Etienne Vermeersch: ‘Cultuur van oneliners neemt via twitter steeds meer absurde vormen aan’

Etienne Vermeersch © Belga
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Op de nationale feestdag worden in het kader van de Gentse Feestendebatten de Prijs voor de Democratie en de Prijs Jaap Kruithof uitgereikt. Etienne Vermeersch gaf naar aanleiding hiervan een toespraak over het morele belang van de debatten en de prijzen.

De Prijs voor de Democratie 2014 gaat naar doctor honoris causa van de VUB Lydia Chagoll en de Prijs Jaap Kruithof naar de Wereldvakbond huishoudpersoneel (International Domestic Workers’ Federation -IDWF). Vorige winnaars waren onder meer Maurice De Wilde, Paula D’Hondt, Tom Barman, Netwerk tegen Armoede, Regine Beer en – even de adem inhouden – Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en Liga voor de Mensenrechten.

Oorzaak en gevolg

De Prijs voor de Democratie is opgericht begin 1992. Hij is een reactie op de verkiezingsuitslag van 24 november 1991 en is de geschiedenis ingegaan als Zwarte Zondag. Uit de opmars van het Vlaams Blok (Vlaams Belang) waaruit bleek dat de politieke democratie zeer kwetsbaar is en jaarlijks een standbeeld verdient in de vorm van een persoon of instelling die zich op uitzonderlijke wijze heeft ingezet voor de vrijheid en rechten van de mens. De initiatiefnemer was Eric Goeman, en hij is nog steeds de drijvende kracht achter dit initiatief. Het in gedachten houden van de radicale en compromisloze verdediging van de Democratie van filosoof Jaap Kruithof (1929-2009) wil iemand of een instelling bekronen die zich inzet tegen de brutale uitbuiting van huishoudelijk personeel, dat voornamelijk bestaat uit migranten. De prijs is een bronzen beeld van beeldhouder Frans Wuytack dat voldoet aan de normen om de buffetkast voor een vroegtijdige te behoeden. De prijs voor Lydia Chagoll is een bronzen beeld van Walter De Buck.

Debatten en toespraak

De prijzen maken deel uit van de Gentse Feestendebatten. Ze gaan dagelijks door tijdens de Gentse Feesten in de Gentse schouwburg. Gerenommeerde namen zitten in het panel. Meer info op www.trefpunt.be. De persconferentie waarop de prijzen werden bekendgemaakt en toegelicht was op 14 juli. Naast stamvader Eric Goeman zat aan de tafel Daniël Termont, Dominic Willaert – artistiek leider van sociaalartistieke werkplek Victoria de Luxe en lid van de Vooruitgroep, en emeritus-hoogleraar en ere-vicerector van de Gentse universiteit Etienne Vermeersch. Daniël Termont gaf een toelichting over de praktische zorgen bij de groei van dit jaarlijks aan belang toenemende initiatief. De onversaagde moraalfilosoof hield een toespraak over het morele belang van de debatten en de prijzen.

Lees hier de toespraak van Etienne Vermeersch:

‘Zoals blijkt uit zijn begeleidende tekst bij “25 jaar Gentse Feestendebatten”, had Eric Goeman vanaf het begin de bedoeling duidelijk te maken dat het een illusie was te denken dat het einde van de ideologische discussies nabij was. Hij verzette zich met al zijn energie tegen de opvatting dat men definitief kon overgaan naar een sfeer van ‘business as usual’. Er was toen veel doorzicht en moed voor nodig om te durven ingaan tegen een brede stroming die het maatschappelijk debat stilaan overbodig vond. Velen koesterden zich in de volgende overtuiging: als alle zogenaamde deskundigen in het bestuur van bedrijven, banken en zelfs politieke partijen, gewoon het boekje volgen, dan zal alles wel gesmeerd lopen. De contestatiebewegingen van de jaren ’60 ’70 begon men als een vorm van late puberteitscrisis te beschouwen en de ineenstorting van het Marxistisch-Leninistisch communisme suggereerde dat ook op het internationale vlak de evolutie naar een uniek economisch model voor de deur stond.

Dat model werd dan nog vaak in een steeds meer neoliberale vorm geïdealiseerd. Dat betekent dat men een nieuwe ideologie verspreidde; een ideologie in de zin die Marx aan die term gaf, namelijk een ‘vals bewustzijn’. Die nieuwe vorm van wensdroom, van ‘opium van de economisten’, die als betrouwbare kennis, zelfs als wetenschap werd voorgesteld, was de opvatting dat de marktmechanismen meer dan ooit over een soort ‘onzichtbare hand’ beschikten om alle economische en sociale processen in optimale vorm te laten verlopen. In de voorbije decennia had men nochtans kunnen vaststellen dat er, vooral op het sociale gebied, andere krachten noodzakelijk waren om correcties aan te brengen, zoals bewegingen vanuit het volk zelf, die uiteindelijk in een wettelijke regeling moeten uitlopen. Die evidenties werden nu vanuit die blinde ideologie overboord gegooid.

Toch moest het tegen het eind van de jaren ’70 al duidelijk zijn dat we naast de reguleringen op het sociale vlak bovendien nog dringend nood hadden aan maatregelen om het milieu te beschermen. Maar wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil. Als we de lijst van de onderwerpen van de debatten in de voorbije jaren overlopen, dan kunnen we niet anders dan besluiten dat de basis-intuïtie van Eric Goeman ongelooflijk trefzeker was. Maar niet alleen was die algemene optiek een schot in de roos, jaar na jaar volgde hij zo nauwgezet de actualiteit dat problemen die aan het ontkiemen waren, heel snel als discussiethema’s werden ingevoerd. Ik heb het voorrecht gehad van bij het begin bij die debatten betrokken te zijn geweest, en dus kan ik met kennis van zaken getuigen dat ze telkens weer boeiende belevenissen waren en dat de thema’s zo relevant bleken dat een vrij grote groep die trouw kwam bijwonen; dit ondanks het feestgewoel rondom. Overigens werd het vooral de laatste jaren meer en meer duidelijk dat Fukuyama’s ‘einde van de geschiedenis’ nog helemaal niet nabij was. Eric verwijst in zijn recente begeleidende tekst naar dramatische internationale gebeurtenissen die schokgolven veroorzaakten, maar ook op het binnenlandse vlak was er een nefaste ideologie die telkens weer meer succes boekte. De bankencrisis heeft nu duidelijk gemaakt dat veel zogenaamd deskundige leiders niet veel meer waren dan gokkende dilettanten en dat het neoliberale droombeeld gaandeweg de karakteristieken van een nachtmerrie begon te krijgen. Toch zou het fout zijn de indruk te wekken dat Eric Goeman die debatten als een soort spreekbuis gebruikte voor een eenzijdig alternatief, een andere vorm van uniek denken. Een dergelijke doelstelling had het debat natuurlijk kunnen verstikken. Daarom bestond één van de meest waardevolle aspecten van zijn werkwijze er juist in te garanderen dat in iedere discussie totaal uiteenlopende meningen aan bod kwamen. In dat opzicht was zijn aanpak volstrekt origineel en misschien onnavolgbaar.

Vooreerst werd ieder gespreksthema door hem grondig voorbereid. Daarna had hij voor zichzelf in veel gevallen een duidelijke mening gevormd of althans een visie over de richting waarin de oplossing van het probleem te zoeken was. Vaak kwam die visie ook in zijn inleiding tot uiting. Toch slaagde hij erin daarna het debat op een nagenoeg onpartijdige wijze te leiden. Ook degenen die een stelling naar voren brachten die tegen zijn visies inging, kregen de kans om die ten gronde te verdedigen. Soms kon dat vrij ver gaan. Zelf heb ik ooit voorgesteld dat er, in navolging van bv. het schoolpact, een pact onder de partijen zou gesloten worden dat er nooit een vermogensbelasting zou worden ingevoerd. Ik voegde er wel aan toe dat dit moest gepaard gaan met het opstellen van een betrouwbaar vermogenskadaster. Maar dat bleef natuurlijk vloeken in de kerk. De zaal zat er wat verbouwereerd bij, maar toch heb ik mijn standpunt volledig kunnen uiteenzetten. – Vroeg of laat zal ik overigens gelijk krijgen, omdat alleen zo’n aanpak de problematiek van de immense erfenissen adequaat zal kunnen aanpakken, maar dit geheel terzijde -.

Een ander origineel aspect van de Gentse feestendebatten is ook hun ongewoon lange duur. Dat heeft de mogelijkheid geboden om los te komen van de cultuur van de oneliners, die nu via twitter meer en meer absurde vormen begint aan te nemen. Ook het trouwe publiek heeft die veeleisende manier van werken onmiskenbaar ondersteund. Zij moeten het ten slotte heel die tijd ondergaan, zonder zelf aan het woord te komen, en toch waren ze daar ’s anderendaags opnieuw. Hoewel wij het op concrete punten vaak oneens zijn, is mijn bewondering voor Eric jaar na jaar gegroeid en die heeft ook de kenmerken van een echte vriendschap gekregen. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat we van elkaar weten dat we allebei, ondanks verschillende visies op methodiek, toch een einddoel hebben dat in essentie hetzelfde is. We streven naar een wereld waarin voor iedereen van welke afkomst ook, met welke aanleg en neigingen ook ter wereld gekomen, een principiële gelijkheid gerealiseerd wordt. We wensen ook in een maatschappij te leven die in solidariteit aan iedereen al het mogelijke aanbiedt om lijden te vermijden en een minimale vorm van geluk te realiseren. Hij en zijn geliefden hebben het in het voorbije jaar heel moeilijk gehad. Toch is zijn dynamiek niet gebroken en ik hoop uit de grond van mijn hart dat we nog heel lang, onder zijn leiding deze debatten zullen kunnen beëindigen met het onverwoestbare “we zullen doorgaan“.’

Etienne Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content