Documaakster Guinevere Claeys over tv-figuur Johan Anthierens: ‘Hij was de mentor die ik miste’

© Kris Vandegoor

Guinevere Claeys, chef van De Standaard der Letteren, sprak met vriend en vijand van wijlen Knack-journalist en televisiefiguur Johan Anthierens (1937-2000). Het resultaat is de tweedelige Canvasdocumentaire Johan Anthierens: niemands meester, niemands knecht.

‘Het is dankzij Johan Anthierens dat ik doe wat ik doe’, vertelt u in de trailer. Hoe bent u hem op het spoor gekomen?

Guinevere Claeys: Begin 2000 ben ik aan de UGent afgestudeerd als classica. Net toen bracht Brigitte Raskin Leve mij uit, een bundeling van stukken uit Anthierens’ carrière. Ik kocht het boek op het gevoel. Ik werd geraakt door zijn stijl, waarmee hij zijn lezers zo dicht op de huid zat, en heb dat boek nooit meer weggelegd. Het ligt nog altijd op mijn nachtkastje. Anthierens heeft me het duwtje richting de journalistiek gegeven. Hij was de mentor die ik miste.

Wat trok u aan in zijn kijk op de journalistiek?

Claeys: Hij eiste de vrijheid op om openhartig over alles en iedereen te schrijven. Een vrijheid die ik onweerstaanbaar vond. Anthierens was genadeloos voor anderen én voor zichzelf. In zijn televisiecolumn Ooggetuige in Knack balanceerde hij magistraal tussen column en persoonlijke kroniek. ‘Een columnist is altijd onderweg naar zijn zonsondergang en de striemende regen en de hekelende hagel kan hij met niemand delen’, schreef hij. Ik koester die visie.

De maatschappij heeft dwarskoppen als Johan Anthierens nodig.

Hij zat ooit ook in de Wies Andersen Show op de VRT. Daar stelde hij zichzelf voor als ‘gelukkig gescheiden’. Dat was gelogen, hij zei het alleen om het taboe rond echtscheidingen open te breken. Marcel Vanthilt, die ik sprak voor Niemands meester, niemands knecht, zei dat Anthierens zo zuurstof aan het debat heeft gegeven. Hij was een geboren dwarsdenker. De maatschappij heeft zulke dwarskoppen nodig. In het commerciële medialandschap van vandaag is die houding amper nog mogelijk. Ook daarover hebben we het in de documentaire.

Hoe hebt u het programma opgebouwd?

Claeys: In het eerste deel focus ik op de journalistieke pionier Anthierens. In het tweede deel volg ik zijn op- en neergang. Ik bezocht Herman Brusselmans en Tom Lanoye, die publiceerden in zijn blad De Zwijger, en Pjeroo Roobjee, die door hem verguisd werd. Ik sprak met Brigitte Raskin, met journalisten, met kenners van de Vlaamse Beweging – Anthierens groeide op in een Vlaams-nationalistisch gezin -, zijn kinderen en zijn broer Karel, ook journalist. Die twee vormden een duo: zonder Karel had Johan nooit die onafhankelijke pen kunnen blijven. In beide delen leest Geert Van Rampelberg uit zijn werk voor.

Zit er een levensles in Anthierens’ ‘Leve mij’?

Claeys: Die quote komt uit een brief aan Karel, die in het leger zat. Johan schreef dat hij met een grote tekenmap door Brussel zou stappen – hij was toen nog vastbesloten tekenaar te worden -, want dat zou een magnetisch effect op de meisjes hebben. Met dezelfde heerlijke overmoed voorspelde hij voor zichzelf een grote toekomst als artiest, en hij voegde er fijntjes aan toe: ‘Leve mij’. Ik hoop dat de documentaire mensen zal prikkelen om zijn werk te herontdekken, en dat zijn genadeloze vrij- en dwarsdenken hen zal aansteken.

Johan Anthierens: niemands meester, niemands knecht is op 17 en 24 februari te zien op Canvas en op vrtnu.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content