Een verplicht inburgeringstraject voor Europese onderdanen? ‘De wens van N-VA ligt té ver van de realiteit’

Bart De Wever en Jan Jambon © belga
Kamiel Vermeylen

N-VA wil dat de Europese Unie een verplicht inburgeringstraject invoert voor Europese onderdanen. Dat wordt een hele klus.

‘Tegelijk eisen we dat men op Europees niveau de invoering van een verplicht inburgeringstraject voor EU-onderdanen die zich in Vlaanderen willen vestigen mogelijk maakt. Eenheid in verscheidenheid veronderstelt dat een EU-burger zich integreert in de nieuwe lidstaat waar zij/hij duurzaam verblijft.’ Dat staat te lezen in de integratie en -inburgeringsnota die N-VA in het kader van de Vlaamse regeringsonderhandelingen met CD&V en Open VLD heeft voorgelegd.

Rijexamen

De eis van N-VA komt niet uit de lucht gevallen. In 2013 deed toenmalig minister van Inburgering Geert Bourgeois al het voorstel om Roma-zigeuners met de nationaliteit van een Europese lidstaat tot een inburgeringstraject te dwingen. Maggie De Block, oud-staatssecretaris voor Asiel en Migratie, schoot het voorstel van Bourgeois meteen af. ‘Roma moeten behandeld worden zoals alle Europese onderdanen’, klonk het in een reactie. Bourgeois riposteerde daarop dat hij eigenlijk een verplicht inburgeringstraject wil voor alle Europese onderdanen. Zes jaar later ligt het voorstel van N-VA dus opnieuw op de onderhandelingstafel.

Volgens de meest recente cijfers van Statistiek Vlaanderen wonen er in 2019 ruim 377.000 buitenlandse burgers afkomstig uit de Europese lidstaten. Ter vergelijking: tien jaar geleden waren dat er 136.000 minder. Die stijging is vooral toe te schrijven aan het grote aantal Oost-European dat sinds 2004, het jaar waarin tien Oost-Europese landen tot de Unie toetraden, naar Vlaanderen is gekomen. In het jaar van de eeuwwisseling woonden een kleine 5.500 Oost-Europeanen in Vlaanderen, in 2019 zijn dat er ongeveer 120.000. De grootste groep EU-burgers die in Vlaanderen verblijven zijn Nederlanders, gevolgd door Polen, Italianen, Bulgaren en Fransen.

Het vrij verkeer van personen zomaar opzeggen is geen optie. Dat hebben de Britten in het kader van de brexitonderhandelingen proefondervindelijk mogen meemaken.

Om de integratie van nieuwkomers uit Europese lidstaten te bevorderen, wil N-VA dat er op Europees niveau dus een verplicht inburgeringstraject wordt vastgelegd. ‘Wie met de wagen wil rijden, moet ook een examen afleggen. Het lijkt me ook in het voordeel van de Europese burgers zelf. Zonder kennis van het Nederlands of de Vlaamse cultuur is het voor niemand gemakkelijk om deel te nemen aan de samenleving’, zo motiveert het kabinet van formateur Jan Jambon de passage in de inburgerings- en integratienota.

Het is onduidelijk of de N-VA Europese onderdanen hetzelfde inburgeringstraject wil voorschotelen als hetgeen wat de partij aan niet-Europese burgers vraagt. Volgens het voorstel van N-VA moeten die laatsten namelijk een taalexamen doorstaan, een burgerschapstest afleggen en economisch zelfredzaam zijn ter bevordering van de integratie. ‘Daar gaan we niet dieper op in’, aldus het kabinet van Vlaams minister van Inburgering en Integratie Liesbeth Homans. Ook voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken wil geen commentaar kwijt.

Clash tussen Vlaams en federaal niveau?

Het voorstel van N-VA stuit op aanzienlijke procedurele en politieke bezwaren. Eerst en vooral is een verplicht inburgeringstraject voor Europese burgers in strijd met de Europese verdragen die ons land als stichtend lid van de Unie mee heeft ondertekend. ‘Het recht om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de EU is één van de meest fundamentele rechten die verbonden zijn aan het Europees burgerschap en het vrij verkeer van personen’, zegt professor Europees Recht Peter Van Elsuwege (UGent).

Het vrij verkeer van personen zomaar opzeggen is geen optie. Dat hebben de Britten in het kader van de brexitonderhandelingen proefondervindelijk mogen meemaken. Voormalig Britse premier Theresa May stelde namelijk voor dat het Verenigd Koninkrijk gebruik kon blijven maken van het vrij verkeer van kapitaal, diensten en goederen, maar niet onderworpen werd aan de regels van het vrij personenverkeer omdat er sinds 2004 meer dan een miljoen Oost-Europeanen over het Kanaal zijn gaan werken en/of wonen. We weten intussen allemaal hoe het met Theresa May (en haar voorstel) is afgelopen.

Als de Vlaamse regering op eigen houtje zo’n maatregel zou invoeren, zal het Europees Hof van Justitie niet Vlaanderen, maar wel België veroordelen.

Wat als Open Vld en CD&V akkoord zouden gaan met het N-VA-voorstel en een verplicht inburgeringstraject toch wordt ingevoerd? ‘Vlaanderen kan deze vereiste dus niet invoeren zonder inbreuk te maken op het Europees recht’, licht Van Elsuwege toe. De Europese Commissie zal vrijwel meteen een inbreukprocedure vaststellen en na een resem waarschuwingen de zaak naar het Europees Hof van Justitie doorverwijzen. Het Hof zal echter niet Vlaanderen, maar wel België voor de feiten veroordelen. In principe kan de federale overheid na een eventuele tweede veroordeling de Vlaamse maatregel terugdraaien, al vereist dat een uitvoeringsbesluit waarvan momenteel nog niemand weet hoe dat eruit moet zien. Voor N-VA zou die clash tussen het Vlaamse en federale niveau in bepaalde scenario’s niet oninteressant kunnen zijn.

Verdragswijzigingen

N-VA kan wel proberen om een verplicht inburgeringstraject voor Europese onderdanen te forceren via een herziening van de Europese verdragen. Dat zou moeten gebeuren via de gewone herzieningsprocedure, die op eigen initiatief via de federale regering of het Europees Parlement op gang kan worden getrapt. De eerste piste stuit op heel wat bezwaren. Het Belgisch standpunt voor de Raad wordt namelijk bepaald door de federale regering, de drie gemeenschappen en de twee gewestregeringen samen. Die moeten het in de zogenaamde coördinatievergadering van het directoraat-generaal Europese Zaken unaniem eens geraken over een gemeenschappelijk standpunt. Kortom: als een van de zes vertegenwoordigingen geen brood zien in het voorstel, sterft het initiatief een stille dood nog voor dat het Europese niveau heeft kunnen bereiken.

Het Europees Parlement dan maar? Ook dat lijkt onbegonnen werk. Eerst en vooral is het verantwoordelijke comité ertoe verplicht om zo’n resolutie op te maken en voor te leggen aan alle fractievoorzitters die in het Europees halfrond vertegenwoordigd zijn. Als die akkoord gaan met een stemming, moet vervolgens een meerderheid van het Europees Parlement voor die resolutie stemmen. Als alle parlementsleden bij die stemming aanwezig zijn, moeten in totaal 376 afgevaardigden voor stemmen. N-VA, CD&V en Open VLD – stel dat alle Zweedse partijen akkoord gaan – hebben samen zeven zetels in het Europees Parlement.

In het onwaarschijnlijke geval dat een van beide pistes toch lukt, is de verdragswijziging nog geen feit. Eerst moeten de Europese staatshoofden en regeringsleiders met gekwalificeerde meerderheid besluiten dat een verdragsherziening überhaupt bespreekbaar is. Vervolgens moet de zogenaamde Conventie, met vertegenwoordigers van de lidstaten, de nationale parlementen, de Commissie en het Europees Parlement met unanimiteit een gezamenlijk voorstel goedkeuren. Tenslotte, volgens artikel 48 van het verdrag van Lissabon, moeten de lidstaten eveneens per eenparigheid de verdragswijziging goedkeuren.

Kortom, als N-VA van de Europese Unie de invoering van een verplicht inburgeringstraject voor EU-onderdanen eist, dan zal het de komende vijf jaar enorm veel partners moeten zoeken op het Vlaamse, federale en Europese niveau. ‘Ik denk eerlijk gezegd dat dit weinig realistisch is. Soms ligt de wens wat té ver van de realiteit’, besluit Van Elsuwege.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content