De zaak-Reuzegom polariseert: ‘Mijn cliënte is helemaal niet uit op wraak’

Lieve Pepermans © DIEGO FRANSSENS

De strafpleiters in de Reuzegomzaak schuwden de voorbije maanden de grote woorden niet als ze het hadden over de dood van student Sanda Dia. Het valt dan ook op hoe sereen en genuanceerd Lieve Pepermans spreekt, de advocate van Dia’s moeder.

Op 8 december 2018 meldde een kort bericht in de krant dat Sanda Dia, een veelbelovende student van de KU Leuven, was overleden na een uit de hand gelopen doopritueel van de studentenclub Reuzegom. Anderhalf jaar later las Vlaanderen in een reeks in Het Nieuwsblad hoe gruwelijk die dood was geweest. Hoe Dia bijna twee dagen gemarteld werd en hoe de leden van Reuzegom alle sporen op een haast klinische manier probeerden uit te wissen. De verdachten komen allemaal uit wat ‘de betere kringen’ wordt genoemd. De noodlottige doop haalde zelfs de voorpagina van The New York Times.

Alleen maar verliezers in deze zaak? Ja, maar sommigen hebben toch meer verloren dan anderen.

Advocate Lieve Pepermans uit Antwerpen staat Sanda Dia’s moeder juridisch bij sinds december 2018. ‘Op dat moment was er nog geen sprake van doodslag, maar alleen van een spijtig ongeval met dodelijke afloop.’

Wat dacht u toen u het strafdossier las?

Lieve Pepermans: Daar zijn geen woorden voor. Onbegrijpelijk. Zeker als je ontdekt hoe de studenten geprobeerd hebben om alle sporen te wissen. Als je niets te verbergen hebt, doe je dat niet.

Hoe gaat het met uw cliënte?

Pepermans: Zij is compleet ingestort na die artikelenreeks en ze is nog altijd in shock. Annemie is geen schuchtere vrouw, maar ze is wel bescheiden en ze zal nooit op de eerste rij staan. Zij heeft zich bijna letterlijk opgesloten in haar woning.

Ziet u in het dossier schuldinzicht bij de daders?

Pepermans: (lange stilte) Ik wil de achttien verdachten niet over dezelfde kam scheren. Sommigen schreeuwen hun onschuld uit, anderen verwijzen naar de hiërarchie bij Reuzegom. Bij een aantal merk ik toch veel arrogantie en kilheid.

U bent als advocaat gespecialiseerd in bemiddeling. Is dat hier later in een of andere vorm mogelijk?

Pepermans: Een van de verdachten heeft een poging ondernomen, rechtstreeks bij mijn cliënte. Maar nu is het te vroeg voor bemiddeling. Daarvoor zijn de feiten te zwaar. De rechtszaak moet eerst een antwoord geven op onze vragen. Wat is daar precies gebeurd? Hoe is het zover kunnen komen? Waarom is niemand tijdig tussenbeide gekomen? Waarom zijn alle sporen gewist?

De verdachten komen allemaal uit de hogere sociale klasse in Antwerpen. Bestaat het risico op klassenjustitie?

Pepermans: Het is onmogelijk om daar nu al een uitspraak over te doen. Het onderzoek is goed gevoerd en er is een stevige aanklacht geformuleerd. Je kunt dus niet beweren dat de zaak onder de mat wordt geschoven. Maar toch hangt er rond dit dossier een rare sfeer. Ik krijg bij de tegenpartijen soms het gevoel dat ze denken dat zij zich meer kunnen permitteren dan de rest van de samenleving. Het is geen misdaad om op te groeien in een financieel welvarend milieu. Het zijn allemaal verstandige mannen, maar ik merk bij de meesten wel een sterk klassenbewustzijn.

U moet het straks in de rechtszaal opnemen tegen de crème van de Antwerpse strafpleiters.

Pepermans: Ik heb wellicht minder ervaring in strafrecht dan mijn collega’s, maar ik word bijgestaan door enkele sterke strafpleiters zoals Raf Jespers, Jan Fermon en Falke Van der Schueren. Alleen zou ik dit niet kunnen.

Hoe bent u in contact gekomen met de moeder van Sanda Dia?

Pepermans: Via een gemeenschappelijke vriendin. Ik ben lid van de Facebookgroep ‘Wonderwijven’, waarin ongeveer 25.000 vrouwen zitten. Een van hen is bevriend met Annemie en zij heeft ons met elkaar in contact gebracht.

Ik wil de achttien verdachten niet over dezelfde kam scheren.

U bent betrokken bij de PVDA. Heeft dat een rol gepeeld?

Pepermans: Totaal niet. Ik ben niet meer actief bij de PVDA.

Wat verwacht u van dit proces?

Pepermans: Dat het eerlijk zal verlopen. Mijn cliënte heeft er alle vertrouwen in en zij hecht daar veel belang aan. Ik vrees wel een bitter en bits proces, met veel media-aandacht.

Wat vindt u ervan dat de raadkamer in september de mogelijke verwijzing naar de correctionele rechtbank heeft uitgesteld?

Pepermans: Vijf partijen van de verdediging hebben blijkbaar bijkomende onderzoeken gevraagd. Wij weten niet welke. Het onderzoek leek ons nochtans mooi afgerond. De raadkamer heeft nog geen nieuwe datum geprikt, maar ik hoor in de wandelgangen wel dat het proces vermoedelijk in de loop van volgend jaar zal plaatsvinden.

Enkele advocaten van de verdachten vrezen een ’trial by media’. Ze zeggen dat hun cliënten al veroordeeld zijn nog voor het proces gevoerd is.

Pepermans: Daar ben ik het niet mee eens. Het is het recht en de plicht van de media om ernstige feiten aan het licht te brengen. Het publiek heeft recht op informatie, zeker ook omdat dit een maatschappelijk erg relevant proces is. De rechter zal in alle onafhankelijkheid kunnen oordelen.

Uw collega strafpleiter John Maes zei in Het Nieuwsblad: ‘Er is nu een volkstribunaal opgericht met zogezegd kille moordenaars in de hoofdrol.’

Pepermans: Ik heb zelf verklaard dat de verdachten geen moordenaars zijn. Zij hadden nooit de intentie om Sanda te doden. Er is wel sprake van onopzettelijke doding, van het toedienen van schadelijke stoffen met de dood tot gevolg en van mensonterende behandeling. Dat is een zware beschuldiging. Ik kreeg boze reacties op mijn uitspraak. Sommigen vonden dat ik te genuanceerd en te meelevend was, maar mijn cliënt is het wel eens met mij. Zij is niet uit op wraak. Ze wil vooral dat hieruit lessen getrokken worden en dat de daders gepast gestraft worden.

Wat vindt u van de rol van Sven Mary? John Maes noemt hem ‘een volksmenner die het volk opjut’.

Pepermans: Wij staan aan dezelfde kant, aan die van de slachtoffers. Sven verdedigt de vader, ik de moeder. Wij hebben natuurlijk al contact gehad. Onze stijl verschilt misschien wat. Ook omdat onze cliënten verschillen. De vader is een zwarte arbeider, de moeder een witte vrouw uit de middenklasse. Zij hebben ieder hun eigen persoonlijkheid en kijken dus anders naar het overlijden van hun zoon.

Speelt er racisme in deze zaak?

Pepermans: In de huidige stand van het dossier ziet Annemie geen redenen om aan te nemen dat Sanda op deze manier is behandeld uit racistische overwegingen. Er zijn wel verontrustende tekenen dat racisme bij Reuzegom bestond en/of gebanaliseerd werd. Maar de verdere discussie moet uitwijzen of en hoe dat een rol gespeeld heeft in de onmenselijke behandeling van Sanda.

Wat vindt u van de manier waarop de KU Leuven en rector Luc Sels reageerden op de zaak?

Pepermans: De vader van Sanda heeft het gevoel dat de universiteit zijn zoon in de steek heeft gelaten. Annemie heeft kort na de feiten, dus voor de artikelenreeks, een dankbrief geschreven naar de rector. Mijn collega Jan Fermon vindt wel dat de universiteit sneller had moeten ingrijpen. Iedereen wist dat Reuzegom een slechte reputatie had.

John Maes zegt dat er in deze zaak alleen maar verliezers zijn.

Pepermans: Mag ik opmerken dat sommigen toch meer verloren hebben dan anderen? De ouders zijn hun zoon kwijt, de daders lopen nog rond.

Hoe staat u tegenover zulke dooprituelen?

Pepermans: In Antwerpen ben ik ontgroend als eerstejaarsstudent en daar heb ik mooie herinneringen aan. Met een overgangsritueel is niets mis, zolang het op een respectvolle manier gebeurt. Dat geluk heeft Sanda helaas niet gehad.

Lieve Pepermans

– Geboren in Wilrijk in 1966

– 1992: Master in de rechten aan de Universiteit Antwerpen

– Sindsdien advocaat aan de balie van Antwerpen

– Gespecialiseerd in familierecht en bemiddeling

Partner Content