Ewald Pironet

‘De vroege verkiezingskoorts geeft grote kans op stuipen en voorspelt weinig goeds’

In de twee grootste Vlaamse steden, Antwerpen en Gent, wordt nu al gemanoeuvreerd met het oog op de verkiezingen van 2024. Dat is wel erg vroeg.

Drie jaar voor de stembusgang is de verkiezingscampagne al begonnen. In Gent, de op een na grootste stad van Vlaanderen, probeert de liberale burgemeester Mathias De Clercq een stadslijst te smeden van zijn Open VLD met de CD&V en Vooruit. Het kartel Vooruit-Groen, dat samen met de liberalen en christendemocraten in het Gentse stadsbestuur zit, wordt getorpedeerd. Ondertussen vinden in Antwerpen, de grootste stad van Vlaanderen, manoeuvres plaats rond de opvolging van schepen Claude Marinower (Open VLD). De voorzitter van de Vlaamse liberalen, Egbert Lachaert, formuleerde zelfs een ultimatum, want hij wil Willem-Frederik Schiltz als schepen om over drie jaar met hem als kopman naar de verkiezingen te trekken. Dat leidt tot grote spanningen binnen de Antwerpse coalitie, in zoverre dat er zelfs sprake van is dat de Open VLD uit de coalitie zou worden gegooid. De N-VA en Vooruit hebben de Open VLD niet nodig voor een meerderheid.

De vroege verkiezingskoorts geeft grote kans op stuipen en voorspelt weinig goeds.

Op de achtergrond van dat spelletje armworstelen speelt de gestage afkalving van de drie traditionele Vlaamse partijen, die nu elk rond de 10 procent behalen. Terwijl de voorzitters van de CD&V, de Open VLD en Vooruit zich uit de naad werken om hun partij in de schijnwerpers te plaatsen, worden lokale mandatarissen liever niet meer met hun partij geassocieerd. Zelfs Mathias De Clercq vindt de Open VLD geen fijn etiket meer, en zegt dat de kiezer de buik vol heeft van partijen. Politici spreken steeds meer over ‘bewegingen’, een strategie waar ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau winst hoopt mee te boeken. Ondertussen profileert het Vlaams Belang zich als een echte partij én blijft het winnen in de opiniepeilingen. Er wordt rekening mee gehouden dat de extreemrechtse partij na de lokale verkiezingen in 2024 ergens aan de macht zal komen, in een coalitie met een plaatselijke lijst.

Daarnaast is er het decreet ‘voor versterking lokale democratie’ dat deze zomer onder impuls van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) werd goedgekeurd. Het maakt niet alleen coalitiewissels makkelijker, maar stipuleert ook dat de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen in de grootste fractie van de coalitie automatisch burgemeester wordt. Dat is belangrijk, zo blijkt uit de Gentse resultaten van 2019. Toen was Mathias De Clercq het populairst, maar zijn partij Open VLD moest het onderspit delven tegen het kartel Groen-Vooruit. Pas na veel duwen en trekken en nadat de Open VLD en de CD&V zich aan elkaar hadden vastgeklonken, kon De Clercq burgemeester worden van een Vivaldi-coalitie avant la lettre. Wil hij zichzelf automatisch opvolgen, dan moet De Clercq in 2024 van de Open VLD de grootste partij van de coalitie maken en de meeste kiezers achter zich krijgen. Daarom is die stadslijst nodig.

De opkomstplicht voor de lokale verkiezingen van oktober 2024 is afgeschaft. Wat zal dat geven?

Dat de manoeuvres in Gent en Vlaanderen nu al plaatsvinden, werpt een lange schaduw op het bestuur in beide steden. Hoe zal het gedumpte Groen zich in Gent opstellen? Wat doet de Open VLD in Antwerpen? Hoe kan er nog drie jaar fatsoenlijk worden bestuurd? Bovendien zijn de partijvoorzitters Rousseau, Lachaert en Bart De Wever (N-VA) direct betrokken bij het lokale gekrakeel.Tussen Lachaert en De Wever zijn er al grote spanningen, de relatie tussen Rousseau en Lachaert is ook niet fameus, terwijl Rousseau en De Wever elkaar beter kunnen vinden. Kan de animositeit tussen de partijvoorzitters, die nu wordt opgepookt in de twee grootste steden, nog lang buiten de Vlaamse regering worden gehouden? In elk geval heeft het gevecht tussen de voorzitters veel te maken met profileringsdrang met het oog op de Vlaamse en federale verkiezingen in mei 2024.

Te midden van al dat politieke gewriemel is er nog een grote, onbekende factor: het decreet ‘voor versterking lokale democratie’ schaft ook de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen van oktober 2024 af. Wat zal dat geven? Hoeveel kiezers zullen komen opdagen? Welke partijen zullen hun voordeel doen met de afschaffing van de opkomstplicht?

Dat er vooraf gezamenlijke stadslijsten worden gevormd, heeft het voordeel dat de kiezer zich kan uitspreken over een duidelijk project. Dat is beter dan de geheime voorakkoorden die vroeger vaak werden afgesloten. Maar als zoiets drie jaar voor de stembusgang gebeurt, geeft dat de kiezer dan niet de indruk dat het de politici vooral om de postjes te doen is? Zeker als er zo veel heisa rond ontstaat. De vroege verkiezingskoorts geeft grote kans op stuipen en voorspelt weinig goeds.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content