‘Een ongemakkelijke waarheid: vaccins zijn een pleister op de wonde’

‘Als we deze pandemie en haar enorme financiële, sociale, economische, psychologische en maatschappelijke impact echt willen oplossen, is meer nodig dan twee injecties en groepsimmuniteit’, schrijft historicus Winther Degrauwe.

Overal in de wereld vierde men in deze kerstperiode de terugkeer van het licht. En nog meer dan in andere jaren krijgen we inderdaad het gevoel dat er licht is aan het einde van de wel zeer donkere tunnel die 2020 was. Met de opstart van de vaccinatieprogramma’s in het noordelijk halfrond leeft de hoop op dat we beland zijn aan het begin van het einde van de pandemie.

Hopelijk bieden de vaccins voldoende bescherming voor iedereen, en hopelijk langdurig. Hopelijk valt het dubbeltje van virale evolutie en mutatie aan de goede kant. We leven op hoop, in deze dagen.

En het nieuws stemt ook hoopvol: in een ongezien tempo zijn dankzij hoge medische prioriteit en grote financiële inspanningen verschillende vaccins klaar voor gebruik. Hele overheidsprogramma’s werden opgestart, bedrijven sprongen mee op de kar en in de kortst mogelijke tijd creëerde de mensheid een oplossing voor een pandemie die het leven op de hele planeet nagenoeg tot stilstand bracht.

Een ongemakkelijke waarheid: vaccins zijn een pleister op de wonde.

Maar de hoop en de euforie omwille van deze overwinning mogen ons niet blind maken voor de grotere realiteit. Nu we weer het gevoel hebben vooruit te kunnen kijken, is het cruciaal dat we ook om ons heen kijken én terugkijken. Als historicus is dat mijn dagelijkse bezigheid: de rode lijnen van de geschiedenis trachten te ontdekken en zien hoe die tot in ons heden lopen.

Als we deze pandemie en haar enorme financiële, sociale, economische, psychologische, maatschappelijke … impact echt willen oplossen, is meer nodig dan twee injecties en groepsimmuniteit. Het opduiken en de razendsnelle verspreiding van SARS-CoV-2 zijn op zichzelf slechts symptomen van een aandoening waaraan onze planeet sinds enkele eeuwen lijdt: de onbeperkte expansie van de menselijke activiteit en van haar impact op onze planeet. Deze coronapandemie is daarvan niet het eerste symptoom; het dreigt ook niet het laatste te zijn.

Sinds ongeveer 250 jaar maakt de menselijke vooruitgang een ongekende evolutie door. De industriële revolutie was de geboorte van een systeem van innovatie, economische groei en steeds toenemende welvaart en gezondheid. Maar omdat permanente en toenemende consumptie centraal staat in dat systeem, markeerde ze ook het begin van de ongebreidelde exploitatie van de grondstoffen op aarde. Die enorme groei gaat ten koste van leefgebieden en klimaat. Biologen, virologen, WHO …: zowat alle wetenschappers zijn het erover eens dat het coronavirus van dier op mens is kunnen overgaan door exact die impact op de leefgebieden. Diezelfde wetenschappers hebben dan ook weinig twijfel over het feit dat dit in de toekomst opnieuw zal gebeuren – mogelijk met nog grotere gevolgen. Niet één keer, maar verschillende keren. Any moment now.

Met andere woorden: ons consumptiemodel blijkt een slang die in haar eigen staart bijt. Het is immers net dat model dat nu onze economische groei, onze welvaart én onze gezondheid bedreigt. Willen we dat vermijden, dan moeten we dezelfde urgentie als in het voorbije jaar aan de dag leggen om de fundamenten van ons systeem te herdenken én die wijzigingen uit te voeren.

In onze hyper geconnecteerde, geglobaliseerde wereld zullen we altijd achter de virale feiten aanhollen.

Hetzelfde systeem dat eveneens rechtstreeks aan de basis ligt van klimaatopwarming en van de toenemende ongelijkheid in de wereld. De komende jaren hebben we nood aan dezelfde soort overheidsprogramma’s als die tegen het coronavirus. Dezelfde investeringen, dezelfde engagementen vanwege bedrijven, dezelfde persoonlijke inspanningen om ons gedrag aan te passen. De moed die politici en experten aan de dag hebben gelegd om onaangename waarheden te communiceren en om lastige maatregelen te nemen… die moed mag niet weer opgeborgen worden. Ze zal nodig zijn om de fundamentele systeemfouten in ons consumptiepatroon, in onze productieprocessen en in onze handelsstromen aan te passen. Want het zijn systeemfouten die de vrede en zelfs ons voortbestaan op deze planeet urgent bedreigen. Daarover is ondertussen consensus – een enkele politieke demagoog daargelaten.

Het voorbije jaar voerden we een strijd om zo veel mogelijk medeburgers te laten overleven. Die strijd is niet voorbij wanneer de laatste prik gezet is. In dat grotere kader zijn vaccins – en dat is misschien een ongemakkelijke waarheid – geen preventieve geneeskunde. Medisch gezien zijn ze dat, maar voor de mensheid van de 21e eeuw zijn ze de oplossing achteraf voor een probleem dat veel diepgaandere en oudere wortels heeft. Vaccins zijn met andere woorden – hoe vreemd het ook klinkt – symptoombestrijding. Zalf en een pleister op de wonde.

Zullen we, wanneer het volgende pandemiewaardige virus opduikt, opnieuw een jaar in lockdown gaan in afwachting van het verlossende spuitje? Zullen we opnieuw onze samenleving stilleggen, klimaatdoelstellingen inclusief, armoede vergrotend along the way, tot het genie en de energie van de mensheid weer de bovenhand halen in zo’n nieuwe, gelijkaardige strijd? In onze hyper geconnecteerde, geglobaliseerde wereld zullen we altijd achter de virale feiten aanhollen. En hoe vaak zijn we bereid, of zelfs maar in staat, om dat te doen? Hoeveel kan ons sociale weefsel nog aan na dit horrorjaar? Eén pandemie? Twee? Hoeveel weerstand heeft ons financiële systeem tegen zo’n scenario? Hoe immuun zal onze democratie zijn, als nu in enkele maanden tijd al fundamentele waarden van dat systeem op de helling kwamen? En kunnen we het ons permitteren om de komende twintig, dertig of zelfs vijftig jaar met de regelmaat van de klok de hele samenleving toe te wijden aan zulke strijd, wanneer een nog grotere vloedgolf van klimaatverandering onverminderd op ons afrolt? Het is nu al duidelijk dat de antivirusinspanningen van 2020 grote repercussies hebben op de slagkracht van onze strijd tegen klimaatverandering en armoede. We bestrijden het ene gevaar door andere uit het oog te verliezen. We dreigen in een ‘constant now‘ van virale ellende terecht te komen.

‘Nu even niet.’

Eindeloos uitstel.

Laten we ons niets wijsmaken: wanneer we de laatste dodelijke ziekteverwekker uitroeien, zullen we ook de laatste biotoop vernietigd hebben.

Vaccins maken dus deel uit van hetzelfde systeem als de basisoorzaak van de covid-ellende. Een model dat uitgaat van de korte termijn; van de oplossing na de schade. Grondstof uitgeput? We zoeken een nieuwe. Toestel stuk? We vervangen het. Onbekende ziekteverwekker? We zoeken een vaccin. Geen enkele van die oplossingen biedt perspectief op de lange termijn in verhouding tot de kern en de omvang van het probleem. Laten we ons immers niets wijsmaken: wanneer we de laatste dodelijke ziekteverwekker uitroeien, zullen we ook de laatste biotoop vernietigd hebben. Zowel ons economische model als vaccins behoren, ondanks hun enorme en onmiskenbare verdiensten, tot een door de realiteit achterhaalde logica. Het is cruciaal, nu we onze hoop richten op een beter 2021, dat we beseffen dat beide enkel oplossingen bieden voor ons verleden, niet voor onze toekomst.

Voor een uitweg kunnen we niet anders dan in de eerste plaats naar onszelf kijken. Ons eigen gedrag zal zeer bepalend zijn. ‘Alweer datzelfde riedeltje’, zult u zeggen. 2020 toonde aan dat we kwetsbaar en kortzichtig zijn (we gingen liever alsnog massaal consumeren in de winkelstraten en op vakantie dan ons aan een nieuwe realiteit aan te passen). Maar ook dat we – met genoeg sense of urgency – in staat zijn tot fenomenale inspanningen en verwezenlijkingen. Datzelfde urgentiegevoel moeten we vasthouden de komende decennia, en wel vanaf vandaag. Nú. Het gaat immers, daarover is de gehele wetenschap het eens, over niets minder dan het voortbestaan van onze soort, en dat mogelijk binnen een termijn van de levensverwachting van mijn eigen dochter en zoon. En eerlijk: ondertussen weten we allemaal wel welke gedragswijzigingen daarvoor nodig zijn, zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak.

We moeten daarvoor óók kijken naar dezelfde machthebbers die dit jaar de strijd tegen het coronavirus voerden: overheden en bedrijven. Zij hebben de slagkracht om de loop van de geschiedenis te bepalen. Wat nu nodig is, is doorduwen. ‘Vijf jaar politieke moed’, of zoiets?

2020 is een jaar dat hoe dan ook de geschiedenisboeken van de komende decennia zal halen. Het is aan ons om te bepalen op welke manier. Het kan een datum worden in het rijtje van die bekende grote kantelpunten; jaartallen zoals 476, 1492 of 1789 die in ieders geheugen gegrift zijn als momenten van grote ommekeer.

Of het kan een markante datum zijn zoals 1848, 1929 of 2008: een crisisjaar voor academici om te bestuderen als curiosum, een casestudy zonder meer. In dat laatste geval is het zeer de vraag of we nog geschiedenisboeken nodig zullen hebben.

Deze maanden hebben we een zeer sterk momentum gecreëerd, niet enkel in het licht van dit coronajaar maar voor onze toekomst op lange termijn. Houden we dat momentum vast? Menselijk handelen bepaalt de loop van de historie. Laat ons blij zijn dat we een overwinning op dit virus in zicht hebben. Maar laat ons ook leren. Laat ons ook, net zoals 100 jaar geleden, zeggen:

‘Nie wieder.’

Kunnen we daarvan, aan de start van een nieuw jaar én een nieuw decennium, een goed voornemen maken?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content