Europeaan zijn is geen kwestie van economie, politiek of geografie, meent de Nederlandse cultuurfilosoof Rob Riemen. Het is een humanistische ingesteldheid. Een gesprek over de grenzeloosheid van ideeën, het verval van onze universiteiten en de gelijkenis tussen een e-boek en een sekspop. ‘De echte Europese hoofdstad is Praag. In Brussel zitten alleen uitgerangeerde politici die elders niet meer aan de bak komen.’

De Nederlandse Eurocommissaris Frits Bolkestein zei ooit dat je Europeaan bent vanaf het moment dat je een paspoort hebt van een van de lidstaten van de EU. Hij deed die uitspraak in het najaar van 2004, een paar maanden nadat de Unie uitgebreid was met tien nieuwe landen. In zijn gezelschap zaten nogal wat Polen en Tsjechen, nagelnieuwe EU-burgers dus. Verontwaardigd vroegen ze of Bolkestein echt wilde beweren dat zij pas op 1 mei van dat jaar Europeanen waren geworden. Waren zij dat dan voordien niet? En hoe zat het met intellectuelen zoals Thomas Mann, Stefan Zweig of Ludwig van Beethoven: waren dat geen Europeanen, misschien?

Voor Rob Riemen maakt de anekdote duidelijk hoe ver de EU weggedreven is van haar Europese wortels. Europeaan zijn heeft volgens hem niets te maken met een economische of een politieke unie, en nog minder met een paspoort. ‘Voor mij is Europeaan zijn een culturele identiteit,’ zegt hij, ‘weten dat je tot een humanistische traditie behoort die de knapste ideeën uit Alexandrië, Athene, Rome en Jeruzalem verenigt.’

Om die ideeën uit te dragen, richtte Riemen 25 jaar geleden het Nexus Instituut op. Het geeft een tijdschrift uit, en organiseert geregeld colloquia waarop de grootste geesten van de wereld met elkaar in discussie gaan. Honderden mensen haalde Nexus sindsdien naar de Lage Landen, van filosoof Jürgen Habermas en politicoloog Michael Ignatieff tot de neoconservatieve denker Francis Fukuyama en auteur Mario Vargas Llosa.

Om een kwarteeuw Nexus te vieren, kwam er een extra dik nummer van het tijdschrift uit, De terugkeer van Europa: een boek met tien essays van grote denkers uit het verleden van ons continent, van Victor Hugo tot Robert Schuman, waar dertig hedendaagse intellectuelen hun licht op laten schijnen. ‘Wat Europa anders maakt dan andere continenten is dat wij wel een traditie hebben, maar er niet in gevangenzitten’, zegt Riemen. ‘Voor de Europeaan is de hoogste waarde de menselijke vrijheid: jezelf bevrijden van je eigen domheid, vooroordelen en angsten. Alleen dan kun je een vrij mens zijn. De zorg om de ziel staat daarbij centraal, recht doen aan de waardigheid van de mens. Daarvoor moet aan een aantal randvoorwaarden voldaan worden: de honger uitbannen, werk bieden voor iedereen, de bescherming van de zwakken, kwetsbaren en vreemdelingen door de overheid, en de waarheid en de rechtvaardigheid de plek geven die ze verdienen. Europeaan zijn is een geestesgesteldheid: het willen verwezenlijken van een beschavingsideaal. Europa is dus nooit helemaal af. Vanaf het moment dat Europa wordt gereduceerd tot een economisch of politiek project verdwijnt het Europese bewustzijn.’

Hebt u het boek De ziekte van Europa van Guy Verhofstadt gelezen?

ROB RIEMEN: Dat is een politieke kwakzalver eerste klas. Hij vindt dat we ons niet mogen laten opsluiten in onze eigen nationale identiteit, en daar ben ik het nog mee eens. Maar hij negeert het feit dat er uiteraard wel een culturele identiteit bestaat, de Europese identiteit die voortkomt uit een intellectuele traditie die van Socrates via Spinoza, Thomas Mann en Albert Camus tot bij ons is gekomen. Het is niet datgene wat mij anders maakt dan jou dat mijn identiteit bepaalt, maar precies datgene wat wij met elkaar gemeen hebben: dat wij als mensen allemaal over het vermogen beschikken om in waarheid te leven, gerechtigheid te doen en schoonheid te scheppen. Sommigen mogen daar een godheid bij denken, anderen hebben dat niet nodig – dat doet er niet toe. Extremisme is een probleem, niet religie op zich. Religie kan alle kanten opgaan. De Amerikaanse slavernij is niet afgeschaft door aanhangers van de verlichting, maar door religieus bewogen mensen. Vandaar dat ik een pleidooi hou voor een Europees humanisme dat ruimte laat voor religie.

Het belangrijke is dat er een universeel idee bestaat van wat menselijke waardigheid is. Verhofstadt ontkent dat, net zoals hij niet wil aanvaarden dat we met z’n allen een samenleving vormen. Hij reduceert de mens tot een louter economisch wezen, stelt dat de vraagstukken waarmee deze mens geconfronteerd wordt alleen op politieke wijze opgelost kunnen worden, en schuift dan zichzelf naar voren als de beste oplossing. De Verhofstadts van deze wereld – en daar reken ik de hele Europese Commissie bij – vormen een grote bedreiging voor Europa. Zij zullen de crisis niet oplossen. Zij zíjn de crisis.

Misschien moet u dat eens in Brussel gaan vertellen.

RIEMEN: Brussel is een ontzettend lelijke stad waar het hoofdkwartier van de economische unie is gevestigd, dat is alles. De echte Europese hoofdstad is eerder Praag, denk ik. In Brussel zitten alleen maar uitgerangeerde politici die elders niet meer aan de bak kunnen. Geen van die lui komt nog terug in de nationale politiek. Er is maar één ding erger dan de EU zoals we die nu kennen, en dat is het uiteenvallen van de EU. De huidige Europese politiek is hard op weg dat te bewerkstelligen.

Als Europa een ingesteldheid is, heeft het dan grenzen?

RIEMEN: Natuurlijk niet. De Europese geest heeft zich kunnen nestelen in Amerika, in het noorden natuurlijk, maar ook in Argentinië. Die geest is universeel. Hij heeft zich het eerst getoond in wat wij Europa noemen, maar hij is niet beperkt tot dat geografische gebied. Niets is zo debiel als je eigen identiteit beperken tot die van je natie. Je identiteit wordt toch niet bepaald doordat je op een bepaald plekje bent geboren? De Oude Grieken zeiden het al: niet waar je wordt geboren bepaalt of je een Griek bent, maar welke geestelijke vorming je je eigen hebt gemaakt.

Tot hoever reikt Europa dan?

RIEMEN: De Europese geest heeft zich verspreid naar Rusland en Turkije en lijkt almaar verder uit te breiden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten Thomas Mann en zijn vrienden samen en kwamen ze tot de conclusie dat we een wereldregering nodig hebben. Uiteindelijk zullen we naar zoiets moeten evolueren, als we alle mensen dezelfde rechten en plichten willen geven.

Dat klinkt heel eurocentrisch.

RIEMEN: Ik heb geen enkel probleem met het verdedigen van een aantal fundamentele waarden die ook het Europese humanisme schragen. Democratie, de algemene geldigheid van de wet, individuele vrijheid, vorming en mensenrechten zijn universele waarden. Ze leiden tot wereldburgerschap. Er is maar één alternatief voor beschaving, en dat is de barbarij. Daarom doe ik een oproep aan alle weldenkende mensen: verenig u, want het is allang geen vijf voor twaalf meer. Het is nu tien seconden voor twaalf. We zien hoe angst en haat zich als een vuur door de samenleving verspreiden. We zien hoeveel agressie vluchtelingen oproepen. En dan maar blijven zeggen dat er niets aan de hand is. Nemen we liever nog een kop koffie en kijken we verder naar tv? Ja, dat kan, maar lang zul je dat niet meer volhouden.

Hebben de mensen die nu aan de knoppen zitten wel belang bij een werkelijke verandering? En waar zal de verandering dan wel vandaan moeten komen?

RIEMEN: In De zwenking beschrijft Stephen Greenblatt hoe een Italiaanse monnik in een Duits klooster Lucretius’ De Rerum Natura vond, het meenam naar huis en het daar wel tachtig keer kopieerde. Zo veranderde hij de wereld, want het boek lag aan de basis van de renaissance. Mijn leermeester, essayist en uitgever Johan Polak, zei altijd: ‘De renaissance begon met twintig man, en wij zijn al met z’n tienen.’ Iedere verandering begint klein. Hoe is Barack Obama verkozen geraakt? Doordat een klein aantal mensen in hem geloofde, en het aantal begon te groeien.

Het is tien seconden voor twaalf, zegt u. Is het vandaag dan zoveel slechter dan 25 jaar geleden?

RIEMEN: Media en onderwijs zijn erop achteruitgegaan. Wetenschap en techniek gingen vooruit, maar ik vind het toch grappig dat vinyl helemaal terug is en dat mensen hebben ingezien dat het e-book iets is als vrijen met een sekspop. Wat me vooral opvalt, is de passiviteit van de hedendaagse jongeren. Ze worden verneukt waar ze bij staan en ze reageren gewoonweg niet. ‘Als wij eruit stappen, stappen anderen er wel weer in,’ zeggen ze, ‘en dan verliezen we onze baan.’ Dat lijkt het enige wat nog telt, terwijl het toch veel belangrijker is om te ontdekken wat je passie is. Wanneer men over een paar eeuwen terug zal kijken op onze tijd, zal men dit ongetwijfeld het tijdperk van de georganiseerde domheid noemen.

Weet u, componist Arnold Schönberg had het geluk dat hij een leerling was van Gustav Mahler. Enerzijds was hij idolaat van de grote meester, maar anderzijds vond hij ook dat de muziek vernieuwd moest worden. Daarom kwam hij met zijn twaalftonenstelsel. Na verloop van tijd had hij de moed om een compositie aan Mahler te tonen. Mahler zei dat hij er geen snars van begreep, maar dat hij dacht dat het belangrijk was en hem daarom zou steunen. Dat vind ik van een zeldzame, voorbije grootsheid getuigen. Vandaag hebben we aan de ene kant degenen die vooroplopen in wetenschap en techniek, talen spreken en internationaal aan de bak komen, en anderzijds een steeds groter wordende onderklasse van mensen die die kansen niet hebben en niet zo slim zijn. Die mensen zijn bang, en stemmen op populistische partijen die hen beloven dat ze de verloren zekerheid zullen teruggeven. Het cement dat daar vanouds tussen zat – de wereld van de burgerij en de sociaaldemocratie – is er niet meer, en dat is gevaarlijk.

Je passies ontdekken is mooi, maar we leven toch ook in een economische wereld waarin Europa moet concurreren met China en de VS?

RIEMEN: Hoelang heeft iemand met een gemiddeld IQ nodig om te beseffen dat dit baarlijke onzin is? Nog geen minuut, denk ik. Zulke stellingen worden toch alleen gespuid door mensen die nooit nadenken?

Sommigen krijgen er wel een Nobelprijs voor.

RIEMEN: Ja, terwijl economie niet eens een wetenschap is. Wordt het geluk gedefinieerd in termen van economische groei? Ik dacht het niet.

Iets anders. Er staan 39 bijdragen in De terugkeer van Europa. 37 daarvan zijn door mannen geschreven, en amper 2 door vrouwen.

RIEMEN: Daar ben ik ook niet trots op. Wat de tien toespraken betreft, kan ik alleen maar aangeven dat het maatschappelijke discours in het midden van de negentiende eeuw, ten tijde van Victor Hugo bijvoorbeeld, door mannen werd beheerst. Als ik iets moois had gevonden van Marguerite Yourcenar, Virginia Woolf of Nadjezjda Mandelstam had ik het zeker opgenomen. Wat de dertig reacties op die toespraken betreft: die vloeien vooral voort uit het symposium Je suis Européen dat we in juni hielden. Het bleek toen véél moeilijker om vrouwen te overtuigen een bijdrage te leveren dan mannen.

Is de Europese cultuur dan vooral een mannelijke cultuur?

RIEMEN: Dat denk ik niet. Wanneer ik een lezing geef, zijn zeven op de tien bezoekers vrouwen. Wie koopt boeken? Wie zit in leesclubs? Alweer de vrouwen. György Konrad was de eerste die me erop wees dat dit niet nieuw is. Kijk naar de wereld van de salons, zei hij, die werden altijd door vrouwen georganiseerd. Wat hij daarmee duidelijk wilde maken, is dat het doorgeven van de cultuur altijd een vrouwelijke bezigheid is geweest, terwijl mannen vanouds meer bezig waren met het vastleggen ervan.

Moeten we meer investeren in onderwijs?

RIEMEN: De Oostenrijkse schrijverStefan Zweig zei het zo: de Europese identiteit is gebouwd op de kloosters, de universiteiten en het Jodendom van na de verlichting. De Joden hebben we uitgemoord, en de kloosters staan leeg. Er rest ons dus alleen nog de universiteiten, maar wat zien we? Op het westelijk halfrond is er niet één universiteit meer die nog recht heeft op die naam. Het ideaal van de universitas, gericht op de ontwikkeling van een cultureel geheugen, welsprekendheid en morele en historische kennis, is verlaten. In de plaats zijn de verwetenschappelijking en de vereconomisering gekomen. De kwaliteit van het bestaan is daar de dupe van, met als gevolg de grote geestelijke leegte van vandaag. Massacultuur en massademocratie heersen. Denkers hebben plaats moeten ruimen voor opiniemakers, en de flauwekul overheerst overal. De EU besteedt nog geen 1,5 procent van zijn budget aan het Erasmusprogramma, en slechts 0,15 procent aan het Creatief Europa-programma. Me dunkt dat dit alles zegt over het belang dat Brussel hecht aan het cultiveren van een Europese geest en een Europees bewustzijn.

Veel mensen vinden de geestelijke waarden die u verdedigt elitair. Hoe komt dat?

RIEMEN: Omdat we in een lege cultuur leven waarin de betekenis van woorden verloren is gegaan. Het woord elitair is verengd tot ontoegankelijk, behorend tot een kleine groep, exclusief. Zolang het over de amusementselite of de sportelite gaat, zien we geen enkel probleem: met die mensen willen we allemaal een selfie. Maar als het om cultuur gaat, ben je opeens elitair. De oude betekenis van dat woord is nochtans ‘het beste’. En dat beste is tijdloos. Vandaar dat we vandaag de dialogen van Plato nog kunnen lezen, en de muziek van Bach nog kunnen beluisteren.

Wat kan Plato ons vandaag nog leren?

RIEMEN: Dat hangt af van hoe je in het leven staat. Wanneer je geconfronteerd wordt met de grote momenten van het bestaan, zoals ziekte of dood, heb je net iets meer aan de woorden van Plato dan aan de techniek van een of andere voetballer. Een van de meest sprekende verhalen is natuurlijk wat Primo Levi in Is dit een mens schrijft. In Auschwitz kreeg hij samen met een vriend de opdracht twee kilometer verderop soep te halen. Onderweg wilde hij die man iets leren over Dante. Het gezang van Odysseus schoot hem door het hoofd, waarin die zegt dat de mens niet geboren is om een bruut en een woesteling te zijn, maar wel om het beste te leren kennen. Voor Levi was dat het moment waarop hij zijn leven gered wist, omdat hij besefte dat er iets groters was.

Ik heb niets tegen amusement, maar op het moment dat je geconfronteerd wordt met de echte vragen van het leven, kom je met amusement geen stap verder. Ik vind het misdadig dat we, bijvoorbeeld door bibliotheken te sluiten, steeds meer mensen cultuur ontzeggen. Het is goed dat er een Klimaattop is, maar ik denk dat het gat in ons geestelijke klimaat veel groter is dan het ozongat boven de Zuidpool, en dat die twee misschien wel samenhangen.

Heeft cultuurfilosoof George Steiner gelijk wanneer hij zegt dat het tijdperk van de Europese beschaving voorbij is?

RIEMEN: Natuurlijk niet. Europa is overal waar mensen naar een boekhandel toe gaan, waar ze samenkomen om te praten, waar ze zich bekommeren om het klimaat of de vluchtelingen, en ga zo maar door. Overal waar de Europese geestelijke waarden zich manifesteren is Europa. Die beschaving is geen kwestie van instituten of regeringen, maar van ieder onder ons.

Rob Riemen (red.), Nexus 70, De terugkeer van Europa. Haar tranen, daden en dromen, 371 blz., ?34,50.

DOOR MARNIX VERPLANCKE, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Er is maar één alternatief voor beschaving: de barbarij. Daarom doe ik een oproep aan alle weldenkende mensen. Verenig u, want het is allang geen vijf voor twaalf meer.’

‘Ik vind het misdadig dat we, bijvoorbeeld door bibliotheken te sluiten, steeds meer mensen cultuur ontzeggen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content