Drie prioriteiten voor de volgende minister van Economie

De inzet van de verkiezingen 2014: Economie © .

Wat is de inzet van de verkiezingen op 25 mei 2014? Knack.be vroeg het aan experts over de belangrijkste thema’s van vandaag. Vandaag: Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes over Economie. ‘De volgende regering moet niet schuiven met de belastingstoelen op het dek, maar het uitgavengat in de romp dichten.’

Wat is de inzet van de verkiezingen op 25 mei 2014? Die vraag stelde Knack.be aan experts over de belangrijkste thema’s van vandaag. De volgende 15 onderwerpen komen in onze reeks aan bod: Justitie, Mobiliteit, Defensie, Buitenlandse Zaken, Economie, Pensioenen, Politieke vernieuwing, Armoede, Begroting, Werk, Overheidsbedrijven, Financiën, Fraudebestrijding, Staatshervorming en Asiel & Migratie.

Vandaag: Daan Killemaes over Economie.

De kleur van de kat maakt niet uit, als ze maar muizen vangt, wist Deng Xiaoping al. De verkiezingen van 25 mei volgen hopelijk eenzelfde logica. Wie de verkiezingen wint, maakt op zich niet veel uit, op voorwaarde dat de stembusslag een sociaaleconomische herstelregering baart die de volgende vijf jaar eindelijk spijkers met koppen slaat. Want nog eens vijf jaar aanmodderen en enkel het hoogstnoodzakelijke doen om op korte termijn de schijn op te houden, dat zal niet meer volstaan.

Ogenschijnlijk gaat het beter. De conjunctuur trekt wat aan, het consumentenvertrouwen herstelt en met een beetje geluk veert straks ook de werkgelegenheid wat op. Maar onder dat conjuncturele laagje vernis blijft de vermolming toeslaan. Het betonrot komt vooral aan de oppervlakte bij de tanende concurrentiekracht van de bedrijven, die de hoge belastindruk en loonkosten steeds moeilijker kunnen doorrekenen aan hun (buitenlandse) klanten. De aanhoudend veel te lage werkgelegenheid in de private sector is een ander alarmsignaal.

Bovendien dreigt die steunpilaar het straks te begeven onder het groeiende gewicht van de budgettaire kosten van de vergrijzing. Die grijze kostentsunami wordt nog altijd totaal onvoldoende ingedamd, waardoor de overheidsfinanciën de volgende jaren helemaal overspoeld zullen worden. Er dringen zich daarom structurele maatregelen op die de jongere generaties opnieuw wat perspectief bieden. Dit zijn drie van de belangrijkste.

Een nominale bevriezing van de overheidsuitgaven

De voorbije jaren zijn de overheidsuitgaven systematisch sneller gestegen dan het bruto binnenlands product (bbp), waardoor de uitgaven klommen tot een onhoudbare 53 procent van het bbp. De overheidsfinanciën saneren, de vergrijzing voorbereiden en de belastindruk verlagen is daarom enkel en alleen mogelijk als die uitgaven verlaagd worden.

De bevriezing van de reële uitgaven (waarbij de uitgaven enkel de inflatie volgen), op alle niveaus en dat vijf jaar lang, kan de Belgische economie al een flinke scheut zuurstof geven. Dat impliceert een besparing van 2 à 3 miljard euro per jaar. Er zullen natuurlijk keuzes moeten worden gemaakt. De uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg zullen sneller stijgen dan de inflatie, waardoor op andere domeinen en niveaus extra besparingen nodig zijn.

Een verlaging van de lastendruk op arbeid

Vriend en vijand zijn het er intussen over eens dat de belastingdruk op arbeid omlaag moet. Bijna nergens ter wereld is de kloof tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon dat de werknemer overhoudt zo groot als in België. Bijna nergens ter wereld is ook de financiële kloof tussen werken en niet-werken zo klein als in België. Beide aberraties staan een normale creatie van werkgelegenheid in de weg. Een stijgende werkgelegenheid is nochtans de koninklijke hoofdweg naar het betaalbaar houden van de vergrijzing.

Een verlaging van de lasten op arbeid kan misschien wat gecompenseerd worden met wat extra fiscaliteit op consumptie en een scheut milieubelastingen, maar in hoofdzaak is het wenselijker de lagere lasten te financieren via lagere overheidsuitgaven. De volgende regering moet niet schuiven met de belastingstoelen op het dek, maar het uitgavengat in de romp dichten.

Het pensioensysteem hervormen

De Belgische werkgelegenheid scoort vooral ondermaats bij 50-plussers. Die leegloop op de arbeidsmarkt kent verschillende oorzaken, waaronder de nog altijd gulle systemen die een versneld afzwaaien van de arbeidsmarkt mogelijk maken. Een effectieve pensioenleeftijd van amper 60 jaar en een levensverwachting van meer dan 80 jaar is een onhoudbare combinatie voor de jongere generaties. De invoering van een pensioenmalus en/of de verlenging van de loopbaan in functie van de stijgende levensverwachting zijn enkele van de weinig populaire maar noodzakelijk ingrepen die zich opdringen.

Idealiter vliegt de nieuwe federale regering er meteen in en neemt ze in de eerste twee jaar een aantal onpopulaire maatregelen. Dankzij het venster van een legislatuur van vijf jaar kan deze regering tegen het einde van de legislatuur zelf nog de vruchten van het harde labeur oogsten.

Bovendien biedt de relatief goede conjunctuur nu een vrij unieke kans om de bevolking iets meer pijn te doen zonder de economie schade te berokkenen. Daarnaast is dit de laatste kans om op eigen initiatief de bakens te verzetten. Over enkele jaren slaat de vergrijzing onverbiddelijk toe, en als er dan nog niets veranderd is, zullen de financiële markten en de Europese Commissie het regisseerstokje overnemen.

Het federale België kan zich geen kat meer veroorloven die geen muizen vangt.

Lees ook:

Economen Marc De Vos, Koen Schoos en Gert Peersman over Pensioenen: ‘Het stilzwijgen van de partijen over pensioenen moet doorbroken worden

Danny Smagghe (Touring) en Johan De Mol (UGent) over Mobiliteit: ‘Er is geen ambitie om naar duurzame mobiliteit te evolueren

Ere-vrederechter Jan Nolf over Justitie: ‘Geef tanden aan de Privacycommissie voor Big Brother tot in je onderbroek bijt

Professor Michel Maus over Fraudebestrijding: ‘Fiscus en fiscale middenveld moeten uit loopgraven kruipen voor rechtvaardigere fiscaliteit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content