Defensie slaat alarm: ‘België wordt al lang niet meer ernstig genomen’
Zowat de hele Belgische politieke wereld is gewonnen voor meer Europese defensiesamenwerking. Bij Defensie is men er niet gerust in.
Goed nieuws voor het Belgische leger: zowat alle Vlaamse politieke partijen vinden dat Defensie de komende jaren meer middelen moet krijgen. Daarnaast zien ze een grotere rol voor Europa weggelegd om op een efficiëntere manier capaciteit op te bouwen en operaties uit te voeren.
In tijden van Trump, brexit en Russische assertiviteit hebben Europese landen hun koudwatervrees stilaan opgegeven. Zo werd in 2017 de Permanent Structured Cooperation (PESCO) boven de doopvont gehouden, een samenwerkingsverband waarbij Europese landen onderling defensieprojecten kunnen opstarten. Alle huidige EU-lidstaten zitten erin, op het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Malta na. Wie deelneemt, verbindt zich aan een twintigtal verplichtingen, waaronder de belofte om minimaal 2 procent van het bruto nationaal product te besteden aan defensie – de zogenaamde NAVO-norm.
Blaam voor België
Ondanks het politieke enthousiasme voor meer Europese defensie-integratie scoort België ondermaats. Ook tijdens de afgelopen bestuursperiode werd verder beknibbeld op het defensiebudget. Dat gebrek aan middelen zorgt niet alleen binnen Defensie voor problemen, het hindert ons land ook in zijn Europese ambities. Onder de 25 leden van PESCO staat België qua welvaartsniveau rond de tiende plaats, maar qua financiële inspanningen laatste. In het jaarlijkse Europese Voortgangsrapport, waarvoor ons land elk jaar een Nationaal Implementatieplan (NIP) moet opstellen, scoorde België op vier van de vijf evaluatiedomeinen ruim onvoldoende. Binnenkamers kreeg België zelfs een blaam.
Als we zo voortdoen, kunnen we niet uitsluiten dat we uit PESCO worden gezet.
Dat het rapport zó vernietigend was, had mede te maken met de val van de federale regering. Omdat de regering in lopende zaken ging, mocht Defensie geen concrete budgetplannen – die al door de regering beslist waren, maar nog niet uitgevoerd – in het NIP opnemen. ‘Daardoor scoren we in het rapport officieel nóg slechter dan in realiteit’, zucht een bron. ‘Als je je examen niet invult, krijg je ook geen punten.’
België is nochtans een enthousiaste leerling. Ons land neemt deel aan 10 van de 34 PESCO-projecten en geeft de leiding aan een project om drones te ontwikkelen die zeemijnen kunnen bestrijden. Maar zelfs daar botst Defensie tegen een muur. ‘Deelnemen aan zo’n project vergt een enorme hoeveelheid administratie en manuren’, zegt een bron die nauw bij de dossiers betrokken is. ‘Door de besparingen is de staf te klein om al die projecten op te volgen.’
Belgische vertegenwoordigers ervaren nu al dat hun krediet is opgebruikt. ‘We beloven al zo lang dat de situatie zal verbeteren. De andere landen nemen ons al lang niet meer ernstig. Voor een land dat een voortrekkersrol wil spelen kunnen we dit echt niet langer maken.’
In militaire kringen sluit men rampscenario’s niet meer uit. ‘Als we zo voortdoen, kunnen we niet uitsluiten dat we op een dag uit PESCO worden gezet’, klinkt het bij een andere hooggeplaatste militair. ‘Dat zal niet direct gebeuren: ik vermoed dat we eerst enkele minder ingrijpende waarschuwingen krijgen, of uit een van de projecten gezet worden. Maar we moeten ten volle beseffen dat het wettelijk mogelijk is. We dreigen jobs en technologische innovatie te verliezen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier