hebt om een jaar te overleven.

En dan zijn er nog de grotere gevolgen van deze saaie zomer. Hoeveel koppeltjes kabbelen nu gewoon verder, terwijl ze een festivalzomer nodig hadden om door te hebben dat hun huidige lief niet het goeie is? Je staat in een zweterige tent te dansen op de pompende bassen van een dj van wie je op voorhand braafjes een paar nummers had beluisterd. Dan zie je iemand die daar samen met jou rechts van voren als een gek staat te dansen, en je voelt plots de drang om die een lekkere tong te draaien. Festivals zijn zowat de enige momenten waarop je aan die drang durft toe te geven. En als je wél gelukkig bent met je lief, is zo’n zelfde scenario perfect om nog eens naar elkaar te kijken als tijdens de eerste dagen van dikke verliefdheid. En dan natte kussen en geritsel in een tentje om vier uur ’s ochtends.

Een festival is een noodzakelijk vacuüm van tijd en plaats dat je nodig hebt om een jaar te overleven. Op een festival kan alles wat je jezelf niet toestaat op andere dagen van het jaar. Je hebt het opgegeven om de mooiste versie van jezelf te proberen zijn, en daardoor bén je net de mooiste versie van jezelf. Iedereen is zijn tandenborstel al kwijt sinds de eerste nacht. Je bent met een vriendengroep vertrokken waarvan je al een viertal mensen kwijt bent geraakt – een natuurlijke schifting, zonder dat het onbeleefd is. Festivals zijn een scoutskamp dat gebald is in vier dagen, met meer seks en betere muziek. Je hebt ook wel wat geld opzijgezet, de weken ervoor, om voluit te kunnen gaan zonder nadenken. Ook iets wat je jezelf niet elke dag van het jaar kunt permitteren.

Het allergrootste belang van festivals in onze cultuur is mensen samenbrengen. Een zomer zonder was een zomer elk op zijn eilandje, met alleen uitzicht op een uitgestrekte zee. Je deelt dankzij de livemuziek meer dan je zou denken ooit te kunnen delen met duizenden wildvreemden. Hoe goed is het om samen keihard te staan meezingen met Mumford & Sons? Meegesleept door ieders enthousiasme schreeuw je mee, zelfs de stukken tekst die je eigenlijk niet kent. Schaamte overboord! En je deelt dat natuurlijk allemaal op Instagram. Nu delen we alleen het rotte gemis van een muziekzomer.

Het lijkt alsof het festivalvolk na de zomer op antidepressiva voortleeft. Alsof er collectief beslist is dat we dit wel zullen kunnen en moeten kunnen. Je voelt nog wel emoties, maar je bent vergeten hoe het voelt om ze te laten pieken. En dan spreek ik van oeremoties: extase, wildheid en een zekere rust daarin. Escapisme zorgt voor het losbreken van je gevoelens. En escapisme is de bestaansreden van de festivals.

We zijn inderdaad verwend hier in België met de festivals, dat weten we. Maar laat ons alstublieft verwend zijn, die paar dagen per jaar. We hebben het verdiend. En we zullen ons de rest van het jaar keurig gedragen, beloofd. Maar ik voorspel dat dit zootje ongeregeld bij een volgend festival gaat losbarsten als wilde beesten. Daar brengen we de organisatie misschien maar beter op voorhand van op de hoogte?

Partner Content