Jan Nolf

Elementaire rechtsbescherming op zijn kop: Vlaamse psychiatrie vindt nieuwe voorhechtenis uit

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Het voorstel van de Vlaamse psychiaters is nu wel elementaire rechtsbescherming op zijn kop: de psychiatrie vindt een equivalent van de voorhechtenis uit, maar niet op basis van juridische bezwaren want een doktersbriefje zal volstaan. Terug naar 1850 dus.

De dood van Jonathan Jacob blijft nazinderen, en terecht. Schrijver Erwin Mortier noemde de rondedans omheen de verantwoordelijkheid voor die dramatische dood, die ondertussen op ons aller netvlies gebrand staat, de ‘dans der Maharadja’s’.

Wijdse wentelingen, vingerwijzerend met wulpse wegdraaidende bewegingen stelde ik me daar dan bij voor, een luxe demonstratie van de ongenaakbare macht waar gewone mensen maar doodgetrappelde mieren tegen lijken.

“Een man is doodgeslagen, in onze naam” poogde Erwin Mortier ons daarbij een geweten te priemen, maar hij hoorde dan “experten neuzelen over betere opleidingen en dit en dat”.

Het is toch een beetje van ‘dit en dat’ wat we nu horen in het toch wat eigengereide pleidooi van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Laat vooreerst dit duidelijk zijn: middelen in deze sector ontbreken schromelijk – denken we ook aan de geïnterneerde Frank Van den Bleeken – en zowel patiënten als zorgverstrekkers worden daar het slachtoffer van.

Iedereen pleit voor een betere zorg, tot de discussie van het budget opdoemt. Dan weten we pas wat kwetsbare mensen waard zijn – en in het geval van collocatie zelfs wat onze eigen beveiliging tegen gevaarlijke patiënten waard is.

Politici spelen met statistische risico’s tot het fout loopt met een krantenkop. Een soort Russische roulette, want ooit loopt het fout. Vrederechter Brandon werd samen met haar griffier in Brussel doodgeschoten: jawel de dader bleek een psychiatrisch geval, want direct geïnterneerd.

Zeg dus niet dat vrederechters het risico niet kennen.

Het idee dat gecolloqueerde patiënten de eerste 24 uur door een multidisciplinair team opgevangen zouden worden is uiteraard uitstekend. Wie kan dààr nu tegen zijn. Het pleidooi van psychiater Joris Vandenberge gisteren in De Standaard is gewoon een herhaling van zijn opinie verleden jaar onder de titel ‘Het overlijden van Jonathan J. had voorkomen kunnen worden’ (De Morgen 23 02 2013). Zeg dat wel: daar is iedereen het toch wel over eens.

Samen met urgentiearts Marc Sabbe verdedigde psychiater Vandenberghe toen meteen ook de optie van een opvang in een spoedgevallendienst met psychiatrische permanentie. Daar zou namelijk meer medische expertise en technische uitrusting beschikbaar zijn. Alsof het probleem van Jonathan Jacob de monotoring van “hartslag, ademhaling en zuurstofconcentratie in het bloed” betrof.

Nee, dit getuigt van een typisch specialistische sleutelgatvisie en wie weet, een intermedicaal oorlogje om de centen. Het corporatisme binnen de medische corporaties: ieder voor zich, in naam van de patiënt.

De minister van Volksgezondheid kent dat: de oog om oog, tand om tand-strijd om het hart, de longen, de nieren, de heupprothese en de tanden. Samengevat: de medische industrie.

De problematiek van psychiatrische patiënten is nochtans bijna nooit te herleiden tot medische problemen alleen. Daarenboven moeten volgens de wet – terecht – eerst alle alternatieven onderzocht worden en die liggen vaak meer in de – veel goedkopere – familiale en sociale sfeer.

Veel huisartsen beschikken in de psychiatrische noodprocedure daarbij over meer en bredere informatie dan de plotse psychiater-van-dienst. De psychiatrische noodprocedure is dus een terreinkwestie, geen dure medische high-tech-tool.

De essentie ligt echter nog elders. De nieuwe 24-uur-fase die gisteren in De Standaard bepleit werd als “zorgvuldige evaluatie” betekent sowieso een fysieke vrijheidsberoving.

Misschien moet er nog eventjes aan herinnerd worden wat dat betekent: niet ‘even proeven van detentie’ zoals een select gezelschap van juristen in de nog ongeopende nieuwe gevangenis van Beveren in de pers mocht brengen.

Nee, het gaat erom van je bed geplukt te worden door wit geklede ambulanciers en blauwe politie-uniformen rondom en niet te beseffen waar het om gaat: jawel, de letterlijke dwangbuis van psychiatrie. Ook “maar” voor 24 uur dus. Ook maar een test.

Wat het medisch korps – van huisartsen tot psychiaters – sinds 1990 nog nooit verteerd heeft is dat die keiharde vrijheidsberoving sindsdien enkel nog kon met de zegen van een magistraat: de vrederechter in de ‘gewone’ procedure en de parketsubstituut van dienst in de eerste fase van de ‘dringende’ procedure (zoals van Jonathan Jacob).

De onuitgesproken agenda van het medisch korps in het algemeen – en de psychiatrie in het bijzonder – is al altijd gebleven dat ‘goede bedoelingen’ rechtvaardigden dat dokters – specialist of niet – ook na 1990 zelf mochten beslissen over de opsluiting van (ook eigen) patiënten – nochtans illegaal buiten de spoedprocedure, want o.a. strijdig met het beroepsgeheim. Zo wordt de vertrouwensarts de spookrijder voor zijn patiënt.

De medische “spookrijder” uit mijn vonnissen werd de begeesterende slotzin van een doctoraat – ondertussen net uitgegeven als het magnum opus van Frederic Blockx onder de sobere titel ‘Beroepsgeheim’.

Sommige medici snappen het dus nog altijd niet, ook niet 24 jaar na een wet die ze “verouderd” noemen. Niet de wet, maar zijzelf zijn verouderd, want de geschiedenis gaat net de andere richting uit: niet minder, maar méér rechtsbescherming.

Ter vergelijking: op 1 september gaat de nieuwe wet Bewindvoering van start, geïnspireerd door o.a. aanbevelingen van de Raad van Europa in 2006 en het Verdrag van de Verenigde Naties in 2006. Eigenlijk maar een bevestiging van de goede intenties van de Belgische wet van 1991, die ook al door de praktijk opnieuw uitgehold werd. Ook mensen met een psychiatrische handicap moeten eindelijk maximaal geïntegreerd worden in plaats van gesegregeerd – laat staan opgesloten in de traditie van de Krankzinnigenwet van 1850.

In de lijn van psychiater Theodore Dalrymple gaan we steeds makkelijker over tot uitsluiting: de oorlog tussen goed en kwaad, tussen normaal en abnormaal. Vlaanderen werd besmet met smetvrees voor wat afwijkt van de brave burgernorm. De dorpsgek van 1850 zou nu in 2014 eerst een GAS-boete krijgen als voorproefje voor een collocatie.

Daardoor stijgt ook de faalangst van medicus zowel als magistraat: opsluiten is altijd de veiligste optie. De risico-aversie regeert, want als we iedereen opsluiten is niemand nog verantwoordelijk. Allemaal even zot dus: het is maar een hint naar Michael Van Peel en zijn wonderlijke collega’s. Straks mogen ten andere nog enkel stand-up comedians aan seksisme doen, al wordt dat uiteraard ook een afwijking.

In het project van de Vlaamse psychiaters van 2014 leidt dat tot deze nauwelijks verrassende nieuwigheid: de mini-collocatie van 24 uur. Wedden dat we wel iets vinden tegen u, al is het maar door het trauma dat die medische ontvoering veroorzaakt. Wat strafpleiters een ‘fishing expedition’ noemen en dus nooit door de mangel van mensenrechtelijke toetsing in Straatsburg raakt.

Het voorstel van de Vlaamse psychiaters is nu wel elementaire rechtsbescherming op zijn kop: de psychiatrie vindt een equivalent van de voorhechtenis uit, maar niet op basis van juridische bezwaren want een doktersbriefje zal volstaan. Terug naar 1850 dus.

De 24-uur van “grondige psychiatrische evaluatie”: wedden dat daar geen vrijwilligers voor gevonden worden, zoals die voor de gevangenis van Beveren. Toch even navragen: hallo, wie ? Michael ? Nigel ? Alex ? Bert ? Geert ? Els ? Urbanus ? Of zijn jullie toch normaal ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content