Dirk Van der Maelen over Kazachgate: ‘Ik word subtiel gedwarsboomd’
De onderzoekscommissie naar Kazachgate rondt de komende weken haar hoorzittingen af. Voor 21 juli moet ze nog tien ministers en een handvol kroongetuigen verhoren. Maar voorzitter Dirk Van der Maelen (SP.A) vreest dat ze méér tijd nodig zal hebben. ‘Eind mei is besloten om ons het leven zo moeilijk mogelijk te maken.’
Dirk Van der Maelen is kwaad. Vorige woensdag is hij weggelopen uit de parlementaire onderzoekscommissie die hij zelf voorzit. Het zit hem nog altijd hoog. De meerderheidspartijen, zegt Van der Maelen, dwarsbomen de werking van ‘zijn’ commissie. Die moet de ware toedracht achterhalen van de wet op de verruimde minnelijke schikking. Door die zogenoemde afkoopwet kunnen grote fraudeurs hun zaak bij het gerecht afkopen zonder dat ze op hun strafblad verschijnt. Was het de Oezbeekse Belg Patokh Chodiev die de afkoopwet kon bestellen, met een omweg langs het Elysée van Nicolas Sarkozy en met de hulp van de ondertussen opgestapte Armand De Decker, tot vorige maand MR-burgemeester van Ukkel? Of maakte hij alleen handig gebruik van een wet die door de Antwerpse diamantsector aan het federale parlement werd gedicteerd? Chodiev zal het de commissie in ieder geval niet zelf komen vertellen. Hij liet maandag bij monde van zijn advocaat weten dat hij niet komt opdagen. ‘Hij is een Belg. Hij móét komen’, zegt Van der Maelen. Maar dat is dus lang niet de enige tegenvaller voor de commissie.
Dirk Van der Maelen: De meerderheidspartijen willen dat we voor 21 juli rond zijn met onze hoorzittingen. Zo’n strakke timing is onbegrijpelijk. Ons onderzoek raakt aan de kern van de democratische rechtsstaat. Ik ga ervan uit dat elk parlementslid met enige beroepseer grondig wil uitzoeken hoe de afkoopwet in 2011 precies tot stand is gekomen. En dat kost nu eenmaal tijd.
Vorige week kwam de Brusselse advocaat-generaal Patrick De Wolf aan het woord. Een sleutelfiguur, want hij sloot de minnelijke schikking af met Chodiev. Voor die hoorzitting was amper tweeënhalf uur voorzien. Welnu, ze heeft uiteindelijk elf uur geduurd, verspreid over twee dagen. In de week van 10 juli moeten we in drie dagen tijd liefst tien ministers horen. Net als het écht belangrijk wordt, moet alles in één week afgehaspeld? Schandalig. De afkoopwet is destijds met tgv-snelheid door het parlement gejaagd. Nu willen ze de onderzoekscommissie dezelfde snelheid opleggen.
Stefaan De Clerck heeft veel uit te leggen. De afkoopwet is onder zijn bewind als minister van Justitie gestemd
Maar u bent al zes maanden bezig.
Van der Maelen: Dat is gewoon te weinig. Vergelijk maar: de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart 2016 kreeg voor haar hoorzittingen tien maanden de tijd, de bijzondere commissie Panama Papers kreeg twaalf maanden en de Optima-commissie zeven, hoewel haar opdracht beperkter was.
Beseffen de commissieleden van de meerderheid niet hoe belangrijk dit dossier is?
Van der Maelen: Ze willen in ieder geval géén succes maken van de commissie. In het begin klonk het nog dat we bij consensus zouden beslissen, over de partijgrenzen heen. Dat is al een hele tijd niet meer waar. Eind mei is besloten om het leven van de commissie zo moeilijk mogelijk te maken. Sindsdien wordt er over alles meerderheid tegen oppositie gestemd. De elf leden van de meerderheid zijn partijsoldaten geworden.
Open VLD’er Vincent Van Quickenborne is toch heel actief in uw commissie?
Van der Maelen: Hij heeft een dubbel gezicht. Als iedereen meekijkt, stelt hij goede vragen. Tegelijk is hij de vurigste verdediger van een versnelling in onze werkzaamheden.
Wordt uw werk als voorzitter ook gedwarsboomd?
Van der Maelen: Heel subtiel, ja.
Ik zal u een voorbeeld geven. Voormalig Antwerps procureur-generaal Yves Liégeois had me aan het einde van zijn hoorzitting gevraagd om op mijn Twitter-account een retweet van de nieuwssite Apache weg te halen – een link naar een filmpje waarin Stijn Meuris toelichting geeft. Weghalen? Ik denk er niet aan. Damien Thiéry van de MR heeft er spel van gemaakt: hij eiste dat onze experts een onderzoek deden naar de tweet. Maar is het niet net de plicht van een parlementslid om aan het maatschappelijke debat deel te nemen? Je wordt toch niet doofstom zodra je dit gebouw verlaat?
Uw voorzitter, John Crombez, spreekt zelfs van een doofpotoperatie.
Van der Maelen: Bewijzen heb ik daar niet voor. Maar ik heb toch de indruk dat men ongerust wordt, nu het gerechtelijke onderzoek in Frankrijk zo goed loopt. Ik hoor dat er ook in België meer speurders op de zaak-Chodiev zijn gezet. Wat mij opvalt: uitgerekend nu het gerecht zijn werk begint te doen, moeten die troubleshooters van de onderzoekscommissie plots weg.
Bent u niet té ambitieus van start gegaan?
Van der Maelen: Het is inderdaad moeilijk om iets uit mensen te krijgen dat ze niet willen zeggen. Als onze getuigen maar een béétje slim zijn, houden ze zich aan het verhaal dat ze hebben voorbereid en antwoorden ze op elke andere vraag: ‘Ik herinner het me niet meer.’ Komt er dan toch nog een document boven, dan schiet hun dat wél weer te binnen. Een parlementaire onderzoekscommissie is dus een redelijk bot instrument, en eigenlijk verwacht ik net meer van het gerechtelijke speurwerk.
Wat heeft uw commissie intussen al blootgelegd?
Van der Maelen: De stuitende manier waarop dit parlement bij de neus is genomen in een entente tussen de diamantsector en het College van Procureurs-generaal.
In 2007 heeft het Antwerp World Diamond Centre twee professoren van de KU Leuven ingehuurd, Raf Verstraeten en Axel Haelterman, beiden ook advocaat. Zij hebben de afkoopwet grotendeels voorbereid en geschreven. Dat duo heeft ook aangeklopt bij toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen (CD&V) om de problemen van de diamantsector rond fiscale fraude te bespreken. De diamantsector, dat zijn nota bene recidivisten. Vandeurzen heeft, volgens zijn eigen medewerkster, daarna tegen de toenmalige Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois gezegd: ‘Ga samenzitten met de diamantsector en vind een oplossing.’ Ik sta ervan te kijken dat daar zo weinig reactie op is gekomen. Waarom kunnen we de wet niet gewoon op diamantairs toepassen zoals op iedereen?
In de Senaat is later een hoorzitting georganiseerd. Weet u welke twee heren daar als onafhankelijke experts de wet aan een kritische lezing moesten onderwerpen? Zij dus. Zowel Haelterman en Verstraeten als de politici die hen hebben uitgenodigd – we kunnen niet meer achterhalen wie – vonden dat blijkbaar geen enkel probleem.
Niet miljardair Patokh Chodiev maar de diamantairs zitten achter de afkoopwet?
Van der Maelen: We hebben in ieder geval nog niets kunnen vinden wat wijst op bemoeienissen van Armand De Decker of andere loopjongens van Chodiev in het wetgevende proces. Zij zijn later pas in actie gekomen. De vaders van de afkoopwet zijn de diamantsector én het College van Procureurs-generaal, onder de politieke verantwoordelijkheid van de CD&V. Althans tot eind 2009. Daarna raakte de zaak geblokkeerd. Waarop Haelterman opnieuw bij politici aanklopte met het idee om de afkoopwet aan het bankgeheim te koppelen. Dat zou de PS misschien wél overtuigen – slim gezien van hem. Op 3 februari 2011 besliste de ministerraad om de minnelijke schikking gekoppeld aan het bankgeheim via het parlement te proberen regelen.
Ook MR-minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders is nog buiten schot gebleven. Of verwacht u nog vuurwerk in de laatste weken van de commissie?
Van der Maelen: Ik ben niet op jacht naar Didier Reynders. Ik ben op jacht naar de waarheid. En daarom heb ik wel wat vragen voor hem. Toen Chodievs Franse advocate Catherine Degoul betalingsproblemen bij haar cliënt vaststelde, schreef ze daarover een brief aan het Elysée. Ze wilde een gesprek in aanwezigheid van een Belg, en zowel Armand De Decker als Didier Reynders staan in kopie. Bovendien was in een agenda van de advocate sprake van een ontmoeting met ‘ADD + DR’. Ik zou toch graag van Reynders horen hoe hij dat allemaal verklaart.
Is er over de hele zaak diplomatiek contact tussen België en Frankrijk geweest?
Van der Maelen: Dat weten we niet. We weten wel dat een aantal mensen een Légion d’Honneur hebben gekregen. Alain Winants bijvoorbeeld, de voormalige baas van de Staatsveiligheid. En ook Didier Reynders.
In Antwerpen zegt men dat witteboordcriminelen niet in de gevangenis thuishoren. Wij waren gechoqueerd
Jo Vandeurzen is niet de enige CD&V’er die in Kazachgate genoemd wordt. Denkt u dat Stefaan De Clerck, zijn opvolger als minister van Justitie, in juli nog in de problemen kan komen?
Van der Maelen: Hij heeft in ieder geval veel uit te leggen. Wat heeft hij met Armand De Decker besproken toen die bij hem thuis langskwam?
De Clerck kan er ook niets aan doen dat De Decker en Catherine Degoul in 2011 voor zijn deur stonden.
Van der Maelen: Gelooft u dat echt? Ik ken De Decker als een aimabel man. Hij gaat niet onaangekondigd bij andere politici op bezoek. Als Stefaan De Clerck er niets mee te maken wilde hebben, is het des te merkwaardiger dat hij De Decker later naar zijn adjunct-kabinetschef doorstuurde. Want ook daar is De Decker natuurlijk niet ongevraagd opgedoken. De wet op de verruimde minnelijke schikking is onder De Clercks bewind als minister van Justitie gestemd. Hij was rechtstreeks betrokken, samen met Carl Devlies (CD&V) als bevoegde staatssecretaris.
Ook de contacten die De Clerck met de diamantsector had, zijn trouwens talrijk. Jo Vandeurzen heeft dat in gang gezet, De Clerck volgde het daarna op.
Wat hebben de CD&V’ers Yves Leterme en Steven Vanackere, respectievelijk toenmalig premier en minister van Buitenlandse Zaken, straks nog uit te leggen?
Van der Maelen: Yves Leterme heeft de afkoopwet in februari 2011 op de agenda van de ministerraad gezet. Normaal doen de bevoegde ministers dat. En Steven Vanackere heeft tijdens enkele buitenlandse missies contact met Kazachse diplomaten gehad. We weten dat die diplomaten aan de Fransen om een oplossing voor Chodievs problemen hebben gevraagd, en we vragen ons af: hebben ze daar ook met Vanackere over gepraat?
De meerderheid houdt de boot af, maar ik wil ook huidig justitieminister Koen Geens (CD&V) in de commissie horen. Hij bereidt momenteel nieuwe wetgeving rond de minnelijke schikking voor. Ik wil hem ook vragen stellen over Armand De Decker. Binnen de Staatsveiligheid waren er al in 2012 rapporten waarin stond dat hij als oud-Senaatsvoorzitter in Parijs was gaan aankloppen bij de Nationale Coördinator van Inlichtingenwerk, om afspraken over uitwisseling tussen beide landen te maken. Toen Jaak Raes, de baas van de Staatsveiligheid, minister Geens daar eind 2014 over informeerde, zei hij: ‘Interessant. Volg de evoluties in Frankrijk op.’ Terwijl die informatie – het gaat hier toch over inmenging van bevriende staten – aan het parket had moeten worden gegeven. Dat is pas veel later gebeurd. Ik weet niet hoe ik die aarzeling van minister Geens moet verklaren.
Wat een geluk dat in 2011 geen SP.A’er in de regering zat, is het niet?
Van der Maelen: Die had anders inderdaad ook lastige vragen moeten beantwoorden.
Ik ben trots op de houding van mijn partij in 2011. Wij hebben ons met hand en tand verzet. Een sociaaldemocraat kan zich er niet bij neerleggen dat er klassenjustitie wordt georganiseerd. Zelf wantrouwde ik de inbreng van de diamantlobby ook. Ik vermoedde toen al onfrisse manoeuvres.
SP.A-voorzitter John Crombez heeft als staatssecretaris voor Fraudebestrijding de verruimde minnelijke schikking wel altijd verdedigd.
Van der Maelen: Hij noemde het ‘de beste slechte oplossing’. Hij pleitte toen al voor een versterking van het gerecht in plaats van de afkoopwet. Maar in een rechtsstaat moet een minister een wet altijd toepassen, zelfs al is hij er zelf tegen.
Advocaat-generaal Patrick De Wolf blijft de verruimde minnelijke schikking verdedigen. Het gerecht heeft toch niet genoeg mensen in dienst om alle grote dossiers uit te spitten, klinkt het.
Van der Maelen: Een van mijn belangrijkste aanbevelingen zal daarom zijn: geef veel meer mensen en middelen aan de strijd tegen fiscale en financiële criminaliteit. Voor kleinere dossiers heb ik geen probleem met een minnelijke schikking – daarmee kun je de werkdruk van justitie onder controle houden. Maar voor grote, spraakmakende dossiers moet de arm van de wet hard kunnen slaan: de feiten uitzoeken, iemand voor de rechter brengen en, indien schuldig, naar de gevangenis sturen.
Weet u wat Christiaan Nys, de man die in Antwerpen over minnelijke schikkingen onderhandelt, ons in de commissie heeft verteld? Dat witteboordcriminelen niet in de gevangenis thuishoren. Wij waren gechoqueerd. Maar ook Koen Geens denkt meer in de richting van onderhandelingsjustitie. Als iemand wordt betrapt, mag hij met het gerecht over een schikking gaan onderhandelen. Dat verbaast me niet – Geens is een zakenadvocaat. Maar ik kies absoluut voor een andere vorm van justitie. Ook de allerrijksten moeten gestraft worden als ze over de schreef gaan.
De afkoopwet heeft ondertussen wel al een half miljard euro opgebracht, aldus De Tijd. Niet slecht voor verrotte dossiers.
Van der Maelen: Dat bedrag is fors opgeklopt. Daarin worden ook de bedragen meegeteld die eerder al in zulke dossiers zijn opgehaald. Volgens mijn schatting gaat het maximaal om honderd miljoen euro. Dat is dus maar twintig miljoen per jaar.
Ondertussen heeft de werkgroep politieke vernieuwing nieuwe regels voor het parlement uitgedacht. Bent u even teleurgesteld als uw partijgenoten?
Van der Maelen: Ja. Ik zit al achtentwintig jaar in het parlement, en al achtentwintig jaar pas ik de politieke en de professionele decumulatie voor mezelf toe. Mijn partij heeft in Geraardsbergen achttien jaar in de meerderheid gezeten. In 1994 ben ik een halfjaar schepen geweest; ik ben daarmee gestopt omdat ik die functie niet combineerbaar vond met die van Kamerlid. In 1991 heb ik mijn stage als advocaat afgewerkt in combinatie met mijn mandaat als Kamerlid; na de stage heb ik me laten schrappen als advocaat – en was ik dus fulltime Kamerlid.
Ik begrijp niet dat er, na alle schandalen, nog partijen zijn die zich tegen decumuleren verzetten. Ik kan alleen maar vaststellen dat die partijen zich vandaag ter rechterzijde bevinden: de N-VA en de Open VLD.
Een parlementszitje met een schepen- of burgemeestersmandaat cumuleren was lange tijd de normaalste zaak van de wereld. Waarom vindt iedereen dat nu plots onaanvaardbaar?
Van der Maelen: Waardoor is ons parlement zo zwak? Door de greep van de particratie en doordat veel parlementsleden eenvoudigweg niet genoeg tijd hebben voor hun werk. Van alle 150 parlementsleden behoren er 87 tot de meerderheidspartijen en cumuleren er iets meer dan 50 met een ander politiek mandaat en ik weet niet hoeveel met een ander beroep. Dan blijven er maar weinig leden over om mee aan de kar te trekken. Laten we er dus al eens voor zorgen dat we 150 voltijdse parlementsleden hebben.
De SP.A zal niet worden weggeveegd, zoals de sociaaldemocraten in Frankrijk en Nederland
Dan is er nog altijd de almacht van de particratie, zoals u zelf zegt. Aaron Ooms, voorzitter van de Jongsocialisten, pleitte er onlangs voor om de partijen af te schaffen. Bent u het daarmee eens?
Van der Maelen: Tijdens de paars-groene regering, begin jaren 2000, heb ik samen met niemand minder dan Armand De Decker een commissie rond politieke vernieuwing voorgezeten. Ik heb toen voorstellen voor volksraadplegingen en referenda uitgewerkt, en manieren om burgers rechtstreekse inspraak in het wetgevende proces te geven. De Decker was daar veel behoudsgezinder in. (lachje) Maar ik zal politieke partijen en het parlement pas opgeven als ik echt iets zie dat hen kan vervangen. Dat is er vandaag niet. En dus zijn partijen, om mijn voorzitter te citeren, de beste slechte oplossing.
Hoe zou u de particratie dan wel willen milderen?
Van der Maelen: Parlementsleden die herverkozen willen worden, moeten er vandaag voor zorgen dat ze niet in onmin raken met hun partijtop. Anders krijgen ze geen goede plaats meer op de lijst. We moeten terug naar kleinere kieskringen, zoals in het Verenigd Koninkrijk. De band tussen politici en hun kiezers is daar veel nauwer. Als een parlementslid het vertrouwen van zijn kiezers krijgt, kan de partij hem achteraf veel minder makkelijk opzijschuiven.
John Crombez doet het omgekeerde: door op de eerste drie plaatsen van SP.A-lijsten verplicht één nieuwkomer te zetten, heeft hij een excuus om dwarsliggers te weren.
Van der Maelen: U bent veel te cynisch. Bij de laatste drie verkiezingen, die we niet gewonnen hebben, stonden bij de SP.A telkens de vertrouwde gezichten vooraan en gaven we geen kans aan vernieuwing. Nieuwe gezichten verplichten is dus een heel goede maatregel. Ik zal daar zelf ook toe aanzetten: dit is mijn laatste zittingsperiode in het parlement. Ik ben niet gevraagd om te stoppen, maar het is goed geweest.
U verlaat de politiek op een moment dat de sociaaldemocraten in heel Europa een deconfiture meemaken. Hoe groot is de paniek bij de SP.A?
Van der Maelen: Paniek? Ik heb er alle vertrouwen in: John Crombez is goed bezig. Zowel binnen als buiten de partij hoor ik dat hij als beste op de onthullingen over de graaicultuur heeft gereageerd. Hij was de eerste om nieuwe regels af te spreken. Als het over transparantie en inkomens gaat, gaat misschien alleen de PVDA verder dan wij. Over de decumulatie hebben wij vorig jaar zelfs al gestemd. De SP.A zal niet worden weggeveegd, zoals de sociaaldemocraten in Frankrijk en Nederland.
Maar voor de ommekeer heeft Crombez nog niet kunnen zorgen.
Van der Maelen: Dat is zo. Maar we weten allemaal: dat werk kan vijf tot misschien wel zeven jaar duren. We hebben twintig jaar in regeringen gezeten. De hele partij leunde op onze ministers en kabinetten. Daardoor is onze structuur verkalkt. John is dat puin aan het opruimen. Het zal nog een hele tijd duren vooraleer hij aan iets nieuws kan beginnen te bouwen.
In Europa gooiden twee politici onlangs hoge ogen: Emmanuel Macron in Frankrijk en Jeremy Corbyn in het VK. Naar wie moet Crombez luisteren?
Van der Maelen: Geef mij maar Corbyn. Ik heb een onaangenaam gevoel bij Macron. Ik zie een nieuwe profeet van de derde weg opstaan, zoals we in Engeland Tony Blair hebben gehad. En we weten allemaal hoe dat is afgelopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier